Nieuw bij Jazz Middelheim 2005 waren de solopianorecitals die op 13, 14 en 15 augustus telkens in de namiddag plaats hadden in de Blauwe Zaal van deSingel. Waar dit jazzgenre vroeger in de tent nogal eens verloren ging tussen Duvel aansleurende huisvaders, rondrennende kinderen en bezoekers die zich verwoed afvroegen of de drummer misschien nog in de file zat, bleek de nieuwe locatie een goede keuze te zijn om deze soms uiterst breekbare muziek tot haar recht te laten komen. Bovendien waren de programmatoren er in geslaagd drie heel uiteenlopende klavierreuzen naar Antwerpen te halen: oppereclecticus Uri Caine, Afro-jazz pionier Randy Weston en Fred Hersch, jazzpianist pur sang. Bovendien kwamen ze alle drie ook in ensembleverband op het festival aan bod, waardoor de luisteraar de kans kreeg om ze in verschillende situaties aan het werk te horen en indien gewenst te vergelijken.

13 augustus – Uri Caine

Na zijn concert met Bedrock op vrijdagavond, was het zaterdagnamiddag aan Uri Caine om de zaak alleen waar te maken. Zoals het een volleerde eclecticus van rond de eeuwwisseling betaamt, putte hij voor zijn soloset uit de hele muziekgeschiedenis. Hij switchte van de jazz-gouden ouwe 'Honeysuckle Rose' naar Mahlerlieder als 'Wenn mein Schatz Hochzeit Macht' of 'Ging heut' morgen übers Feld' of flarden Mahlersymfonieën en graaide onderwegen nog 'Blackbird' van de Beatles, Sousa's marsklassieker de 'The Stars and Stripes Forever' en flarden Janacek en Skriabin mee. Dat Caine geen gebrek aan achtergrond verweten kan worden, werd in het verleden al duidelijk met projecten omtrent Bach, Mahler, Wagner, Beethoven, Schumann of het Tin Pan Alley repertoire. Het spijtige is echter dat hij solo met dit concept niet dezelfde creativiteit aan de dag legt die te horen is wanneer hij zich weet te omringen met collega's.

Uri Caine (foto: Jan Landau)
Uri Caine (foto: Jan Landau)

Zo groot als het plezier kon zijn bij het herkennen van deze of gene melodie, zo vermoeiend was het recital als geheel. Caine – in gesprekken de rust zelve – haalde zijn meest nerveuze kant boven, waarbij verbrokkeling, vrije, dissonante passages en referenties naar en parafrases van bekende melodieën haastig door elkaar liepen, haast zonder echte structuur. Van een degelijke opbouw was zelden sprake, waardoor zijn stukken eender wanneer zouden kunnen beginnen of eindigen. Bovendien keerden bepaalde pianistenformules steeds opnieuw terug, wat het geheel een routineus karakter gaf, hetgeen nog versterkt werd door de wetenschap dat Caine in solorecitals nu al jaren hetzelfde reservoir van melodiemateriaal aanspreekt. Daarnaast leken de virtuoze, verhakkelde formules meer dan eens een vlucht weg van de melodie. Alleen wanneer hij inzette met 'Blackbird' of het beroemde 'Adagietto' uit Mahlers 5de symfonie was er even sprake van een zangerige melodievoering. Het beeld van Caine als de koude ironicus met emotioneel lege muziek mag dan niet stroken met zijn menselijke uitstraling, het was een beeld dat gemakkelijk kon blijven hangen na zijn soloset. Een eerste kennismaking met de Caine zoals die hier als solist te horen was, kan bij de eerste maal heel verfrissend en amusant zijn, maar wordt bij een volgende confrontatie toch snel routineus en vermoeiend.

14 augustus – Randy Weston

Wie dacht dat op zondag Randy Weston, met zijn voorliefde voor en invloeden van Afrikaanse muziek, een gemakkelijkere hap zou worden, kon zich al snel verslikken. Liefhebbers van folklore waren bij deze (letterlijk en figuurlijk) grote pianist de verkeerde zaal binnen gewandeld. Net als de set van Caine vroeg die van Weston veel concentratie van het publiek, maar waar dat Caines muziek eerder vermoeiend maakte, werd die van Weston intensief.

