Als prelude op zijn indrukwekkende Cyclus Wereldorkesten, pakte Bozar al eens uit met zijn "Orchestra in Residence" in een pakkend namiddagconcert. Mariss Jansons en het Koninklijk Concertgebouworkest brachten er samen met het Groot Omroepkoor een van de monumenten uit de negentiende eeuwse religieuze muziek: ‘Ein Deutsches Requiem’ van Johannes Brahms. Een bescheiden Jansons op jaren bracht een vrije en open lezing vol ontroerende momenten, die weliswaar soms energie ontbrak.
Het is het derde jaar op rij dat Mariss Jansons met zijn Koninklijk Concertgebouw Orkest een requiem opvoert. Na Dvorak en Mozart, nu Ein Deutsches Requiem van Brahms. Inderdaad, in het Duits: Brahms stelde zelf zijn teksten samen uit de Lutherse Bijbel, in plaats van de klassieke requiemtekst te volgen. Hij destilleerde er een boodschap van hoop en berusting uit voor diegenen die achterblijven. Het werk vormde voor Brahms zelf een kantelmoment: niet alleen kende het een enorm succes, waarmee hij als componist op de voorgrond kon treden, ook ontwikkelde hij er veel elementen in die hem later zouden kenmerken. Nu, waarom al die requiems voor de chef van het beste orkest van de wereld? Gekend is dat zijn gezondheid wat kwakkelt en de man is uiteindelijk ook al bijna zeventig jaar. Misschien roept de confrontatie met zijn eindigheid in hem religiositeit op? En waarom trouwens Brahms? Feit is dat Jansons met zijn ander orkest, het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, recent diens vier symfonieën opnam en dat is een wereld die blijkbaar niet loslaat.
Het Koninklijk Concertgebouworkest is dit seizoen, wees gezegend, "orchestra in residence" in Bozar. Het blijft een enorm genoegen om een orkest zo geolied te zien spelen en om de resultante in klank met stomme verbazing te kunnen aanhoren. Perfect geproportioneerde strijkers, als zijde zo zacht en toch met een volume waarvan men achterover valt, wereldsolisten bij de blazers die in samenklank als een orgel klinken, kernachtig en toch vol-warm koper. Het RCO is een apparaat dat in Brahms met verstomming slaat. Hoe verwachtingsvol kan men anticiperen op dezelfde troepen die begin volgend jaar onder Jansons 'Tod und Verkläring' van Strauss en de vijfde symfonie van Tchaikovsky komen spelen! Maar eerst was er dus dit requiem, dankzij een heel open en dankbaar dirigerende Jansons een namiddag om niet gauw te vergeten.