Over één zaak waren de hafabramedia het eens: de editie van Brass In Concert 2010 was de meest grijze in jaren. Durf en vernieuwing hadden plaatsgemaakt voor voorzichtig voortborduren op vertrouwde concepten. En laat dat nu net het allerlaatste zijn wat het grootste entertainmentconcours in de hafabra nodig heeft. Gelukkig hoeft wie de dvd afwachtte niet te vrezen voor slaapverwekkende momenten, al mag de presentatie door Frank Renton ook eens een beetje anders dan de vorige jaren. De eerste dvd is al in hoofdzaak gewijd aan het galaconcert buiten de wedstrijd, waar Foden’s Band en vooral Black Dyke voor mooie momenten zorgden en de competitie voorbehouden werd voor het tweede schijfje. Dat deze selectie dit jaar op slechts twee in plaats van de gebruikelijke drie dvd’s staat, ligt trouwens niet aan het geschikte materiaal dat voorhanden was, maar aan nieuwe, plaatsbesparende technologieën, waardoor de tweede dvd meer dan drie uur live-fragmenten bevat. 

Foden’s Band, voor deze gelegenheid geleid door dirigent John Wallace zet op dvd 1 meteen de toon met een vol klinkende ‘Liberty Fanfare’ van John Williams. Kabalevsky’s aalvlugge ouverture van de opera ‘Colas Breugnon’ is een ware technische uitdaging voor de muzikanten, die gelukkig ook voor het publiek genietbaar blijft. De band gaat op dat elan verder in het schijnbaar eenvoudigere fuga van Philip Sparkes ‘Graduation Day’. Het begint als een imitatie van Bach, maar schakelt dan over in een swingmood, duidelijk een kolfje naar de hand van Foden’s. De Black Dyke Band begint hun deel dan weer groots maar tegelijk tintelfris met Paul Lovatt-Coopers jeugdig aandoende ‘Home Of Legends’ om vervolgens enkele van hun solisten in de kijker te plaatsen. Baritonist Gareth Brindle, die opvallend genoeg blijft zweren bij een bariton met drie ventielen (waar vele professionals intussen kozen voor de nieuwere vierventieler), blijft beklijven in ‘Donegal Bay’. In ‘The Golden Swing Of Black Dyke’, een medley van ‘Opus One’ (Sy Oliver), ‘I Only Have Eyes For You’ en ‘Mack The Knife’, is het tijd voor een duet tussen bastrombonist Adrian Hirst en oudgediende John French (voor de gelegenheid als euphoniumsolist). Het hoogtepunt volgt pas wanneer bastubist Joseph Cook ‘Klezmorim’ op een virtuoze manier, maar met de nodige humor, naar zijn hand zet: van pedaalnoten tot het hoge register, met nog wat multiphonics erbovenop, en met soms duizelingwekkend vlugge vingerbewegingen. De afsluiter ‘Giants’ van Peter Graham bevestigt alleen maar tot wat dit orkest in staat is. Als bonus bevat de eerste dvd ook nog fragmenten van de workshops die die dag werden georganiseerd en enkele interessante interviews met veteranen Roy Newsome en Richard Evans, Peter Meechan, Jeremy Wise en de jonge euphoniumbelofte Matthew White. 

De tweede cd opent met de Reg Vardy Band, de enige band die van 1977 tot nu aan alle edities van deze wedstrijd deelnam. Dirigent Ray Farr, die al vijf keer Brass in Concert won, opteert al enige tijd voor een easy-listening jazzy variétéaanpak, waaruit Pat Metheny’s ‘First Circle’ en het op Chopins ‘Etude opus 10’ gebaseerde ‘Revolutionary Rock’ deze dvd haalden. Niet onaardig, maar stilaan belegen. Redbridge Brass scoort wel met ‘Pipework’, een solo voor percussie waarin in- en uitschuifbare afvoerpijpen als melodisch slagwerk fungeren. Met Andrew Lloyd Webbers ‘With One Look’, gezongen door Rosie Evans, en de ‘Bolero’ valt er bij hun echter niet veel nieuws meer te beleven. De Flowers Band en Rothwell Temperance moesten het van ouderwetse humor hebben, de eerste met ‘Play That Country Tuba, Cowboy’ met een koortje mannelijke cowgirls, laatstgenoemde met een imitatie van politica en draak Ann Widdecombe. Ook Brighouse & Rastrick, met achtvoudig winnaar Richard Evans aan het roer had niet het best geïnspireerde programma, al behoorden de uitvoeringen van ‘Sussudio’ en ‘Little April Showers’ toch tot de betere helft. 

