Als jazzmuzikanten uit Chicago naar België sporen, kan er vergif op ingenomen worden dat ze moeten afstappen in het station van Hasselt. Het KC BELGIE heeft in de loop der jaren namelijk een stevige reputatie opgebouwd, wanneer het aankomt op het promoten van geïmproviseerde muziek uit de derde stad van de VS. Dat een gemeenschappelijke geografische (en deels ook muzikale achtergrond) niet moet leiden tot gelijkluidende resultaten werd met de optredens van de trio’s Jason Stein’s Lockmith Isidore en Cinc nog maar eens bewezen.
Niets zo vervelend bij een concert als bezoekers die bij wijze van nabeschouwing (of nog erger: tijdens het concert) de hele tijd hun mening over “het geluid” ventileren. Zo nu en dan mag dit best wel eens een item zijn en het optreden van Jason Stein’s Locksmith Isidore in het KC BELGIE was een van die momenten. Wie een trio van basklarinet, bas en drums deftig wil laten klinken, zonder dat de drummer de hele tijd op z’n sloefen moet spelen, weet beter hoe het geluid zich in de concertruimte gedraagt. Zeker wanneer de blazer in kwestie geen bullebak is die steeds tegen zijn limieten aan zit te spelen.
Het trio Jason Stein’s Locksmith Isidore (onder leiding van basklarinettist Jason Stein) pakte tot voor enkele jaren hoofdzakelijk uit met grotendeels geïmproviseerde muziek. Op haar recentste album ‘Three Kinds of Happiness’ nam de groep echter een bocht richting meer jazzgeoriënteerde muziek. De stukken van Stein kregen herkenbare thema’s, werden duidelijk gearrangeerd en lieten meer plaats voor swing en stevige bop dan ooit tevoren.
In Hasselt speelden de drie een korte set die grotendeels volgens het plan van de cd verliep: het speelse ‘Crayons for Sammy’, gevolgd door het vrijere ‘Cash, Couch, and Camper’ en de heerlijke ballad ‘Little Bird’, waarin het trio lekker los in elkaar paste en bas en drums een heel eigen verhaal konden vertellen.
Net als Jason Stein heeft saxofonist en klarinettist Ken Vandermark Chicago als uitvalsbasis. In tegenstelling tot zijn jongere collega heeft Vandermark vanuit die Amerikaanse stad al meermaals de trip richting Hasselt gemaakt: met het Chicago Tentet, het trio Sonore of zijn eigen Vandermark 5. Voor gewenning is daarbij weinig gevaar. Afhankelijk van de setting waarin Vandermark zich bevindt, verraadt zijn spel steeds andere nuances en dat was bij dit concert met het trio Cinc niet anders.
In combinatie met zijn oudere collega’s Philipp Wachsmann op viool en drummer Paul Lytton liet Vandermark zowel op tenorsax als op klarinet een bij momenten haast minimalistisch geluid horen. Het secure spel van Wachsmann was daar zeker niet vreemd aan. Diens precisie was duidelijk schatplichtig aan de klassieke viooltraditie, waardoor de muziek van het hele trio in de kleine nuances gestuurd werd. Zelfs in die mate dat de muziek bij momenten ronduit feeërieke en IJslandse allures kreeg, zonder daarom echt melodisch te worden. Daarvoor kozen de muzikanten te resoluut voor de vrije improvisatie.
Binnen deze context kon drummer Paul Lytton zijn plaats probleemloos vinden. Door zijn drumstel uit te breiden met allerlei klein materiaal, legde hij ook nu weer zijn bekende, frutselende klankmozaïek neer. De constante stroom van kleine geluiden en effecten trof echter niet altijd doel. In het eerste deel van het concert klonk Lytton wat neutraal, alsof hij geen invloed had op de muziek en de ideeën van zijn collega’s steeds op dezelfde manier omkaderde of zelfs onderging. Dat veranderde in het tweede stuk. De percussionist begon actiever in te spelen op wat er rond hem gebeurde, wat culmineerde in een betoverend mooie passage waarbij zijn gemanipuleerde materialen, naadloos aansloten bij de op dat moment opmerkelijk lichte klankwereld van Vandermark en Wachsmann. Het clichébeeld van de oorverdovende freejazz was zelden verder weg. Dat van het betekenisloze geneuzel ook. En daar hadden Cinc en Jason Stein’s Locksmith Isidore allebei zo hun eigen recepten voor.