Gitarist Dirk Serries en drummer Teun Verbruggen mogen dan met etherische soundscapes en jazz elk een heel eigen achtergrond hebben, de heren zijn flexibel genoeg om zich in elkaars wereld te kunnen verplaatsen. Dat lieten ze op 23 januari horen in het CC Luchtbal waar ze als Art of Cosmic Musings hun album ‘Transmission’ kwamen voorstellen.

Dat het album al enige tijd te horen was op Bandcamp mocht de pret niet drukken. Niet zo verwonderlijk, want vanaf het eerste stuk was hoorbaar dat het duo op het podium niet zomaar zou reproduceren wat eerder in de studio vastgelegd was. Het begon al meteen met de inzet van Teun Verbruggen. Waar diens akoestische partijen op de plaat soms als los zand aaneen hangen, klonk hij met de combinatie van elektronica en akoestische percussie meteen een stuk compacter. Het geluid was direct meer gevuld en geraakte door de sneller ontwikkelende evolutie zelfs lichtjes aan de kook.

Onder het werk van Verbruggen legde Serries een van zijn bekende gitaartapijten, opgebouwd uit lang liggende gitaarklanken. Veel adembenemende actie leverden die niet op, maar de snelle hap is dan ook niet meteen Serries’ natuurlijke habitat. In plaats daarvan investeerde hij in een geluid dat zoetjesaan voller ging klinken, zonder dat het volume noemenswaardig opgedreven werd: opnieuw een mooi voorbeeld van hoe Serries er in slaagt de sound te controleren en maximaal uit te buiten.

In alle verfijning bereikte het tweetal een staat van muzikale gewichtloosheid, zonder gebakken lucht te verkopen. Een bepalende factor daarbij waren de drumritmes van Verbruggen. Op plaat steevast vrij en soms ook wat onverschillig, schrok hij live niet terug voor een strakker tempo. Eerst even swingend, daarna licht tikkend als Steve Gadd die Paul Simons ‘50 Ways to Leave Your Lover’ inzet, behield de muziek mooi haar ruimte. Zo zorgde Verbruggen voor een bescheiden stuwing, zonder daarmee de muziek op slot te draaien, wat wondermooi accordeerde met de warme gloed van Serries’ gitaardecor.

Helemaal mooi werd het toen de twee de tijd namen om een afbouw uit te werken. Zo werd de opener van de set niet alleen een fraai staaltje sfeer- en geluidscontrole, maar ook een zinvol muzikaal geheel en dat is in dit soort elektro-akoestische ambient geen evidentie.

Het zou geen toevalstreffer blijken, want in het volgende stuk werd het allemaal nog mooier. Deze keer was de inzet voor rekening van Serries die met een drone in de diepte, voorzien van onregelmatige pulsen, een meer donkere atmosfeer opriep. Verbruggen bleef even to the point als in het eerste stuk en liet zich bovendien extra geschakeerd horen. Wanneer hij zijn drumset met de handen bespeelde, kreeg zijn geluid de lichtheid van Joey Baron, meteen de inzet van een knappe ontwikkeling in het percussiegeluid. Via een oosterse, darboeka-achtige sound schoof hij door naar het gebruik van brushes waardoor zijn bijdrages plots wat krokanter gingen klinken alvorens over te schakelen naar de klassieke drumsticks. Door die in eerste instantie te gebruiken op een kleine trom waar de snaren afgezet waren, ontwikkelde hij een hol, rollend geluid dat op haar beurt het vertrekpunt bleek voor een opbouw waarbij steeds meer delen van de drumkit aangesproken werden. In deze hele ontwikkeling slaagde Verbruggen er opnieuw in om geregeld een metrum te gebruiken, zonder de muziek gemakkelijk te laten klinken.

Parallel met de bewegingen in de percussie evolueerde ook het gitaarbed van Serries. In tegenstelling tot de lang uitklinkende tonen van het eerste deel, liet hij nu de lagen sneller bijkomen en uitdoven, waardoor er meer beweging ontstond. Dit, gecombineerd met de activiteiten van Verbruggen, deed het geluid helemaal losweken en opstijgen. Zowel Serries al Verbruggen trokken harder van leer dan ooit tevoren, maar hielden de climax binnen de grenzen van de gave esthetiek: geen decibel te veel, maar met een maximum aan rendement.

Extra vreemd was dan ook het slot van het stuk, waar de heterogeniteit die op de plaat af en toe de kop op steekt, zich kwam melden. Serries leek de muziek zachtjes te willen neerleggen, maar Verbruggen had andere plannen. In plaats van mee weg te schuiven, bleef hij maar klein slagwerkmateriaal aansleuren, alsof hij het stuk een doorstart wilde gunnen. Het bleek echter een doodlopend straatje, want enige seconden na Serries hield ook Verbruggen het uiteindelijk toch voor bekeken, waardoor het hele opgebouwde arsenaal aan instrumenten en instrumentjes plots weinig relevant werd.

Voor het slotstuk werd de communicatie tussen de twee gelukkig weer hersteld. Verbruggen speelde in zijn eentje een fraai schaduwspel, door zijn akoestische percussie de elektronica te laten triggeren. Na de breed uitgesmeerde en de snellere evoluerende gitaarlagen, opteerde Serries hier voor een echoënd geluid, waardoor het duo opnieuw op ander terrein terecht kwam. Althans voor de eerste minuten, want na enige tijd werd het allemaal wat herkenbaar. Niet dat het daarom minder fraai klonk, maar het verhaal leek net iets te veel op dat van eerdere passages. Jammer, maar niet onoverkomelijk, aangezien Serries en Verbruggen de set tot een uur beperkten. Ook in dit soort beperkingen kent men echte muzikanten.

Meer over Art of Cosmic Musings


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.