Na jaargangen met concerten gebouwd rond de jazz van Chicago en New York, deed de vzw Sound in Motion het vorig seizoen wat rustiger aan. Stilte voor de storm, zo blijkt nu, want met het najaarsoffensief Oorstof is het meteen alle hens aan dek.

Negen concertavonden, verspreid over het Zuiderpershuis en het  co Sint-Andries en dat op nog geen twee maanden tijd: rustig op gang komen is er dit jaar niet bij. Bovendien is elke avond samengesteld uit minstens twee optredens, waarbij een concert van een buitenlandse act gekoppeld wordt aan Belgische of in België verblijvende muzikanten. Niet minder dan vijf van deze combi-avonden staan geprogrammeerd voor oktober in een tijdspanne van niet veel meer dan twee weken.

Vintage elektronica

Bitchin Bajas
Bitchin Bajas
Focuste Sound in Motion vroeger op jazz en improv, nu wordt de deur opengezet naar de elektronica die de plak zwaait in het eerste en het laatste concert van oktober. De focus ligt daarbij niet op de hi-tech, maar op het vintage materiaal in verschillende soorten en maten. Op 12 oktober zijn het vooral de synthesizers die het voor het zeggen hebben bij Bitchin Bajas. Van dit driemanschap van Cooper Crain, Rob Frye en Dan Quinlivan verscheen eind augustus een nieuwe, titelloze cd bij Drag City, waarop de band schippert tussen soefi-drones en het harmonisch-repetitieve van Terry Riley: muziek die wisselt tussen zacht glooiende en bevroren momenten. Iets schokkeriger is het geluid van W.Ravenveer die in zijn solowerk de ruwere, noise-achtige kant van het spectrum van de synthesizer opzoekt. Op de openingsavond van Oorstof wordt hij echter gekoppeld aan D.Edren die als DSR Lines doorgaans een meer gestileerde esthetiek huldigt.

Dieper in de geschiedenis duikt Julie Normal, groot geworden met punk, maar later terecht gekomen aan het conservatorium van Straasburg. Bij haar geen synthesizers, maar wel de ondes-Martenot. Dit vroege elektronisch instrument, zo’n vijfentachtig jaar geleden uitgevonden door Maurice Martenot, is vooral bekend omwille van het spookachtig schuivende geluid uit de ‘Turangalîla-Symphonie’ (en andere werken) van Messiaen. Echt doorbreken deed het niet, maar verdwijnen al evenmin: een reden om het op Oorstof speciaal naar de voorgrond te halen.

Tijdens het laatste optreden van oktober zoekt Oorstof het nog verder in het verleden met Blueblut. Vooral dan met de inbreng van Pamelia Kurstin op theremin. Deze muzikante speelde aanvankelijk piano en bas, maar maakte in 1999 kennis met het honderd jaar oude elektronische instrument van Russische makelij. Als weinig anderen beheerst Kurstin het zangerige geluid waarvan de toonhoogte met de rechterhand en de dynamiek met de linker gecontroleerd wordt. Hoe het allemaal perfect in z’n werk gaat, is te zien in een filmpje van een TED-lezing die een giechelende Kurstin twaalf jaar geleden gaf. Hierin laat ze niet alleen horen dat ze het instrument technisch beheerst, maar ook dat ze er muzikaal mee uit de voeten kan: of het nu gaat om een heerlijk zingende melodie of om een smooth wandelende baspartij.

Blueblut
Blueblut
Voor Blueblut krijgt Kurstin het gezelschap van drummer Mark Holub (Led Bib) en gitarist Chris Janka. Dat resulteert op het album ‘Hurts so Gut’ in een hoogst amusant allegaartje van punky energie, hakkende ritmes, lo-fi knutselimprov, calypso, rammelrock en een slaapliedje.

Het optreden van Blueblut op 29 oktober wordt voorafgegaan door het treffen van Orphan Fairytale & Milan W. Milan Warmoeskerken heeft als lid van Blackie & The Oohoos, Condor Gruppe en Flying Horseman een vaste plaats verworven in de beter Belgische rock, terwijl Orphan Fairytale (Eva Van Deuren) doorgaans solo werkt, bij voorkeur met home made elektronica en cassettes.

Kleine bezettingen

Voor de jazzconcerten focust Oorstof zich in oktober vooral op de kleine formaties. Het co Sint-Andries is zo op 17 oktober het decor voor twee duo’s die telkens muzikanten uit verschillende generaties samenbrengen. Dat een aardig leeftijdsverschil geen probleem hoeft te vormen, lieten Joe McPhee & Chris Corsano eerder al horen op enkele releases van het Roaratorio label. Een derde album 'Dream Defenders' verschijnt op 10 oktober. Een gelegenheidsformatie is het duo dan ook bezwaarlijk te noemen.

