Kwadratuur interview

In 2003 kwam de Flat Earth Society (kortweg FES), de bigband die alles behalve een bigband lijkt te willen zijn, op de proppen met 'The Armstrong Mutations', een veelzijdig klinkend eerbetoon aan de trompettist Louis Armstrong. Een kleine drie jaar en heel wat concerten later is de groep er opnieuw met een album: 'Psychoscout'. Zoals de titel twijfelt tussen catchy, suggestief en gemakkelijk, zo blijft ook de muziek van FES moeilijk te benoemen, want ook op deze nieuweling blijft de band vrolijk buiten de lijntjes kleuren. Al zijn er ook duidelijke tendensen te horen, die oprichter, leider en klarinettist Peter Vermeersch even toelicht in een interview.

'The Armstrong Mutations' draaide rond de muziek van Louis Armstrong. Had je voor 'Psychoscout' ook een rode draad in gedachte?

De rode draad zat er een beetje automatisch in, niet met voorbedachte rade. De meeste nummers zijn ontstaan in de voorbereidingsperiode voor de samenwerking met Uri Caine (Amerikaanse jazzpianist die graag met stijlen, al dan niet uit verschillende eeuwen, stoeit, KVM) eind 2004. Vandaar dat ze mekaar aanvullen, ze moesten van het concert een evenwichtig geheel maken.

Heeft de samenwerking met Uri Caine FES of jou persoonlijk iets bijgebracht? Heeft zijn passage bij de band een blijvende invloed gehad op de muziek die jullie nu spelen, buiten de compositie 'SnaggleTooth' die ook op de cd staat?

De samenwerking zelf is de reden en of het iets heeft bijgebracht weet ik niet, maar het kan bijna niet anders; ik maak daar echter geen analyses over. Ik denk dat het gewoon voor de hele band een spannende ervaring is geweest om samen met hem een concert in elkaar te boksen, elkaar muzikaal te ontmoeten, te communiceren. De stukken waren wel op het lijf van zo'n ontmoeting geschreven en staan nu op het FES-repertoire, met of zonder Caine. En de meeste staan vaak op de setlisten van onze huidige concerten.

Meer dan op de 'The Armstrong Mutations' lijkt het dat FES naar een duidelijke jazzhoek opgeschoven is. Kan dit een reden zijn waarom de band nu wat "serieuzer" klinkt?

De nummers zijn opener van schriftuur en meer op het lijf van de muzikanten geschreven, hun improvisatorische inbreng krijgt meer ruimte. En dat van dat "iets serieuzer" is een zeer dubbel gevoel : kinderen kunnen ook ernstig in hun spel op gaan, en toch draait alles rond het "spelen" zelf. Deze muziek wordt niet uitgevoerd of vertolkt, hij wordt gespeeld, alsof ons leven er van af hangt. En dat is ook een beetje zo op het moment zelf, en daarna drinken we graag een glas bier.

Wie op de arrangementen let, kan snel aan de muziek van Duke Ellington denken. Wat trekt je zo aan in zijn muziek?

Duke Ellington is de meester. Wat hij doet is altijd helder. Hij maakt zowel subtiel impressionistische stukken als lekker recht toe rechtaan swingende nummers en hij schuwt het complexe niet, en evenmin het naïeve. Ellington gaat (ging) steeds op verkenning naar allerlei stijlen en sferen die zijn muziek mee helpen bouwen. In zijn orkest smeedde hij de meest uiteenlopende persoonlijkheden tot een hechte band, waar iedereen volledig zichzelf kon zijn. Je kan individueel horen wie in de secties meespeelt en toch klinkt het als een geheel. Hij is ook een groot orkestrator, arrangement en compositie zijn "zijn" ding, maar laten we hier zeker Billy Strayhorn (assistent van Billy Strayhorn en (co)-auteur van heel wat stukken uit het Ellington repertoire, KVM) niet vergeten ...

Ook filmmuziek lijkt prominent aanwezig te zijn, al is het "obligate" James Bond-thema er deze keer niet bij. Zijn verwijzingen naar dit soort muziek bewust gemaakt?

Als er al verwijzingen in zitten, dan kan ik daar zelf nu niet zo op komen. Maar ik hoor vaker dat mijn muziek filmisch is, dit komt omdat zij misschien associatief werkt. In elk geval is het wel zo dat ik zelf bij het maken veelal zelf nogal beeldrijke associaties maak en blijkbaar slaat dit wel over. De associaties hoeven overigens voor iedereen niet dezelfde te zijn. Per nummer kies ik evenwel voor een bepaalde sfeer. Dit kan er een van onrust zijn ('Clusterthing'), het kan ook bijna vertellend zijn ('Without') of een serene lucht ('Lie to Me'). Wel zie ik er op toe dat de muziek niet iets gaat uitbeelden of illustratief wordt, zij moet autonoom blijven.

Opvallend op 'Psychoscout' zijn enkele uiterst fragiele stukken, waarvan vooral 'Lie to Me' van een opvallende eenvoud getuigt in vergelijking met het "oudere" repertoire van FES.

