Otto Klemperer, een Mahleriaan in hart en nieren? Ja en nee. De dirigent mag dan wel zijn hele leven lang een persoonlijke aanbevelingsbrief die de dirigent-componist voor hem schreef gekoesterd hebben, van een aanzienlijk deel van diens symfonische oeuvre had hij niet bepaald een hoge dunk. De eerste symfonie dirigeerde Klemperer maar een keer, de derde en de vijfde vond hij te pompeus en voor de grandioze finale van de zesde had hij een geweldige schrik. De achtste opvoeren werd hem nooit gegund, dus blijven (van de voltooide symfonieën) alleen de tweede, de vierde, de zevende en de negende over, waarbij Klemperer die laatste Mahlers ultieme verwezenlijking noemde. Inderdaad is zijn opname nog steeds een mijlpaal, samen met zijn legendarische interpretatie van 'Das Lied von der Erde'. Christa Ludwig is de lucide mezzo van dienst, Fritz Wunderlich zingt de tenorrol met ware doodsverachting. Klemperer durft in dat werk verschrikkelijk macabere atmosferen op te zoeken, maar plaatst tegenover de allesoverheersende aanwezigheid van het stervensidee een onmiddellijk schoonheidsbesef. De manier waarop hij de houten bijvoorbeeld behandelt: tegenwoordig maken dirigenten niet zelden de keuze om voor een scherper timbre te kiezen en de tempi zo gezwind mogelijk te houden, maar Klemperers aanpak, bijna stoïcijns in zijn eerlijkheid ten aanzien van de partituur, loont.

Dat EMI vandaag zes schijfjes met Klemperers Mahler in een mooie box kan gieten, is geen evidentie. Het had immers weinig gescheeld op de dirigent had geen carrière meer kunnen maken nadat een goedaardige hersentumor zijn werk in de Verenigde Staten (tijdens de Tweede Wereldoorlog had Klemperer, geboren in een Joods gezin, nazi-Duitsland ontvlucht) letterlijk lam legde. Daarnaast maakten regelmatig optredende manische buien het niet voor de hand liggend om als werkgever Klemperer een job aan te bieden. Na de oorlog keerde hij terug naar Europa en in 1952 kreeg de dirigent de kans van zijn leven. Platenbaas Walter Legge bood Klemperer een post aan bij het Philharmonia Orchestra, dat hij zelf had gesticht, en dat luidde het begin in van wat waarschijnlijk Klemperers meest vruchtbare levensepisode is geweest. Althans voor het nageslacht, want de verbintenis met EMI leverde een heel aantal onvergetelijke opnames op, waaronder deze Mahler-serie. Daaruit blijkt dat Klemperer niet zozeer een detaillist was, noch iemand die de intellectuele en spirituele gronden waarop Mahlers muziek gebaseerd is ten gronde wilde onderzoeken. Waar het hem om ging, was niets anders dan de muzikale weelde zelf. In wat de man wel van Mahler opgenomen heeft, zoekt hij het verhaal op, een verhaal dat hij puur via de noten gestalte geeft. Een nauwgezet uitvoeren van de instructies zoals die op het authentieke manuscript stonden aangegeven, zou volgens hem leiden tot uitvoeringen waar waarheid in zat.

Inmiddels zijn een aantal van die opnames al meer dan vijftig jaar oud. Stuk voor stuk dateren ze van de jaren '60 en dat het Philharmonia Orchestra in die tijd al tot de beste orkesten van de wereld behoorde, wordt meteen duidelijk. De moeilijkheden waarmee men kampte nadat Legge het orkest in 1964 had opgegeven, noodzaakte andere financieringsvormen en een andere naam. Tot 1977 ging de Philharmonia door het leven als het New Philharmonia Orchestra, dat zijn blijvende bestaan in niet geringe mate aan Klemperers doorzettingsvermogen te danken heeft. Wanneer die zijn energie ten dienste stelde van een bepaalde zaak, dan was zijn inzet totaal. Wat hij van de 80 minuten durende tweede symfonie maakte, is bijvoorbeeld een grandioze boog richting een verschroeiend, doch in handen van Klemperer nog steeds erg poëtisch slot. Hij doseert onderweg, zonder ooit de spanning te laten verslappen. Zijn lezing is er een zonder adempauzes – de enige optie voor de luisteraar is de ervaring ademloos ondergaan. In de vierde zingt Elisabeth Schwarzkopf, ook solist in Mahlers tweede (naast Hilde Rössl-Majdan) trouwens een gepassioneerde finale, voorafgegaan door een engelachtig derde deel dat Klemperer volgens esthetische maatstaven perfect larmoyant laat klinken. Een selectie uit de 'Rückert-Lieder' en 'Das Knaben Wunderhorn', alweer met Christa Ludwig, krijgt men er nog bovenop. Klemperers zangerige zevende en vooral een negende die vanaf de eerste maten onafwendbaar tragisch en tegelijk troostrijk klinkt, vervolledigen een prachtige set die de zichzelf respecterende Mahler-liefhebber gewoonweg moet kennen.

Meer over Gustav Mahler


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.