Dan liever de Leyland Band, die onder leiding van de boomlange Philip Harper met ‘The Wizard’ de prijs voor beste mars won. Harper arrangeerde voorts nog Archie Fishers folksong ‘The Witch Of The Westmerlands’ (het bewijs dat een mooie ballade tijdloos blijft) en ‘That Old Black Magic’, weliswaar ook het soort populaire jazz waar Reg Vardy mee dweept, maar Harper bereikt er als arrangeur en dirigent simpelweg meer mee. Tredegar Town speelde enorm gedreven en had een gevarieerd repertoire van het bigbandwerkje ‘Activate’ tot ‘The Typewriter’ met een persiflage op Florence uit Little Britain. Bovenal mag van deze band ‘Legends Of Cyfartha’ herinnerd blijven, een bewerking van verschillende Welshe melodieën, die de prijs kreeg voor de best nieuwe compositie. 

Carlton Main Frickley Colliery Band komt meestal niet in aanmerking voor de hoofdprijs, maar dirigent Philip McCann zorgt met zijn neus voor mooie muziek elk jaar weer voor een paar mooie momenten en dat met een band niet-betaalde spelers. Cornettiste Kirsty Abbotts schittert in ‘L’Amore Sei Tu’ en Freddie Mercury’s ‘Seaside Rendez-Vous’. Queen kwam ook aan bod in de set van Foden’s, met ‘Innuendo’, een song die zich uitstekend leent voor brassband. Euphoniumsolist Glyn Williams sleepte met zijn uitvoering van ‘My Favourite Things’ de euphonium award in de wacht. Zijn collega bij de Fairey Band, rijzende ster Matthew White, kreeg de algemene solistenprijs voor zijn duizelingwekkende prestatie in  ‘Bravoura’. Fairey Band had met dirigent Steve Sykes overigens een van de interessantste programma’s bijeengeraapt: ‘Blackbird Special’ (Dirty Dozen Brassband), de klezmerachtige ‘Wedding Dance’ (Jacques Press) en een bloedmooie finale met een fragment uit Katchaturians ‘Symphony No.3’. 

Toch bleek dat onvoldoende voor de eindzege. De Grimethorpe Colliery Band leverde een ijzersterk gespeeld en goedgekozen repertoire, dat hier volledig vertegenwoordigd is. De charismatische dirigent Allan Withington loodste hun naar de trofee langsheen Verdi’s ‘Drinking Song’ uit ‘La Traviata’, Burt Bacharachs ‘Wives And Lovers’, Monteverdi’s ‘Magnificat’ en ‘Et Exultavit’ – voor ondergetekende het absolute hoogtepunt van deze dvd -, een hemelse solo van sopraancornettist Kevin Crockford in Vivaldi’s ‘Winter’, ‘A Fistful Of Dollars’, ‘Music To Watch Girls By’, ‘Moto Perpetuo’ van de onbekende Ottokar Nováček en een reeks variaties op de brassbandklassieker ‘Carnival Of Venice’. 

Ondanks heel wat mindere momenten, veroorzaakt door het feit dat van alle deelnemende bands minstens twee werken op dvd mogen (of moeten?), blijft meer dan de helft van de vier uren muziek die hier aangeboden worden, de moeite waard. In de toekomst is een strengere selectie echter wenselijk, zeker in een relatief mager jaar als dit.

Meer over V/A


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.