Van een peniebele uitgangssituatie gesproken: oorspronkelijk waren Claudio Abbado en Martha Argerich de blikvangers van de najaarsprogrammatie van BOZAR, maar beiden moesten verstek geven. Op het laatste moment verklaarden de ruim tachtig jaar oude dirigent Bernard Haitink en de vijftien jaar jongere Maria João Pires zich gelukkig nog bereid als vervangers het plotse hiaat op de affiche te vullen. En hoewel dit duo niet kan tippen aan de status van de voornoemde afzeggers, speelden zij het toch klaar het publiek in opperste vervoering te brengen.

Bernard Haitink (foto: Todd Rosenberg)
Bernard Haitink (foto: Todd Rosenberg)
Op de gezegende leeftijd die Bernard Haitink inmiddels bereikt heeft, is het geen schande om op te merken dat de grote gloriejaren inmiddels zo goed als verstreken zijn. De dirigent moet het niet meer hebben van een feilloze techniek of een torenhoog charisma, maar wel weet hij donders goed waar de muziek die hij brengt over gaat. Dat kan ook moeilijk anders voor iemand die al ongeveer een halve eeuw meedraait op topniveau, en het basisrepertoire niet zelden meer dan eens heeft ingeblikt. Tegenwoordig ontleent Haitink zijn kwaliteiten vooral aan zijn expertise die hij in het verleden heeft opgebouwd: anders dan bij Abbado, wiens nieuwe opnames telkens opnieuw nog onontdekte muzikale essenties aan het licht brengen, is een concert van Haitink geen illuminerend spektakel. Dat er geregeld geen eigenzinnige kijk op het repertoire in naar boven komt (althans voor wie Haitinks opnameverleden een beetje kent), betekent vanzelfsprekend niet dat er kwalitatief iets aan schort. Zo maakte Haitink in BOZAR dankbaar gebruik van de kwaliteiten van het Orchestra Mozart, dat met aanvoerders als Wolfram Christ (altviool), Alois Posch (contrabas) en Alessandro Carbonare (klarinet) ware eminenties binnen hun respectievelijke vakgebieden telt. Naast die doorwinterde ervaringsdeskundigen telt het collectief enorm veel jonge gezichten. Zo is concertmeester Raphael Christ nog maar pas de dertig voorbij, wat een primeur zou kunnen zijn voor wat orkesten betreft die tot de internationale top behoren. De dynamiek die binnen een generatieoverschrijdend orkest kan bestaan, maakt het Orchestra Mozart zonder twijfel tot een uitzonderlijke fractie. Toch heeft zelfs een ensemble van een dergelijk kaliber een aanvoerder nodig die kan inspireren, een rol die Haitink doorheen de avond niet altijd met verve kon spelen.

Laat Claudio Abbado los op Beethovens ouverture ‘Leonore II’ (later herwerkt tot het stuk dat ‘Fidelio’ inluidt) en de openingssequens klinkt ongetwijfeld bijzonder misterioso. Onder Haitink ging de ouverture echter niet meteen een duidelijke richting uit. Ook de wat slepende benadering van de dramatische akkoordblokken ergens onderweg getuigde niet de meest doeltreffende aanpak. Wel kon het Orchestra Mozart in deze opmaat al laten horen wat het zoal in haar mars heeft. Behalve een indrukwekkende strijkersbody zijn dat ranke houten en kopers en percussie die gebalanceerd met het totaalgeluid mengen. Op het hoogtepunt van het concert was het overigens niet lang wachten. De altijd een enigszins bedeesde indruk makende Maria João Pires kroop helemaal weg achter haar vleugel, waaruit ze met een onovertroffen zin voor esthetiek de meest uiteenlopende temperamenten wist te halen. Ruw, rabiaat of vermetel: met welgemikte slagen bracht ze brutale emoties met ambachtelijke genialiteit aan op het doek dat Beethovens tweede pianoconcerto is. Even vaak waren echter zachte kleuren te horen, in het adagio zelfs hartroerende tinten die de tijd even leken te doen stilstaan. Variaties binnen haar perfect beheerste toucher en een virtuoze techniek liet ze evidenter overkomen dan het knippen van een teennagel. Alsof de piano haar eerste en enige natuur is, speelde João Pires een Beethoven die op cd onmogelijk zo intens en volmaakt kan overkomen. Tegenover zo een grandioze soliste moet niet eens een extreem performant orkest staan. Haitink leidde het Orchestra Mozart in een zeer ondersteunende en communicatieve lezing, die niet onverdienstelijk participeerde met Pires nu al legendarische volmaaktheid.

Maria João Pires (foto: Harald Hoffmann / DG)
Maria João Pires (foto: Harald Hoffmann / DG)
De dame die de toetsen zo bekoorlijk had gestreeld, verdween na vier keer groeten en een welverdiend, uitbundig applaus uiteindelijk in de coulissen. Na de pauze moest het Orchestra Mozart zich zonder solist staande houden, wat zonder problemen lukte. Uit Beethovens vierde symfonie zal vooral een erg lyrisch en zachtaardig tweede deel bijblijven, waarin de fantastische houtblazers continu elkaars gezellige nabijheid opzochten. In de finale wist Haitink tot slot alle registers open te trekken en dit orkest in vol ornaat aan te voeren. Daarbij kreeg de overgave waarin de musici werden gestort nooit iets krampachtig: dit orkest speelt met zoveel liefde en zoveel overtuiging, dat hun gezamenlijke inspanningen op geen enkel moment een gekunsteld karakter kregen. Nog een pak indringender was echter hun bis-nummer, dat in een programma integraal gewijd aan Beethoven onmogelijk van een ander componist kon komen. In de ‘Egmont Ouverture’ kon Haitink wel vanaf de eerste tot de laatste noot de tensie bewaren, hetgeen van de voorgaande werken niet kon gezegd worden. Zo herinnerde Haitink er op de valreep nog aan dat hij eens de gave bezat om een veelkoppig orkest te bezielen, en die nog niet helemaal is kwijtgespeeld. Hoewel de avond op dat moment al in kannen en kruiken was, met name dankzij Pires’ bijna onmenselijk mooie prestatie.

Meer over Orchestra Mozart, Bernard Haitink, Maria João Pires


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.