Na Chicago in 2012 richt Sound in Motion, bijgetreden door De Singer, de schijnwerpers in 2013 op de jazzscene van New York voor zes concerten in Antwerpen en Rijkevorsel.

Hoe welig de jazz ook tiert in Chicago, Parijs, Berlijn, Keulen of Londen, New York blijft een kloppend hart van de geïmproviseerde muziek en dat niet alleen omwille van de geschiedenis die de stad en de clubs aldaar uitademen. Menig muzikant verhuist naar de Amerikaanse oostkust om zijn geluk te beproeven. “If i can make it there, I’ll make it anywhere” blijkt voor velen nog steeds te kloppen.

Het maakt het programmeren van een New York Jazz Connection mogelijk gemakkelijker, maar ook gevaarlijker. De val om op al te voor de hand liggende muzikale paden terecht te komen, is niet gering. De concertreeks mag dan effectief iets minder strak geprofileerd zijn dan vorig jaar, het aanbod van jonge en minder jonge musici staat opnieuw garant voor zeldzame en/of kwalitatief veelbelovende optredens.

Februari

Waar de concerten vorig jaar allemaal in Antwerpen plaatsvonden, pendelt de concertreeks nu tussen de Sinjorenstad en de noorderkempen, waar De Singer drie van de zes concerten huisvest. Het februariprogramma speelt zich helemaal af in Rijkevorsel met als opener op 15 februari meteen de “commerciële” hoofdvogel van de reeks. Eind 2012 kreeg De Singer nog Marc Ribot over de vloer, met een afgeladen zaal tot gevolg, hetzelfde scenario lijkt zich te herhalen voor het optreden van Lee Konitz & Florian Weber.

Konitz is dan ook niet minder dan een van de laatste overlevenden van de wonderjaren van de jazz. Momenteel vijfentachtig was hij een van de sterke figuren van de cooljazz (en te horen op Miles Davis’ ‘Birth of the Cool’) en speelde hij met legendes als Chet Baker en Gerry Mulligan. Zijn lyrische toon en melodische finesse overleefden echter de periode van het onderkoelde geluid en vandaag geldt de Amerikaan dan ook als een nog steeds actief en relevant jazzicoon. Gecombineerd met de pianist Florian Weber haalt De Singer een goed gerodeerd duo in huis, want de Duister is ook een vaste waarde Konitz’ kwartet.

Mark Feldman & Sylvie Courvoisier (Foto: Cifarelli)
Mark Feldman & Sylvie Courvoisier (Foto: Cifarelli)
Nog meer muzikaal vertrouwen is te horen op 20 februari met het optreden van Mark Feldman & Sylvie Courvoisier, zonder twijfel een van de grote aanraders van de concertreeks en misschien wel van het hele voorjaar. Het echtpaar speelde voor het eerst als duo samen in 1995 en begon twee jaar later als vaste bezetting te touren. Dat resulteerde in drie cd’s, waarvan de eerste twee gevuld werden met composities van John Zorn: ‘Masada Recital’ en ‘Malphas’, het derde deel uit ‘The Book of Angels’.

Nog straffer klinkt echter ‘Oblivia’ waarop Feldman en Courvoisier eigen werk spelen. De composities overstijgen de grens tussen hedendaagse klassieke muziek en improvisatie en het samenspel van de twee is bij momenten verbluffend. Beide muzikanten opereren dan ook zowel in de moderne gecomponeerde als in de geïmproviseerde muziek en hebben naast het duo een rijk gevulde agenda. Courvoisier heeft haar eigen kwartet (opnieuw met Feldman) en het trio Mephista met Susie Ibarra en Ikue Mori. Feldman is een vaste waarde in het Masada String Trio en Bar Kokhba en tekende voor de vioolpartij in Uri Caine’s fenomenale bewerkingen van het oeuvre van Mahler op het album ‘Urlicht’. Courvoisier en Feldman komen naar De Singer met een repertoire dat later dit jaar op cd moet verschijnen.

Maart

In maart verhuist de New York Jazz Connection naar de traditionele thuishaven Antwerpen waar op 2 maart Digital Primitives in het Cultureel ontmoetingscentrum Sint-Andries aantreedt. Echt standaard jazz, noch enige andere stijl, is het geluid van het trio niet te noemen. De groovy, funky en bluesy ritueel-futuristische muziek gaat dwars over grenzen en hokjes heen. Wat rietblazer Assif Tsahar, drummer Chad Taylor en multi-instrumentalist Cooper-Moore (die te horen is op akoestische en elektronische “traditionele” snaarinstrumenten, fluit en nog wel wat minder voor de hand liggend klankgeneratoren) produceren is vastgelegd op slechts twee cd’s: ‘Digital Primitives’ (2007) en ‘Hum, Crackle & Pop’ (2009). Wie met de eigenzinnigheid van het drietal wil kennismaken kan dit laatste album gratis beluisteren op de website van Hopscotch Records, het label van Tsahar waarop beide albums van Digital Primitives uitkwamen.

Net als vorig jaar koppelen de Antwerpse concerten van de New York Jazz Connection-reeks het Amerikaanse geluid aan (overwegend) Belgische muzikanten. Centrale gast voor deze liaison is dit jaar gitarist Christophe Albertijn (Zita Swoon Group, Mira) die in het verleden al samenspeelde met Floris Vanhoof en André Goudbeek, maar op 2 maart het gezelschap krijgt van cellist Gino Coomans (Sheldon Siegel) en drummer Thomas Campaert.

