De titel van deze drie compilatie-cd's slaat op de naam die aan de muziek van drie grote Franse componisten van rond de eeuwwisseling werd gegeven: Claude Debussy, Maurice Ravel en Erik Satie. Met enige goede wil kan je inderdaad zeggen dat met Debussy's 'prélude à l'après-midi d'un faune', moderne muziek haar gestalte kreeg. Zeker is dat de muziek van Debussy en Satie, met de wat jongere Ravel op sleeptouw, het hoofdstuk van de Franse romantiek definitief afsloot en een muzikaal equivalent vormde voor wat doorgaans als impressionisme of symbolisme wordt omschreven in de schilderkunst en de literatuur. Een nieuwe golf doorheen de muziekgeschiedenis dus en deze drie cd'tjes stellen een soort van 'best of' voor, een greep van tussen de vijfenzeventig en de tachtig minuten telkens uit het werk van elk van deze drie componisten. Dat levert bij Debussy en Ravel grotendeels gekende maar bij Satie veelal onbekend werk op.

Jean-Yves Thibaudet speelde een groot deel van de pianomuziek op de cd's in, met een voortvarende interpretatie van Debussys twee 'Arabesques' bijvoorbeeld, heel vlot en zonder nodeloos de melodie halt te laten houden. Alexis Weissenberg neemt enkele andere werken voor zijn rekening zoals het overbekende 'Clair de Lune', dat hij heel introvert en verlegen houdt. Wat jammer dat de ouderdom van Svatoslav Richters uitvoering van 'Jardins sous la Pluie' wat te merken is maar daar staat natuurlijk een sublieme uitvoering tegenover. Saties watermerk, het muzikale equivalent van het surrealisme toont zich in werkjes als de 'Trois morceaux en forme de poire' dat echter een redelijk serieuze uitvoering meekrijgt van Pascal Rogé en Jean-Philippe Collard, met een retoriek die heel klassiek en romantisch aandoet. Elly Ameling is niet altijd even verstaanbaar maar wel heel komisch in 'La Diva de l'Empire' van Satie, het enige lied dat op deze verzameling staat.

Wat orkestmuziek betreft kunnen we enkele mooie momenten eruit lichten: Haitinks lezing met het Koninklijk Concertgebouworkest van het tweede deel uit Debussys 'La Mer' komt heel beheerst en sensueel over. Michael Tilson-Thomas zorgt voor bijzonder exotisch klinkende soli in de houtblazers in 'Par les rues et les Chemins', het eerste deel uit Debussy's 'Iberia'. Maar hier laat de klank van de opname af en toe wel wat te wensen over. Ook het dromerige, ijle 'Prélude à l'après-midi d'un faune', met dezelfde dirigent en hetzelfde Boston Symphony Orchestra wordt net wat te hardhandig aangepakt. Heel delicaat is dan weer Ravels 'Alborada del Grazioso' in een uitvoering van het Detroit Symphony Orchestra. Knap ook het 'Menuet Antique' van Ravel, waar Bernard Haitink al het mogelijke contrast qua dynamiek en klankrijkdom uit het Boston Symphony Orchestra weet te halen. Ook prachtig sardonisch is de manier waarop dirigent Manuel Rosenthal het Orchestre National de l'ORTF aanwendt om Saties surrealistische muziek goed in de verf te zetten, in de 'Trois petites pièces montées'.

Deze uitgave, mooi verpakt en geïllustreerd maar een beetje licht uitgevallen wat de dikte en inhoud van het cd-boekje betreft, presenteert een mooie dwarsdoorsnede van de muziek van deze drie belangrijkste Franse componisten. Met uitvoeringen die het beste uit de archieven van decca voorstellen valt deze drie-dubbelcd bovendien onmogelijk tegen.

Meer over V/C


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.