Venetië, februari 1883: Richard Wagner werkt aan een essay, maar zit met zijn gedachten meer bij het mysterieuze personage Prakriti van ‘Die Sieger’, een boeddhistische opera die hij nog wil schrijven. Wagner heeft zijn plan nooit zelf gerealiseerd, wat het voor de Britse componist Jonathan Harvey, zelf boeddhist, een gedroomd uitgangspunt maakt voor zijn opera ‘Wagner Dream’.

Samen met librettist Jean-Claude Carrière vertelt Harvey het verhaal van Wagner die een hartaanval krijgt en in een visioen geconfronteerd wordt met Vairochana, een Boeddha die hem het verhaal van Prakriti zal doen: hoe de vrouw afstand deed van haar verlangens en de eerste vrouw werd die in de kring van Boeddha Siddharta werd opgenomen.

Het verhaal en de muziek spelen zich af op drie terreinen: in eerste instantie is er de “echte” wereld van Wagner, zijn vrouw Cosima en andere personages uit het Venetië van 1883. Daarnaast is er de conversatie tussen Wagner en Vairochana. Deze laatste tenslotte, toont Wagner het verhaal van Prakriti in scènes waarbij Wagner zelf louter toeschouwer is.

Het muzikaal uitwerken van deze lagen, de personages daarin en hun gemoedsgesteldheid gebeurt door Harvey op een zodanige manier dat de luisteraar meegezogen wordt in het verhaal: van de stoombootachtige klanken die bij Venetië horen tot de meditatieve rust van Boeddha en Vairochana. Bovendien geeft het de opera een bijzondere dramatische lading, omwille van de steeds wisselende emoties.

Harvey laat er geen twijfel over bestaan wat voor hem setting en wat de essentie is. De personages in de “reële” wereld worden neergezet door sprekende acteurs, het zingen is gereserveerd voor de Oosterse karakters. Hier buit Harvey de muzikale contrasten sterk uit in functie van de gesteldheid van de figuren. Waar Boeddha en Vairochana statig en beheerst aan het woord komen, klinkt Prakriti meer geagiteerd, met grote sprongen in de melodielijnen of met kleine, maar in het oor springende melismen.

Op een breder niveau werkt Harvey ook met de wereld waarin het verhaal zich op dat moment bevindt. De scheepsgeluiden van Venetië staan in contrast met de klokachtige geluiden en de wel erg voor de hand liggende pentatonische melodie die naar het einde expliciet opduikt. De muziek blijft gelukkig niet hangen in deze couleur locale. De kleur wordt meer dan sfeer, aangezien Harvey meer bezig is met de individuele karakters en hun evoluties. Het vocaal ensemble met uitgekiende elektronische inbreng, klinkt als stemmen in de wind of lijkt een aureool rond de zangpartij van Vairochana te trekken. In het volkse tafereel dat zich afspeelt in de Indische drankgelegenheid mogen dan een hobo en een dwarsfluit door het decor zweven, ook hier kleurt Harvey de muziek verder in functie van de actie.

Een uitstekend wapen daarbij is de briljante orkestratie. Een heel orkest heeft Harvey daar niet voor nodig. Het Ictus Ensemble, synthesizer en elektronica volstaan ruimschoots: het ontbreekt de muziek aan niets. Als geen ander weet Harvey immers hoe hij instrumentale solisten, instrumentengroep en hun elektronische transformaties moet combineren. Dit leidt niet alleen tot een bij momenten hallucinante rijkdom, maar eveneens tot een indrukwekkende integratie van de verschillende kleuren, waardoor de muziek in al haar contrasten toch homogeen blijft.

Bovendien weet Harvey dit te combineren met drive en energie waardoor de muziek alle logheid vermijdt en maximaal flexibel en kneedbaar blijft. Zo kan hij niet alleen maximaal inzetten op de beklijvende climaxen (Prakriti die dreigt zelfmoord te plegen,  transformeert in de even verleidelijke als angstaanjagende Vajrayogini, of Wagner die zich een laatste keer dramatisch verzet tegen het opgeven van verlangens), maar ook op uitmuntende passages in slow motion. Hier verliest de luisteraar alle tijdsbesef om terecht te komen in een magische wereld, niet een van toverstafjes, maar wel met een uitgesproken spirituele lading. Het naadloos in elkaar overlopen van elektronica en akoestische klanken zorgen daarbij voor extra transformaties die het klankbeeld en meteen de hele omgeving rond de luisteraar aan het draaien brengen.

Met iets meer dan negentig minuten is ‘Wagner Dream’ een eerder korte opera, maar op muzikale zeggingskracht wordt er niet bespaard. Al is dat niet meteen een verrassing met deze vocale en instrumentale cast en al helemaal niet met de componist Harvey die weer eens laat horen hoe diepmenselijkheid kan samengaan met toegankelijke en tegelijkertijd heel persoonlijke muziek. Een muzikaal meesterwerk dat tot nadenken stemt, voor iedere luisteraar individueel.

Meer over Jonathan Harvey


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.