Voor zijn eerste opname bij Deutsche Grammophon koos de Russische violist Vadim Repin het vioolconcerto van Beethoven, een monument in het vioolrepertoire en een werk dat hij al sinds zijn jeugd uitvoert. Hij wachtte, naar eigen zeggen, echter totdat hij de juiste omstandigheden en uitvoerders (dat zijn hier de Wiener Philharmoniker en dirigent Riccardo Muti) vond, om het werk op plaat te zetten. Als tweede werk werd voor Beethovens negende vioolsonate gekozen.

Beethovens vioolconcerto werd doorheen de negentiende eeuw lange tijd verwaarloosd, in een tijd waarin vioolvirtuozen bijna uitsluitend met eigen werk optraden. Het karakter van het werk, zowel orkestraal als solistisch opgezet en erg delicaat voor de solist maakte dat het tijdens en net na Beethovens leven zelden werd uitgevoerd. Het was de virtuoos Joseph Joachim die het werk 'herontdekte' en sindsdien is het niet meer weg te denken uit het standaardrepertoire.

De Kreutzer sonata, Beethovens negende vioolsonate, werd genoemd naar vioolvirtuoos Rudolphe Kreutzer, die het werk echter onspeelbaar achtte. En qua lengte en toon is het inderdaad een atypisch werk, erg verschillend van de meer ontspannende sonates die Beethoven voordien had geschreven.

Doorheen het concerto overheerst een erg lyrische toon, niet enkel in het trage deel maar ook in de hoekdelen. Repin speelt slank en transparant, met duidelijke fraseringen maar zonder zich overdreven romantisch uit te drukken. Het middendeel klinkt jeugdig en helder terwijl in de finale een frisse, speelse manier van spelen overheerst. Toch blijft dit concerto erg zangerig gedacht, zeker in de mineurpassages, die bij Repin van veel zin voor melodie getuigen. Ook het orkest klinkt doorzichtig en doet hoorbaar moeite om een goede balans te vinden en de solist waar nodig door te laten.

Waar het vioolconcerto lyrisch en overzichtelijk gehouden wordt, klinkt de Kreutzer sonate eerder stormachtig en impulsief maar met een strak in de hand gehouden tempo. Het eerste deel, met zijn snelle versieringsnootjes en voorslagen, krijgt iets van stereotype 'Turkse' muziek, zoals die in de late achttiende eeuw in Europa in zwang was. Repin laat zijn viool echter nergens hard klinken en noch hij, noch Martha Argerich die hem begeleidt zoeken extremen qua dynamiek of articulatie op. Ook het tweede deel, een soort van langzaam 'middendeel en scherzo in elkaar geschoven' bezit een onvoorspelbaar, cappricieus karakter.

Deze plaat is een warme aanrader voor wie Repin in deze twee werken van Beethoven aan het werk wil horen. De uitvoeringen van sonate en concerto zijn erg verschillend in karakter maar getuigen allebei heel overtuigend van het talent en de kunde van hun uitvoerders.

Meer over Ludwig van Beethoven


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.