Subtieler dan Fred Hersch maken ze ze niet en op deze nieuwe cd maakt hij dat duidelijker dan ooit. Alles aan zijn licht, parelend pianospel is beheerst en sereen. Nergens zijn er robuuste akkoordpartijen, dynamische exploten of vreemde wendingen. Letterlijk elke toon is onder controle, zowel qua frasering als qua dynamiek. De opbouw situeert zich haast uitsluitend in de uitgesponnen melodie. Tempo en dynamiek blijven vaak egaal, alsof een opbouw via deze parameters voor Hersch te vanzelfsprekend zou zijn. Bovendien sluiten in zijn solo's de verschillende muzikale ideeën naadloos op elkaar aan, waardoor contrastrijke breuken ontbreken. Hij gaat daarin zelfs zo ver dat hij bezwaarlijk nog 'klassiek' of 'traditioneel' te noemen is.
Dat bassist Drew Gress en drummer Nasheet Waits perfect passen in het concept dat Hersch hanteert, is al lang geen geheim meer. Gress klinkt al even vocaal en melodisch. Ritmische en melodische trefzekerheid worden met de glimlach gedemonstreerd waardoor alles zo vanzelfsprekend lijkt. Naar protserige virtuositeit gaat hij niet op zoek: "veel en hard" moeten buigen voor "afgemeten en in balans". Zo'n balans vindt ook Waits die overigens net als Hersch uitblinkt in egaliteit en lichtheid. Hij rolt een fijn tapijt uit waarin maat en beat ondergeschikt zijn aan microscopische ritmes. De vrijheid die hij zich permitteert doet daarbij vaak de grens tussen begeleiden en soleren vervagen. Meer dan eens zit hij tegen het ontregelen van het basisritme aan, zoals in 'Rain Waltz' waar hij absoluut geen herkenbaar walsritme wil toestaan. De lyrische stijl van trompettist Ralph Alessi en saxofonist Tony Malaby sluit hier ook weer bij aan.
Hoewel Hersch de blazers niet gebruikt om doorwrochte arrangementen te laten horen, maar eerder om de thema's mooi uit de verf te laten komen, zijn de composities op deze cd toch van een buitengewone kwaliteit. Herschs stukken kunnen duidelijk langer dan één cd mee en hebben alles in zich om ook bij anderen op het repertoire te komen. Het geheel wordt nog aantrekkelijker door de uiteenlopende idiomen waarin Hersch componeert. Sommige melodieën zijn abstract en hermetisch gesloten terwijl anderen een uitgesproken sfeer uitademen. 'Black Dog Pays a Visit' klinkt weinig opbeurend en krijgt haast maffia-allures. 'Down Home' en 'The Chase' zijn publieksfavorieten in wording die zo mee in de top tien van favoriete bisnummers kunnen. In dit laatste nummer zitten de verschillende leden van het kwintet elkaar op de hielen in een snelle canon. Het eerste is opgedragen aan gitarist Bill Frisell en ademt diens voorkeur voor populaire muziek uit, als ging het om de nieuwe generiekmuziek voor 'Cheers'. Het stuk laat bovendien een complexere Hersch horen, zeker wanneer hij zijn pianosolo in drie lagen ontwikkelt: bas, akkoorden en melodie leiden elk een eigen leven, maar komen wel uit hetzelfde brein.
De enige track die niet van Hersch' hand is, is de Beatles klassieker 'And I Love Her'. Door die tot een mistige, impressionistische 'Gymnopédie' van Satie te kneden zet hij echter ook dit stuk naar zijn hand. Teder en geweldloos, maar resoluut en zonder compromis.

Meer over The Fred Hersch Trio + 2


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.