Wie komt voor smeuïge verhaaltjes en dramatische gebeurtenissen moet niet aankloppen bij Jean Sibelius (1865-1957). Zoals zijn muziek niet gebukt gaat onder grootse pathetiek, zo stond zijn leven niet bol van de intriges, vetes met collega's of grote tegenslagen. Sibelius leefde grotendeels op het Finse platte land en kon zich, dankzij een staatssalaris, toeleggen op het componeren. Veel werken van Sibelius zijn Fins-nationaal van karakter, zoals het bekende 'Finlandia', maar de kwaliteit de emotionele geladenheid maken hem tot veel meer dan een lokale held.
Hoewel hij erg kritisch stond tegenover zijn eigen werk, was hij zich tegelijkertijd bewust van de waarde ervan. Tijdens het werken aan zijn zesde symfonie schreef hij in zijn dagboek dat hij vond dat iedereen in zijn tijd alleen maar naar het verleden keek. "Ik ben even goed als die componisten waren. Mijn orkestratie en mijn thema's zijn beter dan die van Beethoven, maar hij is geboren in een land van wijn en ik in één waar alles om piimä (gestremde melk) draait."
De figuur van Sibelius past dus niet zomaar in één of ander stereotype en dat laat zich horen in zijn muziek. Meer dan eens past zijn muziek niet in klassieke vormschema's en is ze niet zomaar op één of andere stroming vast te pinnen. Bij een eerste confrontatie kan Sibelius' muziek soms ook wat ongewoon overkomen, maar even snel laat die een bijzonder rijke muzikale inhoud horen: origineel, onverwacht en toch toegankelijk.

Over de audio

Sibelius begon aan zijn zesde symfonie in de jaren 1914-1945, toen hij nog volop aan het werken was aan zijn vijfde. De definitieve versie kwam er in 1923. Sibelius mag dan geen "finale" componist zijn als Mahler, in het slotdeel van zijn zesde symfonie laat hij horen hoe meesterlijk hij vorm en (bescheiden) orkestratie kan aanwenden om het werk naar een climax te voeren. Niet allesverpletterend als bij Mahler, maar daarom niet minder pakkend.
Het slotdeel van de zesde symfonie valt uiteen in vier onderdelen. Het begin klinkt heel idyllisch, maar plots maakt het een bocht: eerst wat guitig, maar al snel blijkt dat de onschuld niet bewaard kan blijven en begint Sibelius de dramatiek op te voeren. Wanneer hij terugkeert naar de hoofdmelodie is die niet meer zo schilderend als daarvoor, alsof de voorgaande ontwikkeling haar sporen erin heeft nagelaten. Ook het slotkoraal, normaalgezien een bezonken muzikale beschouwing, is zwanger van de spanning van ervoor.
Opvallend in de opbouw van het slot van de zesde symfonie is dat het gedomineerd wordt door één centraal ritme. Eerst is het verantwoordelijk voor de rustige sfeer, maar later, in kortere noten, klinkt het bijzonder nerveus en zelfs obsessief. Een derde gedaante bevindt zich tussen de twee voorgaande in, waardoor de luisteraar kan gaan twijfelen: hoort hij een "snellere" versie van het eerste thema of een "tragere" van het nerveuze?

Meer over Jean Sibelius


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.