Het label LSO live, waaronder het London Symphony Orchestra zijn cd's uitbrengt, stelt eigenlijk nooit teleur. Deze reeks opnames van live-concerten van het orkest haalt steeds een benijdenswaardig hoog niveau, en dat is hier niet anders. Rostropovich dirigeert een uitvoering van Shostakovich' achtste symfonie, in een erg klassieke maar overtuigende manier, zonder veel verrassingen, maar wel oerdegelijk.

Shostakovich' achtste is de middelste van de drie symfonieën die de componist tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef. En hoewel van Sovjetcomponisten verwacht werd dat hun muziek arbeiders en soldaten inspireerde in hun strijd voor het vaderland, geeft deze symfonie meer blijk van een onmenselijke hardheid dan van vreugde of hoop op overwinning en daarom kan de achtste dus gemakkelijk Shostakovich' donkerste genoemd worden. Het magistrale eerste deel wordt langzaam, doorheen zijn volle, twintig minuten durende lengte, opgebouwd van een erg pessimistisch, stil en traag begin, naar een overdonderende climax. Hierna, niet voor de eerste keer in Shostakovich' oeuvre, volgt een soort van zwart gat, een gevoel van shock na een verschrikking. Het derde van de vijf delen, is opgevat als mars, maar één die zo koppig aan zijn afgemeten beginritme vasthoudt dat de muziek bijna mechanisch wordt, als een machine die onverbiddelijk voortrolt. Korte solo's van trompet of houtblazers schieten af en toe boven deze pletwals uit en versterken het militaristische karakter van die muziek. Alleen het slagwerk, pauken dan vooral, vallen een beetje tegen; hun ostinato- ritmes klinken wat te gereserveerd, te beschaafd en dus te weinig in de geest van Shostakovich' symfonie. Ook de (lage) strijkers zijn hierdoor soms wat geplaagd: in sterke passages klinkt hun klank wat te diffuus en te weinig kernachtig. Aan het eind van het werk dooft de muziek langzaam uit, alsof alle energie, al het uiterlijk vertoon, opgebruikt is en de luisteraar achterblijft met een onwezenlijk gevoel van leegte. Zoals dat ook op andere cd's van het LSO is, vormen de solo-instrumenten, piccolo in het tweede en vierde deel, fagot aan het begin van het vijfde of engelse hoorn in het eerste, een van de belangrijkste troeven. Elke, in deze symfonie erg lange, solo wordt vlot en quasi moeiteloos gespeeld, zonder een enkele misser, wat opmerkelijk is voor een live-opname. Ook het koper is duidelijk in vorm; als het moet, blazen zij het orkest moeiteloos onderuit.

Rostropovich dirigeert het LSO zonder veel af te wijken van de klassieke interpretatie, zoals bijvoorbeeld die met Rudolf Barshai. De muziek wordt wel meesterlijk gebalanceerd tussen quasi onstuitbare marspassages, die bij het London Symphony Orchestra bijna machinaal aandoen, en moedeloze, donkere gedeeltes. De soms wat te zachte klank van het orkest wordt dan weer ruimschoots goedgemaakt door het grote technische en muzikale meesterschap van de muzikanten.

Meer over Dmitri Shostakovich


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.