De pianoconcerti van sommige componisten vormen een spiegel voor hun ganse oeuvre. Andere componisten hebben dan weer concerti nagelaten die onderling, om het oneerbiedig uit te drukken, zo goed als inwisselbaar zijn. Prokofiev behoort zeker en vast tot de eerste categorie. Zijn vijf concerti markeren niet alleen vijf momenten in zijn leven, maar ook vijf benaderingen van het medium muziek en vijf eigenzinnige invullingen van het genre pianoconcerto. Wou Prokofiev zich profileren als groot virtuoos met het tweede en het derde, dan waren het vierde en het vijfde allicht werken waarmee hij zich ook als componist uitdrukkelijk in de kijker wilde lopen. Terwijl het eerste concerto een ode aan de fantasie is, een ontwapenende getuigenis van jeugdige bevlogenheid, een uit de hand gelopen niemendal. Deze vijf concerti, die in principe van vijf verschillende componisten hadden kunnen zijn, vereisen een uitvoerder die karakter genoeg heeft om vijf keer een andere identiteit naar boven te halen, zonder de achterliggende eenheid van de opusnummers te verwaarlozen. Dat verklaart waarom de meeste integrale opnames ondertussen aan de vergetelheid ten prooi zijn gevallen. Wanneer een pianist, zelfs aan de zijde van een groot dirigent en een eloquent musicerend orkest, steeds weer het cliché van de hamerende, percussieve Prokofiev-stijl probeert te bevestigen, dan laten de concerti totaal ten onrechte de indruk na eenheidsworst te vormen. Niet zo bij Jean-Efflam Bavouzet en Gianandrea Noseda, die samen een visie op de serie werken hebben uitgedokterd.

Misschien wel de grootste openbaring is het korte eerste concerto, dat schandalig weinig in de concertzaal te horen is. Een overweldigende rollercoaster vol verrassende wendingen is het, een plezierig prikkelende glijbaan waarop Prokofiev in de eerste maten al het gegeven van een majestueuze introductie op de korrel lijkt te nemen. Dankbaar is dat Bavouzet geen pianist is die zomaar speelt wat er staat. Hij heeft maar een kleine wenk nodig om de partituur gekscherend uit zijn voegen te laten barsten, daarbij in dit geval naarstig geholpen door Noseda en de BBC Philharmonic, die meteen alle registers opentrekken. De teneur is met het eerste deel al gezet, maar wie denkt dat het vanaf dan alleen maar bergaf kan gaan, heeft het helemaal bij het verkeerde eind. Thema's die zich moeiteloos in het oor murwen, verbluffende zwenkingen binnen het orkestapparaat, tegendraadse bewegingen in het klavier die het symfonische geklater doorbreken, ... Het is een werk dat vol zit met pittige details en met amper een kwartier lengte ook geen noot teveel bevat, terwijl het wel degelijk een voldragen en evenwichtige indruk nalaat.

Concerti twee en drie passen in vergelijking veel gemakkelijker in een romantisch kader, hoewel de rapsodische benadering (vooral van het derde in zijn totaliteit) radicaal losbreekt uit het structurele dictaat van de concertovorm. Het derde is in deze lezing overigens niet alleen een fenomenaal staaltje virtuozendom, waarin Bavouzet illustreert met hoeveel gemak hij van dramatische franjes humoristische maakt en vice versa. Ook de BBC Philharmonic laat zich hier immers gelden als een verzameling fantastische solisten die als collectief met precisie én visie vertolken, onder het toeziend en alziend oog van een bevlogen maestro. Weer ingrijpend anders zijn tenslotte de twee laatste concerti, die ook onderling intens uiteen lopen. Donkerder en agressiever qua toon zijn het werken waarmee men dikwijls moeilijk uit de voeten kan. Ofwel te mak gespeeld, ofwel te massief, zijn er al bij al maar weinig solisten die een balans weten te vinden waardoor zeker het vierde concerto verteerbaar blijft. Voor Bavouzet en Noseda lijkt dat echter geen probleem. Eens te meer laat Bavouzet wonderlijk eenvoudig zien en horen dat de traan aanleiding kan geven tot de lach, of de lach ten grondslag ligt aan de traan. Zowel het hoekige vierde als het haast kubistische vijfde zijn concerti waarop deze uitvoerdersploeg een eigenzinnige stempel weet te drukken.

Uiterst bewonderenswaardig, een serie als deze, met niets minder dan vijf afzonderlijke hoogtepunten. Overigens uitgegeven in een mooie box met stilistisch verzorgd en passend artwork. Ongetwijfeld een van de referenties.

Meer over Sergey Prokofiev


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.