Het is ondertussen al weer zeven jaar geleden dat de eerste plaat van de reeks Congotronics verscheen. De weerklank onder Westerse (pop)muzikanten was indrukwekkend: “alternatieve” producers en rockers (en vaak niet de minst bekende) vielen voor de primitieve distortion, de repetitieve melodieën of de gelaagde ritmiek van Konono No. 1 en later ook van de Kasai Allstars. 

Het was dan ook niet verwonderlijk dat bij het Belgische label Crammed, waar de Congotronics-cd’s verschenen, diverse verzoeken binnenliepen van muzikanten die de originele Congolse nummers wilden remixen. In Brussel hielden ze echter de boot af. Tot in 2010 ‘Tradi-Mods vs Rockers’ verscheen, een plaat waarop muzikanten uit verschillende hoeken van het muzikale spectrum aan de slag gaan met muziek uit de Congotronics-reeks.

Een zoveelste remix-album is het echter niet geworden. Daarvoor zijn de muzikanten, wat hen aanspreekt in de originele muziek en de manier waarop ze zelf met het basismateriaal omgaan te divers. De ene gaat voor het ritme (al dan niet in complexe stapeling), de andere voor een catchy melodische sample, voor de sound van de “primitieve” elektronica of voor een combinatie van deze facetten.

Het lenen bij de Congolezen is het meest en het gemakkelijkst hoorbaar bij de muzikanten die werken met samples uit de originele nummers. Opvallend daarbij is dat iedereen, zonder uitzondering, er echter voor zorgt dat zijn eigen stempel doorweegt. De nieuwe songs en remixen zijn dus nooit gratuit, maar getuigen van een mooie balans tussen origineel en bewerking. Gelet op de karakteristieken van de Congotronics-muziek, kan het niet verbazen dat vooral een gestoorde popgroep als Animal Collective er weg mee weet. Hun weirde klankwereld vol hoekige ritmiek en gestapelde lagen sluit naadloos aan bij de esthetiek van de originele muziek, waardoor hun ‘Quick As White’ een van de beste tracks van de dubbel-cd wordt.

Mark Ernestus kiest meer voor een dubby interpretatie met korte samples en goed getimede echo, waardoor zijn ‘Masikulu Dub’ zich vlak onder het wateroppervlak lijkt af te spelen. Qua elektronische verfijning vallen vooral de tracks van Woom en Burnt Friedman op. Optimo’s versie van ‘Wulbanzanga’ blijft echter wat té “beschaafd”. De overduidelijke en daardoor ook wat voorspelbare opbouw, nemen een groot deel van de potentiële spanning weg en maken dat dit nummer wat bleek uitvalt tegenover de rest. Dan is wat Bear Bones, Lay Low met ‘Kule Kule’ doet interessanter. Iets grover van korrel, lijkt het alsof de originele samples door een objectiverende filter gestuurd worden en de felle kleuren worden overgezet naar even knappe en genuanceerde grijstinten.

Van de meer elektronische tracks springen verder die van Micachu & The Shapes en de Japanner EYE er uit. Beide hebben een hoog collage gehalte, waarbij de eerste constante beweging en een natuurlijke flow behoudt, terwijl de tweede door het bruusker verknippen van het basismateriaal blijft verrassen.

Naast de voor de hand liggende manier om met samples aan de slag te gaan, zijn er ook muzikanten en bands die er voor gekozen hebben om alles zelf te spelen, waarbij ze al dan niet uitgaan van een bestaand Congotronics-nummer. Zo hebben Deerhoof, Andrew Bird en Jherek Bischoff gekozen om een track uit te schrijven en met eigen middelen na te spelen. Vooral bij deze laatste is het resultaat even opvallend als bevreemdend. Zijn versie van ‘Kule Kule’ voor een sextet van strijkers en blazers verplaats het Afrikaanse origineel moeiteloos naar Afghanistan, waardoor het exotische bewaard wordt, maar een totaal andere invulling krijgt. De bewerking die de Amerikaanse groep Skeletons maakte van Sobanza Mimanisa’s ‘Kiwembo’ kan tellen als een van de hoogtepunten van het album. De kleine, ritmische en repetitieve melodieën renderen maximaal en doen zo aan de muziek van Battles denken. De distortion die aangewend wordt, krijgt een heel eigen plaats, waardoor dat aloude effect (zo bekend uit de Westerse rock en Congotronics) heel fris en verrassend overkomt.

Nog verder dan de arrangeurs, gaan de muzikanten die op ‘Trad-Mods vs Rockers’ vertegenwoordigd zijn met een zelfgeschreven song die geïnspireerd werd door de Congolese muziek. Bij het Belgische trio Hoquets is de link voornamelijk gelegen in het zelf bouwen van de gebruikte instrumenten. Door zich daarbij vooral te richten op lichte percussieklanken, klinkt hun ‘Likembes’ als een huis-tuin-en-keukenversie van Konono No. 1, inclusief de roepzang in vraag en antwoord. Het Amerikaanse Au gaat met ‘Two Labors’ dan weer eerder voor de pure adrenaline. Van meet af aan schiet het duo in volle vaart vooruit in een aanstekelijke electropopdrive, inclusief psychedelisch geflipper waarin de geest van de meest opzwepende muziek uit Congotronics-reeks duidelijk in aanwezig is.

Er zijn tientallen redenen te bedenken waarom een project als dit verkeerd kan en zelfs moet aflopen. Ze hebben hier echter niet gepakt, hoewel ook niet alle tracks even boeiend te noemen zijn. Het fascinerende aan ‘Tradi-Mods vs Rockers’ is echter om te horen hoe heel uiteenlopende muzikanten, met erg verschillende visies tot erg contrasterende resultaten komen. Heterogeniteit is in deze context een understatemenet, maar de onderliggende basis van de Congolese modern-traditionele muziek houdt de boel samen. Hoe bescheiden en subtiel de invloed ervan ook aanwezig kan zijn.  

 

Meer over V/A


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.