Kwadratuur interview

Het is een tijd stil geweest rond het Nederlandse ambientlabel Sending Orbs. Zonde, want de twaalf releases die het uitbracht, zijn inmiddels wereldwijde cultklassiekers geworden. Op de achtergrond hebben de geëngageerde stuurlui echter niet stilgezeten. Twee artiesten van het eerste uur, medestichter Kettel (Reimer Eising) en bevriende Secede (Lennard van de Last) hebben de nodige tijd genomen om samen een plaat te maken. Op ‘When Can’ heeft de futuristische sfeerambient plaats moeten maken voor een bonte mengelmoes van live instrumenten en ondersteunende elektronica, een trip waar moderne muziek zich met klassieke elementen vermengt. Kettel en Secede werden tien fictieve ideeën voorgelegd die van tel zouden kunnen zijn bij de langdurige totstandkoming van dit album. Aan hen om dit individueel te bevestigen of ontkrachten.

Voor de totstandkoming van ‘When Can’ zijn jullie een weekendje ondergedoken in een klein huisje in de Belgische ardennen, hebben alle beschikbare ideeën op de tafel gegooid en vervolgens een proces in gang gezet van jarenlang uitwisselen van muziekbestanden die via veel knip-en plakwerk tot deze plaat hebben geleid.

K: … De plaat is eigenlijk geen tekentafelproject. In het huisje in de Ardennen zijn er dus weinig ideeën op tafel gegooid, maar des te meer pasgeschoten fazanten (nadat we ze eerst gesampled hadden natuurlijk). Het proces van jarenlang muziekbestanden en bijbehorend gefilosofeer uitwisselen klopt wel. Uiteindelijk zijn we een kant opgedreven die voor ons beiden onbedacht en intuïtief was, en die steeds beter ging weergeven waar we momenteel naar op zoek zijn in muziek.

S: Zo ongeveer... Alleen zou ik zeggen dat het proces pas afgelopen lente echt in gang is gezet. We hadden wel aardig wat dingen gedaan samen, maar dat vonden we toch meer iets voor in het archief. Het meeste oude werk, waarvan we in eerste instantie dachten dat we het konden oppoetsen voor dit album, is uiteindelijk niet gebruikt.

De titel van dit album is het eerste woord van respectievelijk de eerste / laatste pagina van een filosofisch boek dat jullie toevallig beide aan het lezen waren bij afronding van het proces.

K: … Welke betekenis de titel voor ons heeft, doet voor de buitenwereld in mijn opinie niet zo terzake, maar die filosofische connotatie spreekt me wel aan. Je zou het ook kunnen zien als het begin van een vraag, die nog afgemaakt moet worden.

S: De titel laat zich niet makkelijk uitleggen zonder dat het compleet ridicuul wordt, dus daar brand ik me niet aan. Laten we het houden op een in-joke.

Ik fantaseer over het meelopen in een roedel plunderende harnassen

Jullie hadden even genoeg van fantasy en futurisme en zijn dan maar barok en renaissance in gedoken?

K: … Zeker. Nu heb ik mijn hele leven al gefantaseerd over het meelopen in een roedel plunderende harnassen, terwijl ik hun heldendaden bijsta met mijn luit en gezalfde stem (niet als castraat natuurlijk, het castratenwezen spreekt me minder aan.) Voor mij is het dus zeker geen toeval. Sending Orbs heeft een beetje een fantasy tintje gehad, hoewel mijn muziek daar niet echt onder viel volgens mij, maar op een gegeven moment ben je er wel eens klaar mee. Zoiets gaat vanzelf, is inherent aan ontwikkelingen die je als mens en muzikant doormaakt. Het is op zich geen bewuste keuze geweest om het voorgoed af te zweren hoor; het kwam gewoon niet meer in ons op. We zijn ons ervan bewust dat velen dit graag anders hadden gezien, maar daar moet je geen boodschap aan hebben als artiest. Anders vernieuw je nooit.

S: Nee.. Ik weet niet. Het is niet zo dat we vanuit een bepaalde tijdsperiode hebben zitten musiceren ofzo. Alles kon wat ons betreft: er was geen concept, geen groot idee. We hebben gewoon gemaakt waar we zin in hadden.

Jullie kregen meer en meer het verwijt geen echte muzikantEN te zijn? maar geïsoleerde slaapkamerknutselaars en zijn daarom bewust live instrumenten gaan ontdekken en bespelen om het tegendeel te bewijzen.

K: … Nou, ik heb in mijn muziek altijd veel ‘muzikale’ elementen gebruikt dus dat verwijt heb ik niet vaak gekregen. Het gebruik van instrumenten en meer traditionele compositiestructuren komt eerder voort uit een liefde voor die middelen, dan aan het bewust reageren op een verwijt of tendens. Maar ik zal, in bescheidenheid natuurlijk, niet ontkennen dat sommige beschrijvingen, of trendy muziek, mij kunnen inspireren om als een pauw wat mooiere veren op te zetten en zo rond te paraderen over het erf.

S: Er is niets bewust gedaan of gelaten om een punt te maken, en met dat verwijt ben ik gelukkig niet zo bekend.

Jullie hebben (de vaste huisartiest van SendingOrbs) Jeroen Advocaat vriendelijk bedankt voor zijn fantastische cyborgtekeningen en hem verteld dat jullie – analoog met jullie kunstwerk – meer “leven” in het artwork wensten.