Chris Corsano & Joe McPhee (foto: Esther May Campbell)
Chris Corsano & Joe McPhee (foto: Esther May Campbell)
McPhee viert dit jaar zijn vijfenzeventigste verjaardag, maar afgaande op zijn gastoptreden in het Zuiderpershuis bij Universal Indians eerder dit jaar, heeft hij van het vorderen van de jaren weinig last. Corsano moet de kaap van de veertig nog ronden, maar kent de duobezetting als weinig anderen. Ook met saxofonist Paul Flaherty en gitarist Mike Flower vormt hij vaste tweespannen. McPhee en Corsano zijn bovendien veelgevraagde huurlingen die samen met zowat alles en iedereen uit de geimproviseerde muziek en daarbuiten (Corsano vergezelde zangeres Björk voor haar album ‘Volta’) gespeeld hebben.

Naast de twee Amerikanen treffen is het co Sint-Andies diezelfde avond ook twee Belgen, met opnieuw een grote leeftijdskloof. Toen saxofonist Cel Overberghe in de jaren ’70 met onder andere Fred Van Hove aan de wieg stond van de Werkgroep Improviserende Musici, was immers er nog lang geen sprake van euphonium- en trompetspeler Niels Van Heertum (1990). Deze laatste lijkt, gelet op het groot aantal verschillende projecten waarin hij te horen is, de beste papieren te hebben om ooit tot opvolger van veelspeler-trompettist Bart Maris gekroond te worden. Temeer daar Van Heertum, op de scène verschenen als lid van het collectief Ifa y Xango, zich niet opsluit in één muzikale wereld. Zo stond hij dit jaar op Jazz Middelheim met MikMâäk, speelde hij op Couleur Café met DJ Tuedo en was hij te horen op het meer pop en chanson gerichte debuut van Mount Meru.

Elektrische tandenborstel

Nog bescheidener dan de duoformatie is het solo-optreden van saxofonist Martin Küchen op 26 oktober in het Zuiderpershuis. Ondanks de naam die hij voor zichzelf gemaakt heeft met in de eerste plaats zijn grotere band Angles, is het solospelen voor deze Zweed geen bijkomstigheid. Met reeds vier releases is het zelfs een van zijn best gedocumenteerde formats. Als solist richt Küchen zich op soundscapes, opgetrokken uit abstracte wind- en klepgeluiden van de saxofoon, eventueel aangevuld met het zoemen van een pocketradio of een elektrische tandenborstel. Flarden of contouren van melodisch materiaal mogen hier en daar doorschemeren, maar nemen nooit het heft echt in handen, waardoor de muziek een abstractie bewaart die de luisteraar aan het werk zet. Dat zal ongetwijfeld ook zo zijn bij het duo van Michael Evans & Susan Hefner, al was het maar omdat de combinatie van een percussionist en danseres niet alle dagen te zien en te horen is.

Martin Küchen
Martin Küchen
De enige formatie die iets grotere proporties aanneemt, is het Rob Mazurek Pulsar Quartet. Cornettist Mazurke maakte naam in de fel gehypete Chicago jazz-scene met het Chicago Underground Collective. In vergelijking met die poel van musici klinkt het Pulsar Quartet wat traditioneler, zoals te horen is op de in 2012 verschenen cd ‘Stellar Pulsations’: af en toe groovy, voorzien van een ballad, met het hoekige van de jonge generatie jazzmuzikanten, gedrenkt in de Zuid-Amerikaanse muziek (niet voor niets is São Paulo ondertussen Mazureks tweede thuis geworden) of toch wat vrijer. In zijn Pulsar Quartet wordt Mazurek vervoegd door twee muzikanten uit zijn Exploding Star Orchestra, drummer John Herndon (Tortoise) en bassist Matt Lux. Het kwartet wordt vervolledigd door pianiste Angelica Sanchez.

Diezelfde avond is ook Seppe Gebruers (Ifa y Xango) te horen, een muzikant met een zwak voor de Machault, kwarttoonpiano’s en vrije improvisatie. Gebruers was dit jaar winnaar van de Sabam Jazz Award voor jong talent en is op Oorstof te horen samen met kunstenares Sigrid Tanghe die de muziek live van beelden zal voorzien.

Meer over Oorstof - oktober 2014


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.