Randy Weston (foto: Jan Landau)
Randy Weston (foto: Jan Landau)

Dat het repertoire van Weston varieerde van gospels en walsen tot een Congolees kinderliedje, weerhield de man er niet van om alles steevast een eigen draai te geven, waardoor het Afrikaanse ondergeschikt werd aan Westons persoonlijke muziekwereld. Al snel werd duidelijk dat de muziek van Thelonious Monk daarin een belangrijke plaats innam. Hoekige en onvoorspelbare melodieën en verbrokkelde ritmes lieten de muziek geregeld en plots een eerste straat rechts of een derde links indraaien. Warme gospelakkoorden mochten openen, maar werden al snel daarna tot donkere clusters bijgekleurd en repetitieve formules mochten zich even settelen, maar werden er even snel weer uitgekieperd. Het net iets meer toelaten van melodie, het niet systematisch met formules werken en het gebruiken van eigen composities zorgden hierbij voor een meer coherent geheel waarbij logica en verrassing beter in balans waren dan bij Uri Caine. Bovendien geneerde Weston zich ook niet om het af en toe iets gemakkelijker te maken, zoals in zijn mooi in de hoogte twinkelende versie van het Congolese kinderliedje. Als bisnummer draaide Weston enkele jazzstandars als 'How High the Moon' en 'Caravan' tot één geheel door elkaar. Dat ook Monks 'Well You Needn't' in de mix zat, was – gelet op Westons koppige speelstijl – niet meer dan logisch.

15 augustus – Fred Hersch

De laatste in de minireeks van solopianisten was Fred Hersch, een man met een meer dan respectabele staat van dienst als eenzame pianist, zowel op het podium als op cd. In tegenstelling tot zijn voorgangers Caine en Weston is hij een pianist van uiterst klassieke snit die in zijn programma's een evenwicht vond tussen standards en eigen composities. Met eigen stukken als 'At the Close of the Day' of 'A Lark' toonde Hersch zich bovendien (weer) als een componist van wie bepaalde werken zulke harmonische en melodische kwaliteiten hebben dat ze de ambitie mogen koesteren ooit tot het algemene standardrepertoire van de jazz te kunnen behoren. Optredens van Hersch blinken niet uit in schokkende verrassingen, waarop zijn soloconcert op maandagnamiddag geen uitzondering was. In de plaats daarvan kreeg de luisteraar de evenwichtige en zangerige pianist te horen die langzaamaan tot een jazzicoon aan het uitgroeien is. Waar Caine en Weston bruusk met een thema aan de haal gingen, ging Hersch er rustig mee wandelen. Bloedmooi en ongegeneerd melodisch strooide hij de thema's naar het publiek in een stijl die even goed te leen ging bij de polyfonie van Bach als bij de romantische pianoliteratuur.

Fred Hersch (foto: Jan Landau)
Fred Hersch (foto: Jan Landau)

Op sommige momenten kwam de meligheid even aan de horizon piepen, zoals bij het pas geschreven dromerige 'Poem in a Cloud' of het op Valentijnsdag gecomponeerde 'Valentine'. Meestal mikte Hersch echter recht in het hart van de bezoeker met muziek die wars was van elke modegril. Wat bij Caine een storende factor geworden is – het jarenlang herhalen van dezelfde thema's – nam bij Hersch een andere vorm aan. Hersch' versie van standards waren effectief zijn versies en als dusdanig herkenbaar uit de duizenden: niet vanwege grensverleggende virtuositeit, maar omwille van de emotionele invulling. Zijn puntige staccatoversie van Tizols 'Caravan' – een mengeling van polyfonie, plagerige cartoondissonantie en tango-achtige accenten – of de manier waarop hij Ellingtons 'Mood Indigo' liet openplooien – van mysterieus gekleurde akkoorden naar weidse pianoconcerto-allures – waren niet minder dan uniek. Op een festival dat terecht nieuwe spelconcepten en elektronica omarmde, werd duidelijk dat de kracht van muziek ook ergens anders kan liggen dan in het extravert zoeken. Als weinig anderen verstond en verstaat Fred Hersch de kunst om de tijd stil te zetten, iets waar sommige steviger geëquipeerde ensembles op Jazz Middelheim alleen van konden dromen.

Meer over Jazz Middelheim 2005 - Pianorecitals


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.