In het symfonisch repertoire wordt Johannes Brahms vaak aanzien als dé opvolger van Ludwig van Beethoven. Toeval of niet, de 2de symfonie staat bij beiden in dezelfde toonaard en is bij beiden net dat werk waarmee ze zich weten los te rukken van de traditie. Het Amsterdamse Concertgebouw Orkest bouwt met het uitbrengen van beider 2de symfonieën gestadig verder aan hun eigen live-catalogus. Eens te meer bewijst hun nieuwe chef Mariss Jansons dat het Concertgebouw met zijn aanstelling een schitterende keuze heeft gemaakt.

Beethovens 2de veroorzaakte bij haar première nogal wat ophef. Vooral de finale moest het door haar melodisch bizar hoofdthema bij het publiek ontgelden. Toch staat de symfonie qua opbouw verrassend dicht bij Haydn en Mozart. In de ritmische contrasten en het spel tussen majeur en mineur komt de eigenheid van Beethoven echter helemaal naar boven. Jansons kiest voor een vlotte en transparante lezing, waarin hij duidelijk oog heeft voor die beide elementen. Daarbij blijft er gelukkig voldoende ruimte voor verzorgde frasering en krijgt de muziek de nodige tijd om te ademen. De romantische lyriek bij de strijkers in het tweede deel is daar een schitterende illustratie van. Beethoven laat in dat tweede deel door het wisselspel tussen strijkers en houtblazers zijn voorgangers om het hoekje gluren, waardoor beide orkestgroepen hun verfijnde en ronde klank kunnen laten horen. Jansons en het Concertgebouw Orkest zetten een pretentieloze Beethoven neer, die meer leeft door de grote lijnen en spanningsbogen dan door de detailwerking. Hun uitvoering van Brahms' 2de symfonie toont echter dat het orkest zich in diens hoogromantiek nog meer thuis voelt. Brahms laat zijn symfonie groeien uit één piepkleine cel van amper drie noten. Die cel duikt de hele symfonie door opnieuw op en legt ook de basis voor de finale. In het eerste deel ontwikkelt Brahms daaruit een weemoedig cantabile, waarbij de zangerige cellomelodie herinnert aan zijn overbekende 'Wiegenlied'. In de finale gebruikt hij die cel als een snelle omspeling in de strijkers waarna het orkest in een fortissimo uitbarst. Nog meer dan in de uitvoering van Beethoven valt Jansons uitzonderlijk gevoel voor richting op. Hij stuurt zijn troepen perfect naar de grote climaxen zonder ook maar één moment de spanning te laten vallen. Zowel wanneer ze tutti spelen als in solistische passages blinkt het Concertgebouw Orkest uit door zijn helderheid en ronde klank, wat de occasionele misser - door het live-gehalte - doet vergeven.

Met deze cd breidt de catalogus van het Concertgebouw Orkest langzaam maar zeker uit. Dat er nog veel opnames van dit niveau mogen volgen...

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.