Na de openingsavond op vrijdag, waarvoor het conservatorium van Luik carte blanche kreeg, was de zaterdag van Images Sonores voor cellist Arne Deforce die als gewezen artistiek directeur van het organiserende Centre Henri Pousseur minstens gedeeltelijk een thuiswedstrijd speelde.

Wie in België hedendaagse cellomuziek zegt, hoeft niet per definitie Arne Deforce te zeggen, maar de kans dat de link gelegd wordt, is groot. Als gewezen muzikant van ensembles als Ictus en Champ d’Action is hij al jaren een vaste waarde in de vaderlandse en internationale moderne muziek. Bovendien is hij vertrouwd met elektronische en elektro-akoestische contexten, wat hem voor de organisatoren van Images Sonores helemaal tot een safe bet maakt. Gelukkig was Deforce niet naar Luik gekomen om zelf op veilig te spelen. Alleen al het programma bekijken volstond om de inzet van Deforces optreden te voelen, met werken van de Raphaël Cendo en Richard Barrett, twee componisten die er een handje van weg hebben om de uitvoerders serieus aan het werk te zetten.

Arne Deforce (foto: Marleen Devos)
Arne Deforce (foto: Marleen Devos)
Dat dat “werk” best fysiek genomen mocht worden, was meteen hoorbaar in Cendo’s ‘Foris’. In de partituur van dit werk is het vruchteloos zoeken naar klassieke nootaanduidingen. De hele cellopartij bestaat uit ritmische figuren die in heel specifieke geluiden uitgevoerd moeten worden: geen klassieke tonen, maar speciale effecten die de cello doen kraken, grommen, kreunen, ratelen en reutelen. De wereld van de “klassieke” muziek is hier ver weg. De cello wordt louter als abstracte noise generator gebruikt.

Dit effect wordt nog vergroot door de elektronica die (met een pedaal aangestuurd door de cellist zelf) live op het geluid van de cello ingrijpt en het resultaat naar het publiek jaagt via rondom opgestelde speakers. Zo belandde het publiek gedurende een klein kwartier in een bad van geluid dat naar goede Cendo-gewoonte evenzeer te horen als te voelen was.

Niet vies van een stevig volume en een in your face geluid zette Cendo Deforce, aan wie hij het werk opdroeg, meteen stevig aan het werk. Hyperbeweeglijk belandde de cellist meteen op een razende achtbaan die minutenlang doorraasde en het publiek meesleurde van links naar recht en van boven naar onder. Als er even teruggeschakeld werd, leek het alsof de cello ondergronds ging. Niet om voorzichtig weg te deemsteren, maar om later (en bij voorkeur onverwacht) terug met volle kracht door de aardkorst te breken.

De titel ‘Foris’ verwijst naar de Latijnse wortels van forêt, maar eerder in de betekenis van een plaats buiten de beschaving dan louter als woud. Als ‘Foris’ natuurtaferelen opriep, dan was het eerder een prehistorische beschaving van vernietigende vulkaanuitbarstingen en op leven en dood vechtende dinosauriërs waarbij onverbiddelijk het recht van de sterkste gold.

Raphaël Cendo
Raphaël Cendo
Cendo zou echter Cendo niet zijn, als de schriftuur van zijn muziek niet meer was dan het louter zoeken naar indruk en impact. Opvallend in de machtsontplooiing (en de beheersing ervan die hij aan de dag legt) bleek de inwendige consistentie van het muzikale materiaal. De grote dynamische contrasten, onorthodoxe speeltechnieken (hem in het compositieproces aangereikt door Deforce zelf), onverwachte uithalen en de technologische bewerking van het geluid leken opvallend bij te dragen tot een consequent verloop waarin de luisteraar moeiteloos meekon. Hierdoor klonk ‘Foris’ in alle extremiteit als een muziekwerk en niet als een sonore freakshow, zoals de soms forse volumes ook meer werden dan krachtpatserij. Iets waar Cendo ondertussen een patent op lijkt te hebben.

