En daar zijn The Whammies opnieuw. Nadat het sextet rond altsaxofonist Jorrit Dijkstra en pianist Pandelis Karayorgis eind 2012 een eerste plaat met Steve Lacy-composities afleverde, breit het daar een half jaar later al een vervolg aan met dit tweede volume. Was dat debuutalbum al een feestmaaltijd, dan wordt de luisteraar nu verwend met een brok onversneden haute cuisine.

 De muziek van Lacy doet het momenteel goed, misschien zelfs beter dan toen de in 2004 overleden sopraansaxofonist nog in leven was. Door de vele heruitgaven klinkt zijn naam altijd wel ergens luidop, terwijl tributeplaten als deze van The Whammies zijn nagelaten oeuvre aan nieuwe oren blootstellen en tegelijk up to date houden. Niet dat Dijkstra en Karayorgis per se nieuwe invalshoeken gebruiken om deze muziek te benaderen (een bijna kant-en-klare compositie als 'Art' behoeft dat ook niet) maar het blijft interessant om te horen hoe verschillend deze stukken kunnen worden ingekleurd.

Voor de uitvoering kunnen de twee aanvoerders rekenen op hetzelfde personeel: drummer Han Bennink en de Amerikanen Jeb Bishop (trombone), Nate McBride (bas) en Mary Oliver (viool). Desondanks opereren The Whammies niet overal als een sextet. In 'Saxovision' is zelfs alleen Dijkstra te horen, zij het in dialoog met zichzelf dankzij een overdub. Ook het plechtstatige 'Art' is een duet - in realtime deze keer - tussen Karayorgis en opnieuw Dijkstra, die hier beide een bijzondere fijngevoeligheid aan de dag leggen, zowel in de compacte unisono-passages als in het geïmproviseerde middendeel. Het kan dan wel eenvoudig lijken, maar de lichte toonbuigingen, de precisie en het fragiele pianissimo-spel (de altsax lijkt soms wel een fluit) zijn elementen die helemaal goed moeten zitten om dit stuk tot een goed einde te kunnen brengen.

De hele groep legt ook een meesterlijke beheersing aan de dag in de onstuimige stukken, die soms balanceren op het randje van grotesk ('The Oil'). Achterover leunen is er voor de muzikanten echter niet bij want Bennink houdt alles en iedereen bij de les, ook in de niet-ritmische context van 'Threads' waar zijn drumspel een koker vormt waar alle andere bijdragen worden doorgeperst. In de mars van 'Somebody Special' wordt de band dan weer opgejaagd via een crescendo, dat in zijn vorm en ontwikkeling doet denken aan het allegretto van Shostakovich' zevende symfonie.

The Whammies lijken er een traditie van te maken om hun platen af te sluiten met een stuk van Thelonious Monk. De vorige keer was dat 'Locomotive', maar nu gaat de groep helemaal loos in 'Shuffle Boil'. De openingsmaten zijn voor bassist McBride, gevolgd door het thema dat bijna uit elkaar wordt geroffeld door Bennink. Bishop en vooral Dijkstra schieten vervolgens alle richtingen uit terwijl Karayorgis voor een magistrale begeleiding en de afrondende solo zorgt. Als er prijzen zouden worden uitgedeeld voor aantoonbaar speelplezier dan zouden The Whammies met deze track de hoofdvogel afschieten. Met de plaat hebben ze alleszins al een hoge score te pakken. Was het binnenkort geen tijd voor die eindejaarslijstjes?

Meer over The Whammies


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.