David Linx en het Brussels Jazz Orchestra hebben hun strepen (ook) verdiend buiten de Belgische landsgrenzen: de zanger is een ster in Frankrijk en het orkest jaagt Amerikaanse tegenhangers de stuipen op het lijf. 'Changing Faces' is het resultaat van de samenwerking tussen deze nationale jazzambassadeurs en een stoet (inter)nationale componisten en arrangeurs.

Hoe vocaal het begin van de blues- en jazztraditie ook geweest mag zijn, anno 2007 ligt de inbreng van (zeker mannelijke) stemmen soms moeilijk. Dat is voor David Linx niet anders. Zijn vocale beheersing en het vermijden van extreme registers of emoties maakt hem niet meteen tot een gemakkelijk te verkopen product. Dit wordt echter gecompenseerd door een muzikale integriteit waarbij hij zijn stem maximaal ten dienste stelt van de song. Door zijn sobere kleur kan hij heel uiteenlopende nummers aan en weet hij die tegelijkertijd naar zijn hand te zetten. Wanneer hij dan toch even scattend uitpakt, doet hij dit zo virtuoos en exact dat het lijkt alsof iedereen zo zou kunnen meezingen. Met deze muzikale instelling sluit Linx perfect aan bij het BJO: het orkest kan spetteren als het moet, maar blinkt vooral uit in discipline, zowel qua intonatie, ritmische timing als samenspel.

Wie dergelijke kwaliteiten ziet samenkomen, kan vrezen voor een erg Amerikaanse sound: degelijk, routineus en bij momenten aardig spectaculair. Op 'Changing Faces' weten orkest en zanger deze valkuil veelal te omzeilen, niet in het minst door de arrangementen van Belgische makelij. Zo is opener 'Deep Night' meteen een parel van orkestratiekunst waarin arrangeur Lode Mertens (trombonist bij het BJO, maar op deze cd niet te horen) al het goede van de plaat samenbrengt. De individuele instrumentkleuren doen denken aan Ellington en gaan later over naar swing, een jazzwals en een verpletterende machtsontplooiing van het opstomende orkest. BJO-aanvoerder Frank Vaganée zoekt het voor zijn versie van 'A Day's Journey' nog verder en koppelt een scherpe, soundscape-achtige elektrische gitaar, zwanger van distortion en effecten aan een hoekige kopersectie die het metrum laat vervagen.

Hoewel David Linx in zijn muzikale keuzes doorgaans niet vies is van een poppy noot heeft hij ook een zwak voor songs waarvan de melodie begraven ligt in een rijke harmonie. Hierdoor nestelen zijn zanglijnen zich niet snel in het oor en worden ze soms wat onvoorspelbaar. Op 'Changing Faces' mag het echter af en toe ook wat vlotter. Zo klinkt 'Then We'll Be Home' melodisch heel wat eenvoudiger en wordt het met de stevige swing en het knallende arrangement met homogene orkestblokken het meest Amerikaanse nummer van de plaat. Echt catchy nummers zijn 'The Land of Joy' van Diederik Wissels en Linx' eigen 'Miziane'. In het eerste scat Linx virtuoos in unisono met de Fender Rhodes van Nathalie Loriers, wat van deze track een heerlijke uitsmijter voor concerten maakt. Op 'Miziane' is Linx in duet te horen met een meisjesachtige Maria João. Deze stemcombinatie en de musicalallures van het nummer doen onvrijwillig aan West Side Story denken zonder gemakkelijk te worden. Wat met Maria João wel lukt, werkt jammer genoeg niet in andere duetten. De combinatie van Linx' stem met andere vocalisten is problematisch, zeker wanneer deze nummers voorzien worden van een minder spannend arrangement. De tekstloze partij van de klassieke zangeres Nathalie Dessay kan 'Home, In The Spring' geen meerwaarde geven en Ivan Lins klinkt in 'Bilhete' zelfs klef.

'Changing Faces' is dus geen perfecte cd geworden en had met tachtig minuten (inclusief een downloadbare versie van Bert Joris' 'For the Time Being') gerust wat korter mogen zijn. Toch bevat de plaat genoeg sterke en zelfs onweerstaanbare momenten om eventuele bedenkingen tegenover jazzvocalen eens te herbekijken.

Meer over David Linx and the Brussels Jazz Orchestra


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.