In tegenstelling tot de Mattheus-passie heeft Bach geen defintieve versie van zijn Johannes-passie geschreven. De allereerste versie zag het licht in 1724, de vierde en laatste in 1749. De versie van 1724 probeerde hij enkele keren te verbeteren of te hernemen, maar zonder er één enkele partituur voor te voltooien. Van de oorspronkelijk compositie bleef slechts het materiaal van vier vocale stemmen, twee vioolstemmen en de bassocontinuolijn over. Voor alle solistische partijen werd voor deze opname uit de latere bronnen geput. Zo is bijvoorbeeld de obligaatpartij van de sopraanaria 'Ich folge dir gleichfalls' gebaseerd op partijen van de versies van 1725 en 1728/32. Het geheel klinkt echter verrassend organisch.

Bij het openingskoor valt meteen de soberheid van de 1724-versie op. Geen elegante omspelingen of doorgangsnoten, afwezigheid van de later toegevoegde traverso-partij en de vrij kleine bezetting van het orkest kenmerken deze opname. De sfeer is ingetogen en intiem. Deze kamermuziekachtige klank staat helemaal tegenover de orkestrale klank van de Mattheus-passie. Wat ook meteen te merken is, is dat dirigent Jos van Veldhoven voor een versie met ripienisten gekozen heeft.Deze kleine groep zangers versterken de solisten in de koordelen. Geen groot koor dus, maar stemmen die slechts twee- of drievoudig bezet zijn. Dit alles geeft deze Johannes-passie nog meer haar kamermuziekkarakter mee.

Bach gebruikte voor zijn werk enkel hoofstukken 18 en 19 van het evangelie van Johannes, dit wil zeggen van de arrestatie van Jezus tot en met zijn graflegging. Dit verklaart het dramatische karakter van het openingskoor, waarbij de klagende melodie van de hobo zweeft boven een regelmatige puls van de bassen. Van Veldhoven heeft ervoor gekozen om de basso continuo-groep aan te passen volgens het personage. De recitatieven van de Evangelist (een, zoals gewoonlijk, perfecte Gerd Türk) worden zo door clavecimbel en cello begeleid, daar waar Jezus op orgel, theorbe en contrabas mag rekenen. Dit zorgt voor vele verschillende kleuren en ook de inhoud van het verhaal wordt hiermee beter vertolkt.

De muzikanten van de Nederlandse Bachvereniging bewijzen eens te meer hun precieze kennis van het repertoire. Dirigent Jos van Veldhoven komt heel wat lof toe voor zijn smaakvolle keuzes qua orkestratie, tempi en stijlinvulling. Hoewel de sopranen in de koorgedeeltes wat scherp klinken, beschikt solosopraan Caroline Stam over een mooie, heldere stem. Ze klinkt soms echter wat dun en heeft een opvallende neiging tot het afkorten van haar lettergrepen. Tenor Peter de Groot klinkt in het begin wat dof maar heeft een best zachte en aangename klank. Warme basstem Stephan MacLeod vertolkt Jezus met de nodige rust en sereniteit. En uiteraard is Gerd Türk weer van de partij en schittert hij eens te meer in zijn rol van Evangelist. Zonder twijfel een referentieopname van het kleine broertje van de Mattheus-passie.

Meer over Johann Sebastian Bach


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.