Het seizoen 2009-2010 was een bijzonder druk jaar voor de reeks Jazz & Beyond in Vooruit. Programmator Wim Wabbes kondigde dan ook aan dat het dit seizoen wat rustiger zou zijn. Die belofte blijkt hij alvast niet helemaal te houden, want op 25 en 26 november vond de eerste editie plaats van Jazz & Beyond Deluxe: een tweedaags minifestival dat opende met een nieuw project van Mâäk’s (een zijstapje van Mâäk’s Spirit) en de verse jazzhype: het Neil Cowley Trio.

Samenwerken zit de muzikanten van Mâäk’s Spirit in het bloed. Of het nu gaat om Zuid-Afrikaanse dichters, gnawamuzikanten of een de Nederlandse pianist Misha Mengelberg, steeds weet de groep de eigenheid van de gast(en) te respecteren en het eigen verhaal te bewaren . De nieuwste vrucht van zo’n ontmoeting is Kojo, waarbij de blazers van het collectief (hier saxofonisten Guillaume Orti en Jeroen Van Herzeele, koperblazer Michel Massot en trompettist Laurent Blondiau) te horen zijn in interactie met de percussionisten van het Albert Anango Ensemble. De wortels voor deze samenwerking liggen in 2009, toen twee muzikanten van Mâäk’s een trip ondernamen naar Benin. Het project werd verder uitgewerkt tijdens een gelijkaardige reis, maar nu met de vier blazers. Van deze tocht werd een filmreportage gemaakt die het publiek te zien kreeg voor het optreden.  

Wie met een dergelijk concept komt aandraven ontsnapt natuurlijk niet aan een vergelijking met het werk van Aka Moon. Het zal weinigen verbaasd hebben dat het geheel bij Mâäk’s minder lenig en strak klonk dan bij haar driekoppige tegenhanger. Blondiau en zijn collega’s nemen het immers graag wat vrijer, wat niet betekende dat het muzikale resultaat goedkoop werd. De set in Vooruit werd geen gemakkelijke jam, maar liet volwaardige composities en arrangementen horen. Riffs en melodieën werden door de blazers gestapeld en verwerkt. Het publiek werd begeleid bij het volgen van de ontwikkelingen: muzikanten die een gelijk motief speelden gingen samen staan, zodat de architectuur van de muziek zichtbaar werd op de scene. Bijzonder leuk daarbij was het in perfect gelijke tred rondstappen van Massot en Orti, waarbij de twee de baslijn in verschillende gedaanten speelden: nu eens in lange notenwaarden, dan weer in verdichting, maar steeds perfect afgelijnd.

Michel Massot (foto: Guy Van de Poel)
Michel Massot (foto: Guy Van de Poel)
Gedurende de hele set was duidelijk dat Massot de ruggengraat van de groep was. Hij liet trombone en euphonium doorgaans aan de kant ten voordele van de stevig uit de kluiten gewassen sousafoon, een instrument dat hij opvallend goed beheerste. Met een stevige toon, multiphonics (door tegelijkertijd te zingen en te spelen klonk hij in zijn eentje meerstemmig) en andere speciale technieken legde hij een stevige basis waarop de andere blazers hun riffs, melodieën en solo’s en de Afrikaanse percussionisten hun gelaagde grooves konden plaatsen.

Deze ritmische complexiteit van verschillende, simultaan draaiende slagwerkpartijen gaf de groep extra diepgang. De passages waarin de polyfonie maximaal opgeschroefd werd, vormden de hoogtepunten van de set. Wanneer de polyritmische grooves van het slagwerk het gezelschap kregen van drie verschillende lagen blazers en afgetopt werden door de unisono groepszang van de slagwerkers kreeg het geluid kolkende dimensies die eindeloos hadden kunnen (en mogen) doorgaan. In vergelijking hiermee vielen de dansbijdrages van de Afrikaanse muzikanten heel bleek uit, waardoor ze eerder een verplicht streepje couleur locale werden, dan dat ze een meerwaarde leverden.

Muzikaal bleef het project Kojo echter overeind, al was het jammer dat de vrije improvisatie niet meer kansen kreeg. Toen Orti, Blonidau, Van Herzeele en Massot even als free kwartet te horen waren, zorgde dat voor een geweldige verrijking van het geluid. Het zou boeiend geweest zijn om te horen hoe de Afrikaanse percussionisten gereageerd zouden hebben op meer van deze onvoorziene input.

Na het optreden van Mâäk’s Spirit en het Albert Anango Ensemble nam de muziek in Vooruit een stevige bocht en stond het Neil Cowley Trio op het podium. Niet dat een concertavond noodzakelijkerwijs thematisch opgevat moet worden, maar het verband tussen beide ensembles zou een mooie prijsvraag opgeleverd hebben. Bovendien ook een goedkope, want de kans op een goed antwoord zou goed als nihil zijn.

Het trio van de Britse pianist Neil Cowley is goed op weg om een van de nieuwe jazzhypes te worden met een welbespraakte frontman, goedlachse muzikanten, catchy songs die vlot en licht lopen, scherp en strak gespeeld worden, maar bovenal: een creatieve promojongen. Neil Cowley wordt immers verkocht onder het etiket “jazz voor Radiohead-fans”, waarschijnlijk omdat die band nu eenmaal nog net iets meer “alternatieve” geloofwaardigheid heeft dan pakweg Muse of Coldplay. Nochtans sluit de open en toegankelijke muziek even goed aan bij die van andere (Britse) pop-rockgroepen of bij die van populaire jazzacts als The Bad Plus en wijlen EST. De klare en brede harmonieën, de stevige drive en de ritmisch-metrische hoeken, kanten en haarspeldbochten liggen helemaal in de lijn van wat doorgaans als fris en modern bestempeld wordt.

Neil Cowley Trio (foto: Guy Van de Poel)
Neil Cowley Trio (foto: Guy Van de Poel)
In Vooruit brachten Cowley, drummer Evan Jenkins en bassist Richard Sadler nummers uit hun nieuwe album ‘Radio Silence’ en voorganger ‘Loud Louder Stop’: nu eens funky (‘Gerald’), dan weer romantisch, of vol vreemde kronkels en maatveranderingen (‘Hug the Greyhound’ of het op verzoek van een fan gespeelde ‘We Are Here to Make Plastic’).

Onderhoudend was het allemaal zondermeer, maar ondanks de scherpe randjes bleven echte verrassingen uit en het valt sterk te betwijfelen of de groep bij een tweede confrontatie nog even fris overkomt. Daarvoor overheersten de composities te veel op de improvisaties en lag de sturende kracht (ondanks het hechte triospel) te exclusief bij Cowley. De borrelende arpeggio’s, hamerende akkoorden en hoekige wendingen verrieden zich na enige tijd als vaste ingrediënten, waardoor ze niet alleen vertrouwd, maar ook voorspelbaar werden. Bovendien lag het opbouwen van de intensiteit van de nummers meer dan eens in het obsessief herhalen van materiaal, een trucje dat anno 2010 nog wel eens kan werken, maar ook al veel van haar spankracht verloren heeft.

Dat Cowley met deze muziek hoge toppen scheert in de naar een hype jagende pers en dat die hem promoot naar een breed publiek ligt voor de hand en is op zich geen slechte zaak. Het is alleen te hopen dat Cowley niet in de val trapt om het aaibare concept nog enkele platen en tournees uit te melken. En dat (nieuwe) fans niet vergeten dat de Britse jazz al meer en straffer heeft voortgebracht. 

 

Meer over Jazz & Beyond Deluxe – Mâäk’s & Albert Anango Ensemble, Neil Cowley Trio


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.