Het gebeurt niet alle dagen, maar soms klopt alles aan een concert. Op de tweede dag van de eerste editie van Jazz & Beyond Deluxe – gearrangeerd rond vrouwelijke stemmen – kon dit zelfs gezegd worden van alle drie de concerten.

Met een set die gepland stond voor dertig minuten, kreeg het optreden van Liesa Van der Aa het allooi van een voorprogramma. De muziek van deze singer-songwriter die, na het opdoeken van haar groep Louisa’s Daughter, vooral solo te horen is, baadde in een soms wat donkere sfeer die echo’s van Nina Nastasia opriep. Net als bij deze laatste mocht bij Van der Aa die sfeer echter best breed geïnterpreteerd worden: geen eindeloos zelfbeklag of muzikale zieligdoenerij, maar muziek met body en inhoud en die de moeite van het beluisteren waard bleef.

Zichzelf begeleidend op viool en met een overuren kloppende loopstation wist Van der Aa in Vooruit heel uiteenlopende contexten te creëren: van meer klassieke songs tot nummers waarin haar stem zwaar vervormd werd en de klank de bovenhand kreeg op de melodie. Hiervoor kreeg ze extra hulp van Jon Birdsong (die volgens Van der Aa niet graag wordt aangekondigd op basis van zijn rolletje bij Beck), die zijn zachte cornetklank meebracht, aangevuld met elektronica, citer en andere elementaire en spaarzaam gebruikte snaarinstrumenten.

De combinatie werd een meer dan gelukkige match. Enerzijds omwille van de open structuren van Van der Aa’s songs die veel ruimte lieten voor ontwikkeling, opbouw, improvisatie en het spontaan toevoegen van ongewone kleuren en harmonieën. Anderzijds door de subtiele aanpak van Birdsong die de bevreemdende elementen heel gevoelig en afgewogen injecteerde, waardoor hij nooit dominant werd, maar zich eerder goed gemikt invoegde.

Het resultaat was een bij momenten omfloerste, maar steevast warme set met een soms indringende intensiteit, zonder goedkope dramatiek. Het leek alsof Van der Aa en Birdsong voor elke bezoeker individueel optraden, maar dan niet om die in slaap te wiegen.

Lise Van der Aa liet op een half uurtje horen dat de stigmatiserende, simplistische en beperkende labels van “kleinkunst” en “product van Studio Herman Teirlinck” de prullenmand in kunnen. Nu alleen nog afgeraken van de knullige aankondigingen, want die leverden in de muzikale context van een avond als deze geen meerwaarde op. Zeker niet voor wie optreedt vlak voor Iva Bittová.

Optreden voor Iva Bittová is in elk geval beter dan erna. Deze uit Moravië afkomstige violiste en vocaliste mag immers niet alleen bestempeld worden als een auditief fenomeen, maar is bovendien ook een van de artiesten die het in Vooruit steevast goed doen en er een reputatie hoog te houden hebben. Dat deed Bittová, samen met gitarist Vladimir Václavek zonder moeite en met overtuiging.

Het duo bracht in 1997 het album ‘Bílé Inferno’ uit en werkt momenteel aan een opvolger. Wie het tweetal op het podium bezig zag en hoorde, kon zich echter al afvragen hoe die eerste plaat ooit tot stand gekomen is. Zo beheerst en bescheiden Václavek is, zo flamboyant raasde Bittová over de scène. Waar de eerste heel secuur en fijnbesnaard uit de hoek kwam (solo en in het duo), met afgemeten lijnen, trok de tweede alle registers open.

Met een meer melodisch vioolspel dan Liesa Van der Aa, klonk Bittová puurder, waarbij haar helderheid ontwapenend werkte. Hierdoor zat de Moravische dichter bij de “klassieke” singer-songwritertraditie, zeker wanneer ze zichzelf begeleidde op viool, in haar geval bovendien zonder inbreng van een loopstation. Dat was echter maar een kant van Bittová. Een andere was die waarbij ze vocaal en instrumentaal als een bezetene tekeer ging en ze haar stemkwaliteiten kon laten schitteren. Zingen, schreeuwen en reutelen zorgden voor een geweldige rijkdom aan kleuren en effecten, waarbij de loutere articulatie van de woorden integraal deel ging uitmaken van de muziek en de performance.

