Een verzameling vroeg negentiende-eeuwse ouvertures, afkomstig uit opera's of toneelmuziek, gebracht door de Wiener Philharmoniker en dirigent Christian Thieleman. De verscheidene werken delen dus nogal wat stijlkenmerken, of het nu om Mendelssohn (Ein Sommernachtstraum, Die Hebriden), Weber (Euryanthe, Oberon) of vroege Wagner (Rienzi) gaat. Verder vindt de luisteraar hier ook nog twee componisten terug die ondertussen wat in de vergetelheid zijn geraakt: Otto Nikolai en Heinrich Marschner.
Het absolute hoogtepunt, muzikaal dan, van de cd is zonder twijfel de mooie 'Hebriden' ouverture van Mendelssohn, het enige werk dat niet geschreven als inleiding tot een specifiek toneel- of operawerk. Mendelssohn pende de muziek neer na een bezoek aan Schotland en het werk ademt een melancholische, dramatische sfeer uit die in weinig andere werken van de componist terug te vinden zijn. De Wiener Philharmoniker speelt met een enerzijds krachtige, geconcentreerde klank in koperblazers en een anderzijds zacht geluid in strijkers en houtblazers: soms breed maar vaak nagelbijtend stil, zoals aan het feeërieke begin van die andere ouverture van Mendelssohn, die tot 'Ein Sommernachtstraum'. Met vier uiterst zachte akkoorden in de houtblazers wordt de luisteraar binnengeleid in de fantastische wereld van Shakespeare's toneelstuk, van dwergen, geesten en elven. Qua structuur komen deze ouvertures vaak overeen: een trage inleiding wordt gevolgd door een sneller deel, dat vaak een komisch element herbergt, zoals bij Nikolai's komische opera 'Die Lustige Weiber von Windsor'. De muziek is vaak eenvoudig en beeldend, waarbij gebruik wordt gemaakt van thema's die later nog in het volledige werk terugkeren. Zo is Webers 'Oberon' ouverture gebaseerd op een motiefje in de hoorn, een instrument dat in de opera een belangrijk deel uitmaakt. En de ouverture tot 'Euryanthe' speelt dan weer met het contrast, dat in het verhaal ook terug te vinden is, tussen de mensenwereld – een snel, levendig thema – en die van geesten en goden, voorgesteld door een ijlere, zachtere melodie.
De Wiener Philharmoniker speelt met een erg specifieke klank en blijft natuurlijk een van 's werelds beste orkesten, dus op het muzikale aspect van de cd valt weinig aan te merken. Thieleman haalt op het gebied van dynamiek het uiterste uit zijn orkest, waarbij vooral extreem stille, etherische passages opvallen. Het enige minpuntje van de cd ligt in haar opzet zelf: een ouverture heeft als bedoeling een concert te openen. Het bestaat uit een inleiding en dan een snel deel dat naar een grote climax toewerkt, waarna in werkelijkheid het doek open gaat. Hier echter volgt op het doorgaans indrukwekkende slot van één ouverture meteen weer een ander, gelijkaardig werk. En alhoewel Mendelssohns 'Hebriden' een beklijvend muziekstuk is, hebben Marschners, Nikolai's of zelfs Webers ouvertures vaak een nogal hoog, noem het maar, 'nieuwjaarsconcert' gehalte. Maar dat neemt niet weg dat deze cd een erg opgewekte, gemakkelijk te beluisteren en goed gespeelde plaat is.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.