Dat is een kwestie van vertrouwen en is stilaan zo gegroeid. Nu hebben we nummers waar we het muisstil mee kunnen maken in de zaal. Bij de laatste concerten hebben we dit nog ten top gedreven, bij momenten gebeurde er bijna niets. Dan kom je in een gedroomde situatie, waarbij wat volgt hoe dan ook een fijn contrast zal vormen. Het maakt in elk geval de dynamiek van een concert veel groter. Beetje bij beetje merkten we dat die dynamiek alles spannender maakt en stilaan is het vertrouwen in die "stilte" er spontaan in gekomen.

De band heeft een paar significante personeelswissels ondergaan sinds de 'The Armstrong Mutations'. Zo verscheen saxofonist Bruno Vansina ten tonele en verdween gitarist David Bové (Think of One). Heeft dit voor jou een invloed gehad op je componeerstijl?

Niet echt, alleen gaat het anders klinken, omdat iedereen zichzelf mee brengt in de muziek. FES werkt met muzikanten, niet met instrumenten of instrumentisten. Daardoor kan het geluid redelijk verschillend worden, het FESisme blijft zondermeer overeind.

Ook op 'Psychoscout' roep je weer de hulp in van Pierre Vervloesem als opnameleider. Waarom kies je steevast voor een (weliswaar bekende) externe producer?

Het is sowieso een goede zaak om een "oreille exterieure" in de productie te hebben en Pierre is zowat de beste die ik ken. Zonder daar veel woorden aan vuil te maken weten zowel hij als ik waar we naar toe willen. Samen met David Minjauw zorgt hij ervoor dat wij ons kunnen amuseren met het spelen van de stukken, de rest is een kwestie van vertrouwen. We hebben er van geprofiteerd om eens te leren opnemen op de ouderwetse manier, onder andere met een minimum aan micro's en met beperkte mixmogelijkheden achteraf als gevolg. Er zijn nog nauwelijks geluidsmensen in het land die dit aandurven, omdat de mix al start in de opnamefase. Vanaf nu gaan we daar verder op doorgaan en dit kan alleen als er iemand als Vervloesem in de controleruimte zit, want zelf zit ik aan de andere kant van het studioraam, in het orkest.

'The Armstrong Mutations' verscheen op Zonk, terwijl 'Psychoscout' een samenwerking geworden is met Crammed.

Zonk bestaat voor het geval we geen label vinden om de cd uit te brengen; in dat geval moeten we aparte distributiedeals gaan vinden. Maar tot onze blijdschap (en ook enige verwondering, want het is niet evident dat een label voor dergelijke muziek gaat) was Crammed Discs bereid mee het bad in te duiken. Een heleboel taken vallen dan van onze schouders af. Bovendien is Crammed een label met visie en een warm hart, werkt het internationaal goed en is het blijkbaar niet bang van een min of meer berekend risico. En later zien we dan wel, is de afspraak.

In 2004 verscheen 'Isms', een FES-compilatie op Ipecac, het label van Mike Patton (Faith no More, Fantômas, John Zorn). Hebben jullie inspraak gehad in de samenstelling van de cd en zie je nu resultaten van die extra exposure?

Ik heb Patton gevraagd om met de bestaande opnames een beetje een eigen album te maken en dat is het geworden: niet een bloemlezing, of een twaalftal nummers al dan niet in volgorde. Hij heeft duidelijke keuzes gemaakt en er als het ware een soundtrack mee opgebouwd, met fragmenten uit Minoes (een film van Vincent Bal waarvoor Peter Vermeersch de soundtrack schreef, KVM) als een soort van refrein. Deze cd heeft goed verkocht en een nieuw publiek aangesproken, maar dit was al aan de gang tijdens onze Europese zwerftocht als voorprogramma van Fantômas. Er gaan sedertdien eindelijk wat meer deuren open, en ik vermoed dat die 'Isms' daar wel een rol heeft gespeeld.

Na Jazz Middelheim in 2003 staan jullie later dit jaar op North Sea Jazz, het Vancouver International Jazz Festival en in Japan. Ervaren jullie dit als speciale momenten of als gewone concerten?

Wij zijn het slag muzikanten voor wie nauwelijks gewone concerten bestaan. Spelen in een kroeg voor 50 mensen, of op een festival voor 4000, het zou altijd even opwindend moeten zijn. Het hangt er van af wat je er zelf mee gaat doen. Een concert is altijd een evenement en het is wel grappig dat nummers die je thuis uit het niets bedenkt plots een vliegtuigticket blijken te bevatten. Nu gaat daar ook wel veel praktisch werk aan vooraf en zonder het engagement van de hele groep zouden we dit niet hebben kunnen doen, en dat is wat me gerust stelt: we worden gevraagd enkel en alleen omwille van de muziek, want hip zijn we niet. En het is natuurlijk fantastisch om in Canada of Japan een jetlag op te doen, maar eens je op het podium bent, en het licht uitgaat en het publiek er klaar voor is, dan heb je alleen nog die paar nummers die je thuis hebt ineengedraaid en gerepeteerd waar je moet op vertrouwen en zo hoort het. En dan drinken we met plezier een glas sake, of eten we een pannenkoek met maplesyrup.

Meer over Peter Vermeersch (FES – Flat Earth Society)


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.