Het Brussels Jazz Orchestra behoort tot het kruim van de big bands. De afgelopen jaren waren ze dan ook te horen als begeleidingsgroep van grote namen als Bill Holman, Maria Schneider en Phil Woods of thuisspelers als Bert Joris, Toots Thielemans en Philip Catherine. Op 'Countermove' is voor het eerst in zeven jaar de muziek van leider Frank Vaganée te horen. De nummers op 'Countermove' maken al lange tijd deel uit van het repertoire en belandden eindelijk op cd. De plaat zuigt de luisteraar onverbiddelijk mee door de tijd om te belanden in de flamboyante jaren veertig, de gloriejaren van de big bands. Het BJO laat speelse lichtvoetigheid gepaard gaan met een doorgewinterde strakheid en precisie. Vaganée vist alle mogelijke big band-clichés op, maar laat zijn composities niet tot parodieën van zichzelf verworden door ze, in ware Ellingtontraditie, op het lijf te schrijven van zijn solisten die allemaal een heel eigen, modern geluid bijdragen. De blazers verschijnen in allerlei flitsende kleurcombinaties en weten, haast militair, van onbeschaamde geweldenaars naar fluisterende trippelteentjes over te schakelen. Vaganée is een meester in het creëren van auditieve doolhoven: de gelaagdheid van de muziek is buitengewoon.

De plaat heeft een stevige drive en klinkt erg organisch. Opener 'Mr. Iron, Stone, Wood, and I' is het ideale voorbeeld van hoe het orkest dit kan verbinden aan trippelende frivoliteit. Pianiste Nathalie Loriers zet in met een wulpse riedel die meteen door bombastische blazeraccenten wordt meegetrokken naar het thema dat een heerlijk lange, hoekige zin is. De ritmesectie swingt als een dolle trein met bassist Jos Machtel als machinist. Tenorsaxofonist Bart Defoort springt mee op de trein en gaat er op kruissnelheid vandoor met snelle, gefragmenteerde bopfrases die vrijelijk en lichtvoetig dollen met het thema. De breaks die de solo's van elkaar scheiden, zijn stuk voor stuk heerlijke miniatuurpareltjes die schetteren en knallen. Als een donderslag bij heldere hemel valt de band plots helemaal stil en kruipen piano, bas en bariton in een donker steegje waar er collectief een intimistische vrije improvisatie wordt gegeven. Saxofonist Bo Van Der Werf bromt als geen ander en weet met extra, niet-akkoordnoten een overdonderende, bezwerende solo neer te zetten. Als dan een snelle eentonige mantra en gejaagde blaasaccentjes een lugubere sfeer creëren, gaat Van Der Werf naar een donkere climax toe die op zijn beurt omgebogen wordt naar een anticlimax waarin er terug naar de wulpse swing wordt gegrepen, waarover Loriers dan mag soleren.
Het orkest moet ook niet altijd op volle kracht spelen van Vaganée. Op 'Seasoned' laat hij een erg gevoelig, tenger orkest horen. Loriers speelt hier de hoofdrol: grote delen worden vertolkt door bas, piano en drum. Marc Van den Hoof beschrijft Loriers' rol treffend in de liner notes: met haar elegante, zangerige manier van fraseren en haar buitengewoon fraaie toucher lijkt ze de ideale solist voor dit stuk. De mijmerende ballad begint met een breekbare contrapunt van piano en bas die onderbroken wordt door een voorzichtig botsende break. Na een pianosolo volgt er een zweverig blaasintermezzo dat bewijst dat ook in de ongedwongen subtiliteit van het nummer een verregaande gelaagdheid huist.

'Countermove' is een perfecte plaat. Het orkest speelt ontspannen, dynamisch en gecontroleerd. De solisten krijgen veel vrijheid en benutten die om hun stempel te drukken op de jazzgeschiedenis die enthousiast wordt uitgeademd door elke compositie. De uitgesponnen melodieën en de adembenemende complexiteit van de nummers worden met zo'n speelse bravoure en avontuurlijke creativiteit gebracht dat 'Countermove' voor weken onverbiddelijke fascinatie zal zorgen.

Meer over Brussels Jazz Orchestra


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.