Met dit zesde deel van hun ambitieus project rond de geschiedenis van de brassbandmuziek, sluiten Grimethorpe en dirigent Elgar Howarth deze reeks af. Het is meteen de muzikaal meest gedurfde van alle zes, met zeer moderne en zelfs controversiële composities. Daarom precies is het ook zo jammer dat drie werken – de enige uit de hele reeks – ter gelegenheid van dit project niet zijn heropgenomen maar geremasterde versies zijn afkomstig uit de lp 'Grimethorpe Special' uit 1977 – deze brassband had toen al een duidelijk op de toekomst gerichte visie. Van dit collector's item, toen ook o.l.v. Howarth, haalde enkel 'Fireworks for Brass Band' de cd niet. Takemitsu's 'Garden Rain' doet onwillekeurig denken aan Charles Ives, waarbij stilte en klank(kleur) evenwaardig zijn. 'Grimethorpe Aria' van Birtwistle is nog experimenteler: alle partituren van dit erg trage opus verschillen onderling zowel qua register als op het vlak van tempo. De intro laat niet vermoeden dat er door de bugel en op het einde door de twee euphoniums wel degelijk iets als zang geproduceerd wordt. De derde opname uit 1977, 'Ragtimes and Habaneras', lijkt door zijn nauw bij de 20ste-eeuwse populaire muziek aanleunende stijl erg luistervriendelijk.

'Concerto No.1' was het eerste grote werk van Derek Bourgeois voor brassband en in vergelijking met het (tweede) 'Concerto Grosso' volledig ten onrechte stiefmoederlijk behandeld. Het opent met 'Le Tombeau d'Arthur Benjamin', bevat verwijzingen naar Benjamins bekendste werk, 'Jamaican Rumba' en klinkt veel opgewekter dan de ondertitel doet vermoeden. Het tweede deel verwijst duidelijk naar het oeuvre van Ravel en niet alleen naar het uitbundige slot van diens 'Bolero'. De mooie klankschakeringen zijn echter veel donkerder dan die van Bourgeois' Franse voorbeeld. De subtitel 'Mr Bolt goes for a ride in his car and Monsieur Ravel turns in his grave' zegt veel over hoe het hele concerto mag worden geïnterpreteerd: met de nodige zin voor humor. 'The War March of the Ostriches', zo luidt de titel van het slotdeel, wordt aangedreven door het zwaar koper, en in het bijzonder de bassen, die naar een hectische climax leiden. De tweede nieuwe opname, 'Trumpet Concerto' met Richard Marshall als uitstekende solist, is van de hand van Chris Sansom. Grimethorpe speelde het in 1977 in première (alweer een teken van hun visie toentertijd), maar de opname is nieuw. Acht jaar later werd het eerste deel herschreven en voor deze opname werden nog kleinere aanpassingen doorgevoerd. In het trage middendeel, met referenties aan Ellingtons 'Mood Indigo' (een eerbetoon aan de toen pas overleden Duke), grijpt Marshall naar zijn bugel die de laid back-sfeer beter verwoordt.

Een vergelijking van het hedendaagse repertoire met Howarths en Grimethorpes visie meer dan dertig jaar geleden toont aan dat de voorspelling niet is uitgekomen. Ergens is het een geluk dat dergelijke intellectualistische muziek maar met mondjesmaat is doorgebroken. Dit is zeker geen muziek die de gemiddelde brassbandliefhebber zal bekoren, maar al wie zin heeft voor muzikaal avontuur zal er met volle teugen van genieten. Wie nog meer wil, krijgt net als in de voorgaande delen extra luistertips hiervoor.

Meer over Grimethorpe Colliery Band


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.