Gek of geniaal? Zet een voor- en een tegenstander van wijlen de Roemeense dirigent Sergiu Celibidache bij elkaar en er kan gerust een discussie ontstaan die meerdere uren in beslag neemt. Zich sterk verwant voelend met de Boeddhistische leer en de eventuele Zen-principes die daar bij komen kijken, staat de Roemeense gigant van de 20e eeuw tegenwoordig vooral bekend als excentriekeling. Dat was hij ook, als persoon die heel schuw was voor de media, in gekende partituren de traagst mogelijke tempi opzocht, erg hard voor zijn musici, zelden toeliet dat er platen van hem werden opgenomen, maar gelukkig wel filmploegen accepteerde tijdens zijn repetities. Zo is vandaag vrij goed gedocumenteerd hoe Celibidache in feite te werk ging. Een dergelijke documentaire samen met de registratie van het concert waarin het repetitiewerk zou resulteren, zijn nu samen gebracht op een dvd. Het orkest dat de dirigent zijn wil mag opleggen, is de Berliner Philharmoniker, waarvan Celibidache kort na de oorlog al leider was geweest, maar door een conflict verliet. Toen werd vermoed dat de man nooit meer zou terugkeren, zeker toen steeds duidelijker werd hoe radicaal traag hij het grote romantische repertoire onder handen nam. In 1992, vier jaar voor zijn dood, mocht Celibidache echter de eer nog een keer bekleden omwille van een benefietconcert voor Roemeense weeskinderen. Een stralende, 79 jaar oude man waggelt naar zijn zitje en dirigeert ongeveer anderhalf uur lang de traagste interpretatie van Bruckners zevende symfonie ooit bij elkaar, waarbij Celibidache in alle delen afzonderlijk zijn eigen traagheidsrecords nog eens verbetert. Wie luistert, moet moeite doen om Bruckner nog door Celibidache heen te horen. En toch is het goed te begrijpen waarom mensen dit schitterende interpretatieve kunst zouden kunnen vinden.

Celibidache was inderdaad iemand met een heel eigen visie en aangenomen kan worden dat hij dat, terug aan het hoofd van de Berliner Philharmoniker, de muziekminnende bevolking van de Duitse hoofdstad nog eens goed wilde inprenten. Verder zijn er immers weinig redenen te verzinnen waarom Bruckners zevende hier zo waanzinnig traag moet worden opgevoerd. Uiteraard: door elke beweging af te remmen, ontstaat totale transparantie van wat de componist verwezenlijkt. Celibidache wist bovendien hoe belangrijk samenklank wordt eenmaal men een massief blok muziek vertraagt en allicht daarom besteedde hij soms hele repetities aan het perfect goed krijgen van bepaalde balansen binnen het orkest. Aan de musici van de Berliner Philharmoniker moet men wat dat betreft echter weinig bijscholing geven. Door het openingsdeel ('Allegro moderato') op te voeren op het ritme van de menselijke polsslag, wordt duidelijk hoe indrukwekkend Bruckners klankbakens keer op keer zijn. Spijtig is alleen dat de muziek niet meer vloeit, maar constant hapert. Ook in het aansluitende 'Adagio' sputtert de motor en hier bereikt Celibidache het misschien verdedigbare effect van een totale stilstand – het lijkt alsof de muziek slechts aan een embryonaal tempo pulseert. Het aansluitende 'Scherzo', waar Bruckner zelf de aanduiding 'Sehr schnell' aan toevoegde, verliest echter zijn scherpe kantjes en melodische grandeur. Bij Celibidache wordt dit deel, voor het brede publiek ongetwijfeld het hoogtepunt van de symfonie, slappe kost. De afsluitende 'Finale' mag er dan wel weer min of meer zijn, hoewel tal van historische en actuele opvoeringen veel meer raken aan wat nu eigenlijk het meest ontroerend werkt.

Toch is het niet oninteressant om stil te staan bij het belang van sonoriteit. Hoewel deze zevende symfonie van Bruckner niet wekelijks in de dvd-speler zal belanden, is het verbazingwekkend hoe anders muziek gaat klinken als ze op een totaal andere manier belicht wordt. Als het Celibidache vooral daar om te doen is geweest, mag deze interpretatie geboekstaafd worden als een boeiend experiment. Deze dvd loont, behalve voor Celibidache-aanhangers, echter de moeite omwille van de toegevoegde documentaire 'The Triumphant Return', over de dirigent die na ruim 38 jaar opnieuw voet aan wal zet in Duitslands best bewaarde muzikale bastion. Ontluisterend om zien is dat de dirigent daar allesbehalve triomfantelijk werd ontvangen, door musici die schijnbaar geïrriteerd zijn orders opvolgen. Anderzijds spreekt de dirigent het orkest aan met "kinderen", wat evenmin bevorderend kan geweest zijn voor de goede verstandhouding. Deze rondleiding in de interne keuken van een groot dirigent en dito orkest, is ontluisterend. Hoe Celibidache bepaalde van zijn zienswijzen op de muziek toelicht, geldt bovendien als een essentieel gegeven om zijn keuzes ten volle te kunnen bevatten. Muzikaal-historisch zonder twijfel een bijzonder boeiend document, bovendien met goede beeld- en geluidskwaliteit.

Meer over Anton Bruckner


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.