Om de slaagkansen van een project niet op voorhand te verkleinen is het noodzakelijk om doorheen het proces ruimte te laten voor evaluatie en bijsturing. Zo werd Wheelhouse in 2005 opgericht als een ensemble dat eigen composities zou gaan spelen, een concept waar na acht jaar sleutelen en experimenteren niet veel van overblijft. Het trio bestaande uit saxofonist Dave Rempis, bassist Nate McBride en vibrafonist Jason Adasiewicz doet het tegenwoordig namelijk puur improviserend, zoals te horen op het weinig evidente ‘Boss of the Plains’.
Door al dat conceptueel geknutsel heeft het even geduurd vooraleer Wheelhouse naar buiten kwam met een eerste plaat, maar het resultaat staat als een huis. Al is het niet makkelijk referenties te vinden voor alles wat op deze plaat gebeurt. De eigenaardige textuur van hun groepsgeluid is te danken aan de weinig beproefde instrumentcombinatie. Tel daar een rauwe in your face-productie en een opdringerige manier van spelen bij op en het eindproduct is met niets meer te vergelijken. Wheelhouse zorgt bovendien niet voor een ontspannende luisterervaring. De schelle tonen van Rempis’ altsax (en in mindere mate ook de bariton) en de glazige vibrafoonslagen maken van ‘Boss of the Plains’ eerder een album dat wat doorzettingsvermogen vereist.
De verhalen die het trio vertelt zijn kort maar krachtig. Er wordt niet zozeer gekozen voor potige of energetische improvisatiemuziek, maar de ideeën die komen bovendrijven worden overtuigend en aan een behoorlijk tempo uitgewerkt zonder veel af te tasten. Die uitwerking gebeurt voornamelijk in de breedte, zoals in het benauwende ‘Song Hate’ waar het groepsgeluid via verschillende lang aangehouden tonen transformeert naar een demonstratie van klankkleuren, afgerond met smekende lijnen van Rempis. Ook in ‘Song A-Team’ geen stroom van nieuwe ingevingen, wel eenvoudige partijen die telkens met nieuwe lagen worden aangekleed tot er een stevige, minimalistische constructie rechtstaat.
Rempis, McBride en Adasiewicz kennen elkaar natuurlijk niet alleen van Wheelhouse, maar ook van talloze andere projecten ontsproten aan de jazzscene van Chicago. Om het met een understatement te zeggen: de drie voelen elkaar goed aan en dat zorgt voor communicatie tot op een abstract niveau. In sommige passages van ‘Song for Teens’ is het voor de luisteraar daardoor aanklampen of hopeloos verloren lopen. Sax, vibrafoon en bas splijten elkaars partijen dwars doormidden en leggen op die manier heel nieuwe luisterdimensies bloot, wat meteen ook de zwaarste of moeilijkste momenten van deze plaat vormen.
‘Boss of the Plains’ zal voor zij die vertrouwd zijn met het werk van de betrokken musici als een verrassing komen. The Engines, Sun Rooms, The Rempis Percussion Quartet en al die andere bands hebben amper raakpunten met wat Wheelhouse hier aflevert. Samen met 'Phalanx' (de nieuwste van The Rempis Percussion Quartet') zorgt deze release meteen voor de nodige buzz rond Aerophonic, het gloednieuwe label van Rempis. Van een vliegende start gesproken.