Een evenwichtig dubbelconcert samenstellen: het is een zeldzaam talent onder concertprogrammatoren. Vaak is er een te markant niveauverschil tussen twee formaties, of de twee groepen liggen te veel dan wel te weinig in elkaars vaarwater. Wanneer er toch een bijzondere koppeling kan gemaakt worden tussen twee werelden, blijkt echter hoe de ene de ervaring van de andere kan versterken. Zo ook in Kunstencentrum Vooruit met de dubbele programmatie van het Manuel Hermia Trio en Ken Vandermark’s Platform 1, waarbij de hoog-energetische jazz van de eerste het pad effende voor een delicate maar ook verschroeiende set van de tweede.

Met Manuel Hermia haalde afscheid nemend Vooruit-programmator Wim Wabbes een muzikant binnen die al vaker te zien was op Gentse bodem. Zowel de cafésetting als de rumoerige entourage van Jazz in't Park deden Hermia in het verleden echter nooit recht: deze muzikant maakt muziek in opperste concentratie en dat is tevens de modus waarin de luisteraar diens muziek idealiter tot zich moet nemen. Een klassieke concertzaal lijkt dus uiterst geschikt voor de bezwerende jazz van Hermia en de zijnen, ware het niet dat Vooruit de mogelijkheden nog verder opentrok door het publiek de voor multiple gelegenheden inzetbare Domzaal te laten betreden. Een minutieus lichtspel met okertinten vormde hier van meet af aan een inspirerende setting voor Hermia en zijn Oosters aandoende escapades; niet toevallig is oker overigens de tint die men van nature met de aardkorst associeert. Het lijkt misschien banaal, maar de muziek van het Manuel Hermia Trio draagt een primitieve oerkracht in zich en de muzikanten, de soepele Hermia voorop, bewegen ook alsof ze een rite volbrengen waarbij hun muziek de spirituele soundtrack is. Met "spiritueel" is overigens een essentie aangeraakt in Hermia's denken over muziek. Al vele jaren onderzoekt hij hoe de jazz zich verhoudt tot muziekvormen met een veel oudere traditie, zoals de muziek uit het Midden-Oosten of Indië. Zijn album 'Rajazz' was een exploratie van hoe jazz kon raken aan de aloude raga, waarbij vanuit een tonaal centrum een heel scala aan mogelijkheden wordt ontwikkeld. Het Oosterse bleek daarbij niet zomaar een aardigheid om zijn idioom een exotische kleur te geven, maar een fundamenteel basisbeginsel van waaruit muziek werd gemaakt. Ook de energie en de typisch langgerekte opbouw van Oosterse muziek neemt Hermia mee naar zijn eigen muziek, die door het gebruik van de bansuri-fluit en de meer nasale sopraansax overigens iets expliciet bezwerends krijgt. Bovendien is John Coltrane, aan wie Hermia bekend schatplichtig te zijn, nooit ver weg in deze muziek, die alle mooispelerij radicaal afwijst en alleen het meest fundamentele tracht over te houden.

Manuel Hermia Trio
Manuel Hermia Trio
Ook in Vooruit bracht het Manuel Hermia Trio, momenteel op tournee door Vlaanderen en Wallonië in het kader van de Jazz Lab Series, een set die veel vergde van de luisteraar, mede omdat de saxofonist zijn publiek echt probeert te betrekken in zijn verhalen. Met 'De geschiedenis van een sterling', een hypnotiserende melodie die steeds strakker werd omspeeld, werd de toon meteen gezet. In 'The Color Under the Skin' werd gegraven naar Afrikaanse wortels, mede veruitwendigd door de hallucinante tandem João Lobo aan de drums en Manolo Cabras op contrabas. Vooral die laatste kreeg de zaal mee met solo's die een onbegrensd energiebereik deden vermoeden: de tractie werd geweldig hoog gehouden en door het pulken af te wisselen met bijvoorbeeld trommelen op zijn klankkast, werd het ritme verheven boven de toon als dusdanig, waarbij de improvisatie als bij wonder vindingrijk, boeiend en bovenal meeslepend bleef. De economische crisis en de reactie van de politici daarop moest eraan geloven in 'Austerity, and what about rage', waarmee het toerental van het concert alweer een graad hoger scheen geschakeld te worden. Richting de finale leek de Domzaal zelfs te klein voor de langgerekte eruptie waar 'Rajazz #5' en 'Crazy Motherfucker' nog voor zorgden. Dat de luisteraar met een baksteen in de maag de pauze in kon, was duidelijk.

De geweldige line-up van Platform 1 zou, zo was te denken op voorhand, zowat alle concurrentie gemakkelijk naar huis kunnen spelen, maar Hermia had een niet te versmaden voorbeeld gegeven. In vergelijkende termen over beide sets spreken, doet de werkelijkheid onrecht aan. Boegbeeld van de vrije improvisatie Ken Vandermark bracht met zijn kwintet immers een totaal ander soort jazz ten gehore. Het raakvlak met Hermia, en tevens de reden waarom beide bands perfect konden worden gecombineerd, was de oerkracht die zich ineens heel hevig kon manifesteren. Verschillende composities van Platform 1 begonnen in een erg fragiele polyfonie, waarin sax (of klarinet), trompet en trombone elkaar opzochten of afstootten. Van hieruit kreeg de muziek dan vaak een zeer solistische puls, waarbij de musici elk voor zich alle remmen los mochten gooien. Trombonist Steve Swell deed dat het meest indrukwekkend, met improvisaties die zijn instrument leek open te rijten. Magnus Broo op trompet hanteerde zowel de ballade als de traditie van de hard- en bebop om de thema's op zijn eigen manier kleur te geven, met wisselend, maar doorgaans beklijvend resultaat. Ken Vandermark liet zich fysiek tot slot het minst gelden, maar kon verrassen met zijn vingervlugge inventiviteit op klarinet of eerder grote halen en stoten op de sax. Michael Vatcher begeleidde op de drums en door ineens naar majeusteuze volumes te grijpen die de solisten het vuur aan de schenen legde, of met kleinere, opdringerige dan wel zachte geluiden de klank als dusdanig naar boven liet komen, bewees hij continu de vinger aan de pols te houden. Contrabassist Joe Williamson voorzag geregeld van commentaar, maar had beduidend meer moeite om mee te draaien tussen de vier geïnspireerde spelers, die overigens geen leemtes lieten vallen. Niet dat de muziek van Platform 1 een afgerond geheel was: de toeschouwer zag een kwintet dat in geen enkel opzicht is aangetast door routine. Elke compositie kon een eigen richting uitgaan, en deed dat vaak ook. Dat er mindere momenten waren of dat thema's niet loepzuiver werden gespeeld, werd gecompenseerd door passages waarop de luisteraar ervoer hoe sterk deze muziek in het heden zat verankerd.

De volgens bepaalde formules systematisch opgewekte kookpunten van het Manuel Hermia Trio kregen in de onvoorziene, magische uitbarstingen binnen Ken Vandermark's Platform 1, waarin geregeld werd verwezen naar de jazzgeschiedenis zonder ooit de vrijheid van de improvisatie te willen opgeven, een mooie tegenhanger. Een double bill die zich als een kater vastpinde in het brein van al wie er bij was en met open mond naar staarde en luisterde. De nevenwerkingen zijn vijf dagen nadien nog steeds niet helemaal weggeëbd.

Meer over Manuel Hermia Trio / Ken Vandermark’s Platform 1


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.