Peter Evans’ Zebulon Trio (Foto: Peter Gannushkin )
Peter Evans’ Zebulon Trio (Foto: Peter Gannushkin )
Ook in Antwerpen, maar dan in ’t Werkhuys stelt Peter Evans op 22 maart zijn Zebulon Trio voor met John Hébert op bas en Kassa Overall op drums. Evans geldt momenteel als een van de meest toonaangevende trompettisten van New York. Wie dacht dat Wynton Marsalis een breed geschakeerde muzikale loopbaan had, is duidelijk nog nooit zijn opmerkelijk jonge collega tegen gekomen. Jazz (Mostly Other People do the Killing), hedendaagse gecomponeerde muziek, vrije improvisatie (solo en in ensembles) en vroeger eveneens barok: Evans lijkt wel de Amerikaanse tegenhanger van de Britse bassist Barry Guy. Zijn technisch meesterschap op het instrument is dan ook concurrentieontmoedigend. Zowel “zuiver” noten als speciale technieken (waarbij het lijkt alsof zijn nochtans akoestische geluid door een arsenaal vervormers gejaagd wordt) kan hij exact laten doen wat hij wil en tevens zo lang hij wil. Indien nodig kan hij zich  minutenlang onafgebroken de longen uit het lijf blazen om enkele minuten later hetzelfde nog eens over te doen.

Minstens even indrukwekkend zijn echter zijn muzikale kwaliteiten. In samenspel met muzikanten als Tom Blancarte, Okkyung Lee en Evan Parker is de communicatie haast beangstigend. Met het Zebulon Trio laat hij een meer jazzgerichte kant van zijn persoonlijkheid horen, maar niet zonder dat de hem typerende haarspeldbochten en onaangekondigde u-turns.

Ook deze avond is een double bill met opnieuw een concert van Christophe Albertijn die deze keer kan rekenen op de steun van de Franse, maar in Brussel wonende  saxofonist Audrey Lauro.

April

Bijna twee jaar geleden nog in De Werf voor een indrukwekkend concert, op 3 april in Rijkevorsel: Mark Helias’ Open Loose. Voor dit project gaat de bassist van het BassDrumBone-trio een alliantie aan met twee andere klasbakken: tenorsaxofonist Tony Malaby en drummer Tom Rainey. Alsof het allemaal de normaalste zaak van de wereld is laveren de drie als Open Loose tussen tradities en samenspelvormen, van strak uitgecomponeerd stukken naar vrije passages. Ze hebben dan ook samen al een hele weg afgelegd. Hun recentste cd ‘Explicit’ is ondertussen al de vijfde in deze bezetting.

Negen dagen later is het in De Singer opnieuw de ingehouden en verre van pronkerige klasse die regeert. Met het internationale Baloni verschijnt een band ten tonele die met ‘Fremdenzimmer’ voor een van de mooiste cd’s van 2011 zorgde. Net als bij Open Loose vervagen bij dit drietal de grenzen tussen compositie en improvisatie. Wat het ene lijkt te zijn, blijkt bij navraag het andere.

Steve Swell's Fire Into Music
Steve Swell's Fire Into Music
Vanzelfsprekend is de plaats van Baloni op New York Jazz Connection niet, met een Frans-Japanse altviolist (Frantz Loriot), een Duits-Franse bassist (Pascal Niggenkemper) en een Belgische rietblazer (Joachim Badenhorst). De drie ontmoetten elkaar echter wel in New York en distilleerden hun driemanschap uit een grotere bezetting. Hun muziek is dan ook van een zelden gehoorde puurheid en finesse die de luisteraar op het puntje van de stoel houdt: muziek voor wie zich nog druk kan maken voor een overdadig hoestende medeluisteraar in het publiek.

Voor de finale van New York Jazz Connection verhuist het festival terug naar Antwerpen waar op 27 april Steve Swell’s Fire Into Music in Sint-Andries de boeken sluit. Trombonist Steve Swell speelde met Ken Vandermark in Platform 1 en met Joachim Badenhorst in het International Trio, maar leidde vooral enkele opmerkelijke eigen groepen, waaronder het grote Nation of We met ondermeer Darius Jones in de rangen.

Met zijn Fire Into Music legt hij meer dan eender welke andere groep op het programma de link met de Chicago-editie van vorig jaar.  Niet alleen zijn zijn collega’s saxofonist Jemeel Moondoc en drummer Hamid Drake afkomstig uit de Windy City, deze laatste vervoegde in laatste instantie ook de affiche van de Chicago Jazz Connection om in duo met Michael Zerang de afzeggende Mike Reed te vervangen.

Door Drake in combinatie te plaatsen met bassist William Parker voorziet Swell zichzelf en Moondoc van een droomtanden, wat goed te horen is op ‘Swimming in a Galaxy of Goodwill and Sorrow’ uit 2007, de enige cd die het kwartet uitbracht en samen met een limited edition lp uit 2004 de enige opnames die officieel van Fire Into Music beschikbaar zijn. Een reden temeer om het slotconcert van de New York Jazz Connection mee te pikken. En om zeker tijdig aanwezig te zijn, want ook nu zal Christophe Albertijn de avond openen, voor de gelegenheid in het gezelschap van Willy Van Buggenhout op analoge EMS synthesizer en Thomas Olbrechts (Collectief reFLEXible) op altsax.

Meer over New York Jazz Connection


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.