Bittová bracht het allemaal haarjuist en messcherp, waarbij het publiek aanhaalde met humor, toegankelijke melodieën en mooie songs, maar het ook (steevast amusant) op het verkeerde been zette met ruwere en meer onconventionele klanken. Een ontketende Diamanda Galás die  zich waagde aan flamenco en zigeunermuziek en tegelijkertijd oefent op het vioolconcerto van Philip Glass kwam als omschrijving aardig in de buurt van wat Bittová in Gent op de planken bracht: een show in de beste betekenis van het woord, waarbij de muziek geen excuus werd, maar de centrale plaats bleef innemen.

Jammer was wel dat de minder inspirerende klanken uit de Concertzaal, gelegen onder de door Bittová en Václavek betoverde Theaterzaal, het einde van het optreden onnodig kwamen “verrijken”. De staande ovatie (die er van ver zat aan te komen, maar daarom niet minder terecht was) die het publiek voor het duo in petto had, kon daarbij tellen als zoete weerwraak.

Dat het publiek grotendeels gekomen was voor Iva Bittová mocht duidelijk zijn: een gevulde theaterzaal is niet iedereen gegeven. Een aardig deel van datzelfde publiek maakte de tocht naar een verdiep hoger om daar het trio Equilibrium te kunnen horen: opnieuw een combinatie die werkt aan een tweede plaat, maar muzikaal van een heel ander allooi dan het duo Bittová-Václavek.

De Belgische rietblazer Joachim Badenhorst is muzikaal niet het opvliegende type, zeker niet wanneer hij in Equilibrium samenspeelt met de Noorse (maar in Denemarken wonende) zangeres-saxofoniste Sissel Vera Pettersen en de Deense gitarist Mikkel Ploug. Doorgaans vertoefde het (zoals de naam aangeeft) evenwichtige trio in etherische, zweverige sferen waarvan de catalogus van het label ECM doortrokken is: een ruimtelijk geluid, brede harmonische velden en rustig evoluerende muziek. Bij Equilibrium werd die omgeving echter op tijd en stond voorzichtig opengebroken. Vrije improvisatie, rijke harmonieën van Ploug en het live verknippen, harmoniseren of met delay verrijken van Pettersens stem plaatsten het geluid in een caleidoscopisch effect.

Zo slaagde het trio er in om de zo herkenbare sfeer boeiend te houden, zonder die aan stukken te moeten slaan. Melodische inspiratie werd gevonden in eigen composities, maar ook in het gregoriaans ‘Puer Natus’ of de song ‘Somewhere Over the Rainbow’, waarin het trio, door de brede uitvoering, klonk als een jazzy variant van Susanna and the Magical Orchestra.

Het was daarbij een bijzondere verdienste van het drietal dat de muzikale veranderingen geen “breuken” veroorzaakten. De verschillende sferen bleken mooi in elkaars verlengde te liggen, ook toen Pettersen op altsax inzette met een onvervalste minarettenmelodie of Badenhorst naar de tenorsax greep. Waar dit instrument doorgaans (letterlijk) voor een stevigere noot zorgt – zeker naast de klarinetten waarmee Badenhorst het grootste deel van de tijd in de weer was – wist hij het geluid mooi en soepel te integreren in het totaalplaatje.   

Zo werd het optreden van Equilibrium een echte late night show die echter niet noodzakelijk moest dienen als slaapmutsje. Toch niet voor wie de tijd en de concentratie nam om zich op het latere uur en na twee andere optredens op de muziek te richten.

 

Meer over Jazz & Beyond Deluxe – Liesa Van der Aa, Iva Bittová & Vladimir Václavek, Equilibrium


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.