Op 1 juni speelde Baloni in Rataplan het slotconcert van het Belgische luik van haar Europese tournee. Als de groep in de volgende weken het niveau aanhoudt dat het in Antwerpen liet horen, dan mogen de muziekliefhebbers in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland bij deze gealarmeerd worden.

Soms is het simpel, zoals met de bandnaam Baloni. De link met de eigennamen van rietblazer Joachim Badenhorst, altviolist Frantz Loriot en bassist Pascal Niggenkemper behoeft weinig uitleg. Minder eenvoudig was de opdracht van het drietal: het sublieme, onlangs verschenen album ‘Fremdenzimmer’ geloofwaardig naar het podium vertalen. ‘Fremdenzimmer’ is namelijk een cd die zo op subtiliteiten en gevoeligheden inzet, dat er haast oneindig veel zaken mis kunnen gaan. Gelukkig was dat in Antwerpen verre van het geval.

Met het naadloos overgaan van improvisatie naar compositie en terug zat Baloni pal op de grens tussen improv en hedendaagse compositie. Essentieel voor het slagen van dit opzet was de technische beheersing van de muzikanten. Alle drie switchten ze moeiteloos van een exact, klassiek geluid naar subtiele klankeffecten en het hele schemergebied daartussen. Bandenhorst liet zich op tenorsax even subtiel horen als op klarinet en basklarinet en Loriot en Niggenkemper waren bij momenten door het wisselen van registers niet van elkaar te onderscheiden.

Ondanks al deze mogelijkheden probeerden de drie nooit het publiek kwijt te spelen. De muziek was helder en goudeerlijk qua verloop. Wie er het kopje wat bijhield, kon de op- en afbouw moeiteloos volgen. Van moeilijkdoenerij was nooit sprake, wel integendeel. Met de Balkanweemoed die bij aanvang van het concert doorschemerde, enkele pentatonische melodieën die voor vage verwijzingen naar het Verre Oosten zorgden, duidelijke melodieën, afgebakende ritmes, repeterende frases en duidelijke (maar niet altijd braaf consonante) harmonieën, was de muziek zelfs bij momenten ronduit toegankelijk. Dat ze daarmee ook complexloos alle don’ts van de vrije improvisatie bovenhaalden, kon de muzikanten duidelijk niet schelen.

De dynamische ontwikkeling in de muziek speelde zich binnen nauwe grenzen af. Van zwaar uithalen was geen sprake. Ontwikkeling in intensiteit werd gerealiseerd op een even natuurlijke als omzichtige manier: door herhaalde formules, subtiele veranderingen in de geluidsterkte, ritmische ontdubbelingen of het bijkleuren van het geluid.

Hierdoor kreeg de muziek een uitgesproken poëtische kwaliteit, al ging die dan gelukkig wel voorbij de kleffe dromerigheid die daar vaak mee verward wordt. Van het zachte en melodische tot het knarsen en kraken van de strijkers: alles kreeg een plaats. Zelfs toen Niggenkemper een metalen schijf of een ballon gebruikte of Loriot de snaren van zijn altviool in trilling bracht met een stokje: wat ondertussen oude trucs geworden zijn, klonk binnen het kader van Baloni terug verleidelijk en fris.

Na een eerst, opvallend korte set die afklokte om en bij het half uur werd de langere tweede er een van extremen. Weliswaar binnen het esthetische kader van Baloni, want de klankgevoeligheid van de groep bleef in de verschillende uitersten intact.

De duidelijk gecomponeerde passages uit ‘27’10 Sous Les Nuons’ van ‘Fremdenzimmer’ en nieuwe stuk ‘Belleke’ zorgden voor extra houvast, tot het concert plots een vreemde wending nam. Badenhorst monteerde zijn mondstuk op een plastic slang die hij tijdens het blazen rond liet draaien. Het leuke geluid en het grappige zicht werden versterkt door het tingelen van een muziekdoos en Niggenkemper die al spelend rond de as van zijn bas draaide. Humor, maar dan wel zonder dat de sonore magie van het optreden er door geschaad werd.

De muzikale knipogen liepen uit op een onafgebroken, met circular breathing spelende Badenhorst (ondertussen terug op klarinet) die met bliksemsnel uitgevoerde tessituurwisselingen meerstemmigheid suggereerde: virtuositeit ten dienste van de muziek, zonder ook maar even protserig te worden. De kroon werd op het werk geplaatst door zijn twee collega’s die achter hem glashelder en breed de verstilde en verstillende harmonieën van de titeltrack van de cd lieten horen: een ontroerend slot met een emotionele lading die het erop volgende applaus haast ongepast maakte.

Helemaal gevaarlijk werd het toen het drietal besliste nog een bisnummer te spelen. Alleen had dit extraatje bijna dezelfde teruggetrokken schoonheid als ‘Fremdenzimmer’, waardoor de funky jazz in de bar na het optreden alsnog gruwelijk aandeed. Wat in de intieme setting van Rataplan te horen geweest was, kon eigenlijk alleen maar met stilte beantwoord worden. Kippenvel bij een optreden van jazz (of wat Baloni ook mag spelen) is niet altijd vanzelfsprekend, maar zo nu en dan is er niets tegen te doen. Wat zou een retourtje Zwitserland eigenlijk kosten?

Meer over Baloni


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.