Het platenlabel Harmonia Mundi is bezig met oudere opnames te herverpakken in een reeks die ze ‘HM Gold’ noemen. Het gaat om baanbrekende of kwalitatief uitstekende opnames van Harmonia Mundi’s grootste artiesten en op deze plaat werd René Jacobs’ opname uit 2000 van Caspar Kittels opus 1, een collectie van dertig aria’s en cantates voor een of meerdere stemmen, strijkers en continuo opnieuw uitgegeven. Kittel (1603-1639) behoorde tot de eerste componisten die de moderne, barokke ‘Stile Concertato’ ten noorden van de Alpen introduceerden. Voor de aria’s en cantates van deze verzameling koos hij voornamelijk teksten van de Duitse dichter Martin Opitz.

Deze ‘Vader van de Duitse Dichtkunst’ was net als Kittel geen lang leven beschoren en wordt vandaag eerder als een verdienstelijke pionier maar niet als genie beschouwd. In zijn tijd was dat anders: hij droeg de naam van Duitslands’ grootste dichter en werd geroemd door keizer Ferdinand II. Zijn teksten leverden het libretto voor de eerste Duitse opera (‘Dafne’ van Heinrich Schütz). Opitz’ inspiratie kwam echter uit Italië, waar hij de poëzie van het Quattrocento en Italië’s klassieke erfenis als leidraad gebruikte voor zijn eigen, Duitse werk. Kittels opus één telt dertig aria’s en daaruit werden er op deze opname elf geselecteerd. Ze laten een componist aan het woord die originele, gevarieerde en melodieuze muziek schrijft.

De lijst met zangers die deze opname mogelijk maakten, is een mooi overzicht van enkele bekende namen uit de barokwereld. Zo is er tenor Gerd Türk die een beheerste, muzikale lezing laat horen en de vierde aria (een bewerking van het Bijbelse hooglied) ingetogen en sfeervol inzet. Mezzo Bernarda Fink vult de altrol met meer donkere kleuren in dan een altus, de voor de hand liggende keuze in dit soort repertoire dat zou hebben gedaan. Haar herkenbare stemkleur, met haar nerveuze ‘grammofoonplaatvibrato’ is meteen herkenbaar, zeker binnen een opname van vroege barokmuziek. Ze zingt met veel karakter, zoals in de klaaglijke derde aria, waar ze een ijzersterke spanningsboog opbouwt.

Dit is levende, levendige muziek die in haar uitvoering vaak aan buffa-opera doet denken. Kittel combineert dan ook gevat vloeiende instrumentale momenten met vocale passages die sterk op spreekritme geënt zijn. Dat spreekritme primeert vaak, soms zelfs op een trefzekere uitvoering van Kittels snelle passages. Zo komen de instrumenten wel maar de zangers niet altijd zo precies voor de dag. Die instrumenten, een ensemble van twee violen, gamba en continuo (soms violone, luit, harp, klavecimbel of orgel en vaak een combinatie daarvan) klinken echter prachtig, muzikaal en technisch gezien en evoceren meesterlijk de sfeer van Opitz’ verschillende gedichten.

Wat jammer is verder dat de opnamekwaliteit niet echt gelijk is van aria tot aria. Tegenvallen doet het nooit maar soms klinkt het net alsof de akoestiek van een track naar de volgende volledig veranderd is. Opitz’ poëzie zelf verdient echter een grondige lezing om Kittels muziek ten volle te waarderen. De zeemzoete liefdesthematiek is typerend voor de tijd natuurlijk maar de natuurbeelden en referenties naar klassieke mythologie bootst Kittel trouw na in zijn begeleiding. Bovendien passen de zanglijnen de Duitse versvoeten als gegoten.

Zoals dat in deze ‘Gold’ reeks gaat, is ook het cd-boekje prachtig geïllustreerd, zelfs naar de al uitstekende maatstaven van Harmonia Mundi. Het is echter de muziek die het belangrijkst is en daar bewijst René Jacobs dat hij een fijne neus heeft voor minder gekende maar daarom niet minder prachtige barokmuziek. Caspar Kittel schreef schitterende concertante muziek voor zangers en instrumentalisten en krijgt van de vijf zangers en zeven instrumentalisten een delicate en bekwame uitvoering.

Meer over Caspar Kittel


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.