Ter plaatse blijven trappelen is geen optie voor Samuel Blaser. In plaats van te teren op zijn pas verschenen derde kwartetalbum ‘Boundless’ stond zijn recente Europese tournee reeds in het teken van de opvolger daarvan. Tijdens twee concerten in de Hnita-hoeve nam de Zwitserse trombonist zowaar een nieuw live-album op met zijn internationale kwartet.

Twee jaar geleden pakte het Samuel Blaser Quartet de Hnita-hoeve nog in met twee lange sets vol eigen composities, die later zouden uitgroeien tot de indrukwekkende suite ‘Boundless’ zoals vereeuwigd op de gelijknamige plaat voor HatHut. Het toen gloednieuw samengestelde kwartet vertoonde die avond in 2009 reeds een opvallende coherentie, waarvan de meest recente release van de groep nogmaals een bevestiging is. Het zopas verschenen ‘Boundless’ laat een hecht ensemble horen in een werk van constante transformatie, een opvallend volwassen werk overigens dat men niet zou toeschrijven aan een amper dertigjarig jazzmuzikant. Bandleider Samuel Blaser lijkt zijn stilistische draai daarmee te hebben gevonden, want het concert op zondag 6 november (het laatste van drie op Belgisch grondgebied) bouwde duidelijk voort op die eerdere verwezenlijkingen.

Samuel Blaser
Samuel Blaser

Een eerste belangrijke vaststelling tijdens deze avond was de aanwezigheid van partituren, die van bij het begin stevig in de gaten werden gehouden. Enkel drummer Gerald Cleaver deed het aanvankelijk zonder neergepende aanwijzingen, hoewel hij naar het einde toe toch ook zijn papierwinkel zou bovenhalen voor de (overigens verbluffende) finale. Dat deze partituren geen overbodige luxe waren werd al in het eerste stuk duidelijk, toen gitarist Marc Ducret even het spoor bijster was en pas terug kon inpikken na een klein minuutje geconcentreerd op zijn blad te hebben getuurd. Cleaver was daarentegen voortdurend bij de les en gaf blijk van een grondige kennis van het repertoire (contrabassist Bänz Oester keek bijvoorbeeld meer naar hem dan naar zijn papieren). Het was dus heus niet zomaar zijn streng trekken wat de Amerikaan in de Hnita-hoeve deed, ondanks dat hij vaak met gesloten ogen speelde en geregeld in een trance leek te verkeren.

In tegenstelling tot de twee lange en onafgebroken sets die het kwartet bij zijn eerste Belgische passage speelde, bestond het concert deze keer uit één set met een handvol afzonderlijke stukken. Deze composities waren niet louter te herleiden tot thema’s, met elkaar verbonden door solo’s en improvisaties, hoewel ze enigszins voortvloeiden uit die vorm. Elk stuk had zijn eigen karakter en opzet, gaande van unisono ensemblewerk tot een vaag thematisch rubatotapijt van bas en trombone, afgewerkt door akkoordenaccenten van gitaar. Soms werd er ook voor een speelse of een geïmproviseerde aanzet gekozen, zoals wanneer Oester een drumstok tussen de snaren van zijn bas stak en vervolgens met andere stokken op diezelfde snaren begon te slaan.

Ook in de opbouw en het verloop werd de nodige variatie aan de dag gelegd. Ducret leek daarbij geregeld in een vrije rol te vertoeven. De Fransman, in zijn gekende zenuwachtige stijl met bijna dwangmatig gefrunnik aan volume- en toonregeling van de gitaar, viel even onvoorspelbaar in als hij zich terugtrok uit het totaalgeluid en was daarbij constant in de weer met zijn volumepedaal. Als de vrijbuiter binnen het kwartet kon hij het zich permitteren afstand te nemen en zelf te genieten van wat zijn medemusici ten tonele brachten. Onder zijn goedkeurend oog werd al vroeg in de set een hoogtepunt bereikt, toen na een wazige ensemblepassage plots een anker werd uitgeworpen door Oester, bijna meteen vergezeld door een plots strak meppende Cleaver. Het was alsof de muziek met deze puls plots een hartslag kreeg en begon te leven. Wat later zou de vlam opnieuw in de pijp schieten met een heftig duostuk van trombone en drums. De bezwerende drumpartij met zingende cimbalen en hi-hat van Cleaver vormde een stevige uitdaging voor Blaser, die qua kracht het onderste uit de kan moest halen. De jonge Zwister leek zich hierbij niet te interesseren voor virtuositeit en effecten maar poogde doeltreffende lijnen te vinden, waardoor het niet een soort “Interstellar Space voor trombone” werd maar eerder een gebald statement.