K: … Ja. Hoe begenadigd Jeroen ook is als fantasytekenaar: wij wilden niet in die fase blijven hangen. Het zou ook niet bij het album passen. We wilden iets levendigs, dat op zichzelf stond als kunstwerk en niet perse een verhaal vertelde over de muziek. Uiteindelijk is de buitenkant een heel woelige abstractie geworden, maar de binnenkant heel netjes en op de cd zelfs minimaal.

S: We wisten toen Jeroen aan de artwork begon nog maar nauwelijks hoe het album zou gaan klinken, maar dat het iets schilderachtigs moest worden (van Ruysdael werd met regelmaat genoemd) stond voor ons vast.

We hebben pasgeschoten fazanten gesampled

Jullie hebben niet echt een lievelingsnummer op deze plaat omdat je vindt dat er zoveel verschillende elementen en ideeën in elke track zitten, dat er in feite geen sprake is van afzonderlijke “nummers”.

K: … Het eerste is juist, het tweede voel ik niet zo. Ik zie wel afzonderlijke nummers, omdat ze allemaal wel een eigen idee, melodie en spanningsboog hebben. Propvol zitten ze inderdaad wel, dus om dat te destilleren vergt het waarschijnlijk wat replays. Zelf hou ik het meest van dat soort albums; albums die geheime luikjes hebben, boobytraps, samples die je pas na een halfjaar opvallen, verbanden die je niet direct ziet.

Maar inderdaad, doordat we veel aandacht hebben besteed aan de flow van het album, het palet en het kneden van een geheel, is het soms alsof het ene nummer het andere leven inblaast. Ik begrijp daarom, als je niet op het display van je cd-speler kijkt, dat je af en toe lastig kan zeggen waar het ene nummer stopt en het andere begint. Zelf vind ik dat een pre.

S: Voor mij is het best wel een liedjesalbum eigenlijk. Dat was ook zeker de insteek. Pas later bij het compileren is het een groter organisme geworden, een nieuw wezen.

Iemand van jullie is fervent ornitholoog geworden, afgaand op de vele vogelgeluiden die in ‘When Can’ verscholen zitten.

K: … Ik denk dat in ons beide een vogelliefhebber schuilt, het is niet voor niets dat ik Lennard vaak aanspreek als “Patrijs”. Het gebruiken van vogelgeluiden is eigenlijk echt een ambient stijlmiddel uit de oude doos. Technisch kan het fungeren als een soort audiolijm; gevoelsmatig kan het een nummer openbreken, breder maken. Maar we hebben de vogels niet gebruikt als kwinkslag of knipoog naar de ambient. Het doel is regelmatig zeer functioneel. In ‘Missing Time’ bijvoorbeeld kregen we tijdens het maken een soort adventuregame voor ogen, waarin het karakter uit een grot komt lopen, een steen wegschuift en plots op een richel in een kakofonisch oerwoud staat. Toen hebben we echt gesmeten met vogelgeluiden dat het kletterde. Dat moet dan wel, toch? Als je dan aankomt met een optrekkende formule-1 wagen sla je de plank mis. En we hebben al het gevogelte natuurlijk aangemeld bij Buma/Stemra (de Nederlandse zusterfirma van SABAM nvdr).

S: Als je die vogels flink vertraagt, hoor je dat het eigenlijk Reim's zangstem is.

Als je die vogels flink vertraagt, hoor je dat het eigenlijk Reim's zangstem is.

Jullie hebben een drankprobleem (refererend aan het herhaaldelijke “keep on drinking” in ‘Deliria Noon’).

K: … Helaas is het voor mij onmogelijk onder invloed goede muziek te maken. Maar goede ideeën krijgen is een tweede. Een probleem zou het worden als het ook nog eens inspiratieloos zou maken. Laat ik het erop houden dat Secede en ik geen cassis drinken als we tezamen zijn.

S: Ik ontken noch bevestig.

Jullie hebben een tijdje gevreesd dat het hoofdstuk SendingOrbs zou worden afgesloten.

K: … Nee, ik ben altijd dichtbij het vuur geweest omdat ik bevriend ben met Kristian, die het runt. Uit niets is in die tijd gebleken dat het voorgoed zou stoppen. Zelf ben ik ook actief geweest op andere vlakken (reclame bv.) en was het maken van nieuwe albums niet zo aan de orde. Mocht het hoofdstuk door wat voor redenen dan ook wél worden afgesloten, zou me dat enorm spijten. Het is erg leuk om met je beste vrienden na te denken over muziek en er ook actief mee bezig te zijn die de wereld in te sturen.

S: Ik hoor wel eens iets over de stand van het label, maar ik ben er niet zo direct bij betrokken. Toen bleek dat het echt erop of eronder was voor SendingOrbs, stelden we voor om samen een album te doen, een leuke heropening van het label dachten we.

Deze plaat smaakt naar meer samenwerkingsprojecten in de toekomst.

K: … Wij vinden van wel. Het is voor mij het leukste en creatief meest bevredigende project waar ik bij betrokken ben geweest. Samen muziek maken is iets bijzonders, ook al is het geen jamsessie in dezelfde kamer. Met genoeg technische knowhow en unieke afstemming van golflengtes roept een internetsamenwerking hetzelfde gevoel op. Muziek maken kan leuk zijn, maar is ook vaak een sumoworsteling met jezelf. Je tuintje 100x opnieuw omschoffelen, en dan breekt je schoffel ook nog eens vrijwel dagelijks af. Als je samenwerkt kun je elkaar steeds muzikale zetjes in onvermoede richtingen geven. Je blijft benieuwd waar een muziekstuk heen zal voeren. Als je alleen werkt weet je dat je gebonden blijft aan je eigen beperkte brein.

S: Dat is helemaal juist.

Meer over Kettel & Secede


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.