Het heeft even geduurd, maar eindelijk is hij er: de solo-cd van de Belgische rietblazer Joachim Badenhorst. De verfijning die hij op deze opname laat horen, is geen verrassing voor iemand die zichzelf oud-student van John Ruocco en Michael Moore mag noemen. Dat Badenhorst geen muzikant is van het grof gesneden werk, was trouwens reeds in andere projecten te horen: in het trio van Han Bennink past hij naadloos in de muzikaal hoogstaande gekte en met Baloni zit hij op abstracter terrein. Dat hij in Mógil met muzikanten uit IJsland samenwerkt, is meteen te horen aan de etherische sound van de muziek en met Equilibrium zit Badenhorst op het snijvlak van jazz, folk en klassiek. Daarnaast is de Antwerpenaar ook sideman in ensembles van Tony Malaby en Thomas Heberer, jobs waar zijn jarenlange verblijf in de VS niet vreemd aan is.

‘Klarinet’ is de openingstrack van het solo-album, waarop Badenhorst te horen is op klarinet, basklarinet en tenorsax.

Over de audio

Joachim Bandehorst licht 'Klarinet' toe:

Het nummer begint met een aarzelend melodietje, alsof ik aan het neurieen ben. Veel lucht en pauzes. Door de spanning van mijn lippen te variëren en met mijn tong op het riet te drukken als een soort demper, verander ik de pitch van de toonhoogten (een soort glijdend effect). Terwijl ik het aarzelend melodietje blijf spelen komen er rond 0:40 enkele hoge boventonen boven de melodie uitspatten, ik ga verder met de melodie en de boventonen waardoor er een soort distortion effect ontstaat (dit effect bekom ik door mijn embouchure en keelopening te veranderen: er komen geen elektronische effecten aan te pas, nergens op de plaat trouwens).

Tijdens de voorbereidingen van deze opnamen ben ik beginnen experimenteren met het gebruik van mijn stem terwijl ik speel. Af en toe hoor je me effectief neuriën, zoals op 1:48.

Van 1:56 tot 2:19 hoor je goed hoe ik door met mijn tong op het riet te drukken aan pitchbending doe (vergelijkbaar met hoe je op een keyboard een melodie kan verhogen of verlagen). Deze passage is de aanloop naar een regenval van arpeggio's. Door razendsnel arpeggio's aaneen te rijgen krijg je verticale patronen (akkoorden) waar je ritmisch en melodisch mee kan spelen. Als tiener was ik uit mijn lood geslagen toen ik voor het eerst -aan een luisterpaal in de Antwerpse Fnac- Louis Sclavis' cd ‘Clarinettes’ hoorde, op het laatste nummer van dat album doet hij dit soort dingen. Die cd en vooral dat laatste nummer waren een openbaring voor mij...

Ik blijf hangen op een patroon en rond 3:14 komt de boventoon weer kijken. Ik schakel langzaam heen en weer tussen twee herhalende patronen terwijl de boventonen er bovenuit schreeuwen. Het resultaat klinkt weer meer als een elektronisch effect dan als een akoestische klarinet. Op het einde van het nummer laat ik de grondtonen volledig los waardoor enkel ijle -Evan Parkeriaanse- boventonen overblijven (van 4:47 tot het einde).

Meer over Joachim Badenhorst


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.