Als de Wiener Philharmoniker naar België komt, is dat groot nieuws. Het orkest heeft met zijn rijke traditie en superieur klankbeeld dan ook een quasi mythische status. Een meer geschikt medium voor Bruckners achtste symfonie is nauwelijks denkbaar. Hoewel aan de buitenkant kosmisch van proportie, kwam het innerlijke leven van de partituur onder de leiding van Zubin Mehta te weinig tot uiting.

Zubin Mehta (foto: Victor Cucar)
Zubin Mehta (foto: Victor Cucar)
Bozar heeft met zijn cyclus wereldorkesten het beste te bieden van wat er aan orkestmuziek in België te horen is. Soms voegt de European Gala aan het al indrukwekkende lijstje nog een naam toe om van te watertanden. Zo'n naam is de Wiener Philharmoniker dat op 11 maart in Brussel te gast was. Hoewel enkel de achtste symfonie van Bruckner geprogrammeerd stond, opende het concert ter nagedachtenis aan de slachtoffers van Fukushima met een deel uit 'Kuolema', "de dood", van Jean Sibelius. Oorspronkelijk toneelmuziek, destilleerde Sibelius er later zijn 'Valse triste' uit, en dus ook 'Scene with Cranes', welke hier door Zubin Mehta met gepaste zwaarmoedigheid werd gebracht en zonder applaus overging in de Brucknersymfonie.

Zubin Mehta heeft al een lange geschiedenis met de Wiener Philharmoniker. Die begint bij zijn studiejaren in Wenen, samen met onder andere Claudio Abbado, bij de bekende pedagoog Hans Swarowski. Dat hij in zijn carrière verschillende keren als gastdirigent voor de Wiener optrad, ook met Bruckner, spreekt uit zijn discografie. Onder andere het nieuwjaarsconcert dirigeerde hij drie keer in de jaren '90. Mehta schuwde overigens nooit de meer populaire muziek. Ook exemplarisch hiervoor is het project met "de drie tenoren". In tegenstelling tot veel generatiegenoten, zoals Daniel Barenboim, is Zubin Mehta geen dirigent van de grote cycli. Hij voelt blijkbaar niet de noodzaak een componist integraal op te nemen en zijn stempel hiermee te drukken. Ook van Bruckner zijn zijn opnames eerder sporadisch. Met diens achtste symfonie prijkt hij wel op de meest recente RCO Anthology, alsook op de Decca 6 cd-box die in 2006 verscheen als eerbetoon voor Mehta's 70e verjaardag.

Wiener Philharmoniker (foto: Richard Schuster)
Wiener Philharmoniker (foto: Richard Schuster)
Bruckners achtste symfonie behoort, samen met zijn zevende en onvoltooide negende, tot zijn best werk. Dat de Oostenrijkse componist na een moeizame compositiestart op het einde van zijn leven toch absolute erkenning kreeg, was onder meer aan deze symfonie te danken. Ze vormt met zijn geëxalteerde thema's, soms catastrofale uitbarstingen, maar ook zijn mystieke quasi stilstaande delen een greep naar het transcendente. De proportie is kosmisch, maar binnen het schijnbaar ondoordringbare graniet ligt een wereld van zuivere schoonheid. De Wiener Philharmoniker is een orkest dat zijn volheid van toon maximaal kan uitspelen in de tutti passages, maar dat ook met zijn veelbesproken en rijkgeschakeerde hout of met de warme noblesse van zijn kopers het subtiele en kamermuziekachtige in deze symfonische wereld kan uitdrukken. Magische tremoli en fluwelen strijkers bepalen de sfeer waarboven de meest lyrische en langgerekte soli zich kunnen ontvouwen.

Toch was er geen memorabele uitvoering van de achtste symfonie te horen in Bozar. De Wiener Philharmoniker toonde een arbeidsethos om van omver te vallen en, behalve een wat mindere eerste hobo en bijna onvermijdelijk struikelende hoorns, op de kwaliteit van zijn solisten viel nauwelijks iets aan te merken. De grote solo voor wagnertuba in het derde deel was zelfs ronduit magnifiek. Het orkest is ook zo getraind dat het wat ontbrak in de vertolking, vakkundig kon wegsteken. De schijnbaar moeilijke communicatie met Zubin Mehta, die zich in zijn stijl vooral breed uitdrukte, gaf toch aanleiding tot wat schoonheidsfoutjes in het samenspel. Maar bovenal was het toch de ziel en grote spanning die ontbrak, met een te kleurloze resultante. De diepe gloed van het innerlijke leven van dit werk, zoals het in de opnames van Gunter Wand of in de recente achtste van Pierre Boulez te horen is, ontbrak hier jammerlijk.

Mehta en de Wiener spelen dit programma zeven keer op korte tijd. Brussel was de tweede stop, tussen Wenen en Parijs. Misschien moeten dirigent en orkest nog naar elkaar toegroeien, of misschien had Mehta een adempauze nodig tussen twee belangrijker steden? Het is jammer dat het zo'n uitzonderlijk gebeuren is een orkest als de Wiener Philharmoniker in ons land te horen. Dan zijn de verwachtingen enorm hoog gespannen. Het orkest loste die zonder meer in, helaas zonder het overstijgende surplus van een inspirerend muzikaal gebeuren.

Meer over Wiener Philharmoniker, Zubin Mehta


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.