Cendo’s voorkeur voor het luide kan mogelijk verklaard worden door zijn achtergrond in de hardcore rapcultuur. Ook zijn wat oudere Britse collega Richard Barrett heeft zijn ervaringen buiten de “klassieke” muziek. Zo vormt hij samen met zijn collega Paul Obermayer het live electronics-duo FURT en hebben de twee ook een vaste stek in Evan Parkers Electro-Acoustic Ensemble. Die elektronische achtergrond kwam -hoe kan het ook anders op Images Sonores- sterk naar voor in zijn ‘Life-Form’ dat in een nieuwe, recentelijk aangepaste versie te horen was. Opnieuw geraakten cello en elektronica verstrengeld, alleen werden de rollen nu omgedraaid. Waar bij Cendo de elektronica de klank van de cello manipuleerde, was het bij ‘Life-Form’ de klank van de cello die de techniek beïnvloedde.

‘Life-Form’ is een compositie als het organische leven, niet als een beschrijving van deze of gene levensvorm, maar een werk dat een muzikaal equivalent laat horen van verschillende fases die een levend organisme kan doormaken. Door deze keuze voor evolutie en transformatie werd het tiendelige ‘Life-Form’ een naar Barrett-normen opvallend gemakkelijk te volgen compositie. Zonder veel moeite konden de luisteraars het duidelijk herkenbare materiaal dat bestond uit een of enkele muzikale ideeën per onderdeel van de compositie, volgen, herkennen en voelen transformeren.

Richard Barrett (foto: Luis Neuenhofer)
Richard Barrett (foto: Luis Neuenhofer)
Het ging Barrett dus duidelijk niet om “moeilijk doen”, al bleek dat niet op te gaan voor de cellopartij van Deforce. Waar Cendo vooral inzette op directe impact, zat ‘Life-Form’ vol details en fijngevoeligheden: van de minimale toonverschillen in het tweede deel (die bovendien steeds nuances in de kleur van de cello lieten horen) tot de delicate prepared celloklank (waarbij kleine metalen objecten tussen de snaren aangebracht werden) die het geluid van de strijker in de richting van een dof-springerige berimbau dreef. De snelheid van bepaalde passages en de precisie waarmee die van Deforce geëist werden bleken al even veeleisend.

Voor het publiek ging het echter allemaal veel vlotter, niet in het minst omwille van de variatie die in de compositie ingebakken zat. Zo kreeg het openingsdeel een uitgesproken dramatische sfeer mee die het publiek meteen in het werk trok. Die geladenheid keerde in de daaropvolgende delen niet meer terug, maar maakte plaats voor heel andere sferen, van speelse passages tot stukken waarin spacy elektronica het geluid vol pompte. In deze soms op het randje van de overdaad balancerende stukken, leek de muziek echter ook wat focus te verliezen. Het waren immers uitgerekend deze delen die al eens te lang leken te duren zonder dat er dramatisch nog veel te beleven viel.

Dat probleem werd helemaal opgelost in de laatste delen van de compositie. In eerste instantie werd de muziek beperkt tot steeds herhaalde en vaak stevig aangezette drone-klanken van de cello. Die werden geleidelijk aan meer en meer versterkt door de parallel klinkende elektronica. Hier werd de dubbele rol van Deforce extra duidelijk. Hij bleek niet alleen de solist, maar eveneens de “dirigent” van het elektronisch orkest (dat overigens, net als bij het werk van Cendo in surround te horen was). In het slotdeel werd dit nog meer uitgesproken. De constant muterende toonladderfiguren van de cello werden door de elektronica van een schaduw voorzien die zo precies mee bewoog dat de controlerende rol van de cellist overduidelijk werd. Met een glissando die abrupt werd afgebroken zorgde die ook meteen voor het einde van ‘Life-Form’, alsof de levensdraad van het stuk op het goed vallen uit werd doorgeknipt, het publiek compleet verrast achterlatend.

Hobbyisten voor wie het einde wat te bruusk was, kunnen thuis zelf aan de slag met het elektronische materiaal van de compositie. De elektronische soundfiles van ‘Life-Form’ zijn immers gratis te downloaden op de website van Barrett. (Don’t) try this at home?

Meer over Images Sonores 2012 - Arne Deforce


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.