Het gros van Mozarts pianoconcerti werd geschreven in de jaren dat de componist als free lance muzikant in Wenen verbleef, in de jaren tachtig van de achttiende eeuw. Wenen was toen in de ban van de nieuwste uitvinding: de pianoforte en Mozarts was eerder gekend als klaviervirtuoos dan als componist. De pianoforte was een grote verbetering ten opzichte van zijn voorganger de klavecimbel, (waarvoor Haydn de meeste van zijn concerti en sonates schreef), door zijn ingenieuze systeem van hamers die de snaren aansloegen. Dit maakte een wijd dynamisch bereik mogelijk, en het gaf de pianoforte ook de mogelijkheid noten wat langer te laten nagalmen.
Zoals elke virtuoos in die tijd, schreef Mozart ook concerti voor eigen gebruik. Hij was zich goed bewust van de rol die deze werken konden spelen in zijn carrière, en paste de stijl en moeilijkheid van elk werk nauwkeurig aan de smaak van zijn publiek aan. Het drieëntwintigste pianoconcerto werd geschreven in 1786, toen Mozart aan 'Le Nozze di Figaro' werkte, en de vrije, onbezorgde sfeer van deze opera vindt de luisteraar ook terug in dit werk. Het is geschreven in la groot, een toonaard die bij Mozart vaak geassocieerd wordt met vrolijk geluk. Dit rijpe werk is zonder twijfel één van Mozarts beste concerti.

Over de audio

Het derde deel van dit concerto is, zoals gebruikelijk, een rondo, dat wil zeggen, een muzikale vorm waarbij het hoofdthema verscheidene keren terugkeert, als een soort van refrein. Dit deel is echter zo rijk aan muzikale vondsten – in plaats van één enkel rondothema gebruikt er Mozart er meerdere na elkaar, of, als je wil, één dat bijzonder lang uitgewerkt is – en het hele refrein komt pas helemaal aan het einde van het deel terug, dit keer niet alleen in het orkest, maar samen met de piano. Een minuut-na-minuut analyse van dit deel zou te lang zijn, maar we kunnen wel enkele belangrijke puntjes aanstippen.

Het hoofdthema van dit deel zit bijna volledig in het orkest, maar zodra de piano inzet, (de eerste acht maten niet te na gesproken), brengt die nieuw muzikaal materiaal aan dat de hoofdbrok vormt van wat volgt. Ondanks de weelde aan melodisch materiaal is dit een erg klassiek deel, vormtechnisch, met een kort mineur gedeelte en verregaande modulatie in het midden (rond 3'30") en net voor de terugkeer van het rondothema een recapitulatie van de eerste inzet van de piano. Let er ook op hoe ingenieus Mozart de paar laatste maten van het werk al gebruikt doorheen dit deel, (of breder: hoe hij de muzikale kaarten zodanig door elkaar kan schudden dat elementen van een gedeelte vlotjes hun weg vinden in een andere sectie).

Hoewel dit een heruitgave is uit 1974 kan hij best mee met hedendaagse opnames. Pianist Ivam Moravec speelt met een heel lichte aanslag die uitermate zonnig en opgewekt klinkt, zeker in dit deeltje. Hij wordt begeleid door het Tsjechisch Kamerorkest dat verzorgd en heel vlot speelt, hoewel de blazers soms wat op de achtergrond blijven. Alleen wat jammer van de nogal jazzy klarinet (3'50" bijvoorbeeld), maar verder een prachtvoorbeeld van Mozarts muziek.

Meer over Wolfgang Amadeus Mozart


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.