Helemaal zonder effecten was Blasers spel echter niet. Zo werd de demper doorheen het concert veelvuldig gebruikt en waren de door hem zo uitstekend beheerste multiphonics natuurlijk ook van de partij. Op een gegeven moment imiteerde en jende hij er zelfs zijn gitarist mee, die toen net aan het einde van een van zijn vele solo’s was aanbeland. Ducret daarentegen gebruikte deze avond geen enkel (elektronisch) effect, al varieerde zijn gitaarklank voortdurend omdat hij zijn snaren op elke mogelijke manier (en op elke denkbare positie) aansloeg: trekkend en hakkend met geklauwde vingers, pingelend met het plectrum en slappend als een funkbassist. Impressionant was zijn machinegeweerpose, waarmee hij de snaren geselde helemaal achteraan de gitaar, vlak voor de brug en zo met zijn instrument op zijn collega’s leek te mikken.

Samuel Blaser Quartet
Samuel Blaser Quartet

Hoe de vier musici tijdens het spelen in elkaar klikten was werkelijk een lust voor het oor. Het totaalgeluid was heel homogeen en toch gelaagd, wat mooi tot uiting kwam tijdens een passage waarin de groep zich concentreerde op één enkele, lage noot. Met de grommende aangestreken bas, de donkere vibrerende gitaar en de effecten die Blaser op zijn trombone toepaste (naast mulitphonics ook een soort tremologesputter) kwam de spectrale muziek zelfs even om de hoek loeren.

Het was simpelweg voortdurend genieten geblazen en heus niet alleen voor het publiek. Vooral Bänz Oester leek zich fantastisch te amuseren en schudde meermaals vol ongeloof het hoofd tijdens de solo’s van Ducret. Zijn interactie met Cleaver was om duimen en vingers bij af te likken. Zo wilde hij in het tweede stuk een wiegende contrabaspartij introduceren, die door de Amerikaan (het op dat moment bijna uitproestend) echter vakkundig werd ontweken. Dat er zulke dolle spelletjes werden gespeeld was aangename verrassing (zeker gezien het feit dat er opnames werden gemaakt) en het illustreerde geweldige sfeer die binnen de groep heerst.

Maar er waren nog heel wat andere mooie, spannende of indrukwekkende momenten. Zo imponeerde Blaser met een solo gevoed door circulaire ademhaling en eiste ook Cleaver geregeld de aandacht op in het geheel door stevig door te meppen, steevast onverwachts. Het absolute hoogtepunt werd echter bewaard voor het einde van de set en bestond uit twee fasen. Eerst was er een wild en allesverschroeiend soleermoment voor Ducret, die bijna door het dak van de Hnita-hoeve ging – het leek wel alsof Blaser een raket op zijn partituur had getekend. Aangemoedigd door een ontketende Cleaver was het een ogenblik van immense intensiteit. Oester moest alles uit de kast halen om in het spoor van zijn collega’s te blijven maar zag zich uiteindelijk toch genoodzaakt dreunende dubbelgrepen boven te halen. Toen gooide Blaser zijn trombone in de strijd en werd de kroon op het werk gezet met een aartsmoeilijk, polyritmisch thema, waar velen over zouden struikelen. De vier walsten er echter foutloos doorheen en konden na afloop enkel breed glimlachen en de complimenten in ontvangst nemen.

Met dit prachtig staaltje hedendaagse jazz zorgde het bont gekleurde Samuel Blaser Quartet zonder twijfel voor een van de muzikale hoogtepunten van dit najaar. Of de broeierige sfeer en de gecreëerde intensiteit ook op cd stand houden valt nog af te wachten, maar zij die de concerten meemaakten zullen volgend jaar alleszins reikhalzend uitkijken naar dat in Heist-op-den-Berg opgenomen live-album.  

Meer over Samuel Blaser Quartet


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.