Nee, binnen de gelederen van Peter Vermeersch' Flat Earth Society uitgroeien tot een spraakmakend altsaxofonist doe je niet ongestraft. Om het binnen die broeikas, waar humor, vindingrijkheid en schoonheid met de grootst mogelijke vanzelfsprekendheid geteeld worden, uit te houden, moet een musicus een brein hebben waarbinnen denkprocessen zich niet via de geijkte paden voltrekken. Dat Bruno Vansina's debuut als bandleider bij W.E.R.F. (het bijzonder smakelijke 'Stratocluster') een album was met een spreekwoordelijke hoek af, was dus quasi evident. Die lustig tegendraadse lijn zet de man nu verder met 'Morning Forest aka Nose Up Bottom Down', meteen ook de eersteling van het behoorlijk lijvige Vansina Orchestra. Verschenen op Rat, klaarblijkelijk nog steeds kort voor Rare and Treacherous, verschijnt Teun Verbruggen ook nu weer als de ceremoniemeester van het ritme aan de drums. Slabakken is er kortom niet bij en in pakweg 'Symphony of the Fried Bananas' laat de man nog maar eens horen waarom menig muzikant beleefd in de rij staat aan te schuiven om hem in de eigen band te mogen verwelkomen.
Ook verder weet Vansina zich overigens uitstekend te omringen. Christian Mendozza is er niet de muzikant naar om zichzelf voortdurend in de kijker te spelen, maar zijn frêle toetsen dringen niet zelden als een sprankel licht doorheen het dichte bladerdek van het woud dat 'Morning Forest' is. Met veel instrumenten aan boord is het kwestie van klavierpartijen sober in te vullen, hetgeen Mendozza perfect begrepen heeft. Wordt hem de ruimte gelaten, dan doet de pianist echter heel natuurlijk een stap naar voor om het totaalgeluid meer direct te sturen, zoals in 'Bike Insprivation' het geval is. Altijd op het juiste moment op de juiste plaats, is Mendozza absoluut een figuur om binnen dit orkest te koesteren. Tenslotte vervolledigen bassist Stefan Lievestro en gitarist Bert Cools het kwintet dat de vaste kern vormt van Vansina's orkest. Net als Mendozza zijn het elk voor zich musici die zich niet van de gearrangeerde orkestpartijen proberen te distantiëren, maar er juist spontaan aansluiting bij zoeken. Vansina's beoogde karakters varen wel bij hun nu eens nederige, dan weer doortastende spel.
Met hobo, fagot en hoorn heeft Vansina een aantal exotische instrumenten in zijn ark zitten, althans beschouwd binnen een jazzcontext. Dat het arrangeren voor een dergelijke roedel geen eenvoudige aangelegenheid kan geweest zijn, spreekt haast voor zich. Samen met Dree Peremans pende Vansina zeven arrangementen neer die vooral als een fijn geborduurd kantwerk omheen de improvisaties worden gedrapeerd. Inderdaad is 'Morning Forest aka Nose Up Bottom Down' in de eerste plaats een album van musici wier hart niet in de partituur, maar in de inspiratie van het moment ligt. De openingsseconden van 'Dark Night' laten er immers geen twijfel over bestaan dat Vansina en gevolg nog lang niet gestrand zijn, maar integendeel nog steeds volop op zoek zijn naar vaste bodem. Dat vertaalt zich bovendien naar composities met uiteenlopende karakters. Is 'Fiesta Festivo' nog een uitbundige groepsdans, dan draagt 'Morning Forest' een circusachtige en tedere humor in zich, terwijl 'Ploink' inzet op pure energie. Dat Vansina geruggensteund wordt door ongeveer vijftien man, maakt flexibiliteit en lichtheid overigens niet onmogelijk. Opmerkelijk is hoezeer de strakke arrangementen zich swingend verweven met de improvisaties, waardoor solisten als Malik Mezzadri zich meteen ook van hun meest geïnspireerde kant kunnen laten zien.
Een langzaam ontwakend beestenbos? Ja, één dat hymnes voortbrengt, maar tegelijk vriendelijk uitnodigt tot een gezamenlijk moment grooven.