De dagen slijten als jazzmuzikant, is dat geen excuus om zomaar een luizenleventje te leiden? 's Avonds even de benen strekken op weg naar een groezelig jazzcafé, daar met geluk een scharrel oppikken en de volgende dag tot lang na de ochtendschemer blijven liggen, om het patroon die en alle daarop volgende dagen te herhalen? In ieder geval niet zo voor diegene wiens geboorte-akte luistert naar de naam Peter Brötzmann, de Duitse beeldenstormer die zichzelf in 1968 schijnbaar in een enkele ademteug beroemd blies met het nog altijd iconische album 'Machine Gun'. Een plaat die haar weinig suggestieve titel overigens alle eer aan deed, en waarvoor Brötzmann zich liet omringen door collega's als Evan Parker, Han Bennink en Fred van Hove. De gave om heel wat talentrijk volk aan te trekken, is de rietblazer bijna een halve eeuw later niet verloren. Zo kreeg zijn legendarische octetopname eind vorig millennium een staartje in de gedaante van een Chicago Octet / Tentet, waarmee Brötzmann in 2011 nog aantrad op een driedaags evenement rondom zijn muziek in Wüppertal. Inmiddels zijn het muzikanten van dikwijls een generatie jonger die de bühne delen met de kopman. Ken Vandermark en Mats Gustafsson blazen bijvoorbeeld hun rieten quasi stuk en aangevuld met Joe McPhee staat hier een ijzersterk kwartet saxo's te bulderen. Ook de jazzdrummer waar niemand om heen kan, Paal Nilssen-Love, is van de partij, echter nauwlettend in de gaten gehouden door een tweede percussionist (Michael Zerang). Met Jeb Bishop en Johannes Bauer kunnen ook de trombones onderling af en toe een dialoog voeren, net als cello (Fred Lonberg-Holm, tevens goed voor wat effecten) en contrabas (Kent Kessler). Tot slot is het Per Åke Holmlander die als elfde man het tentet mag vervolledigen op tuba en cimbasso.

Café Ada moet op die bewuste 22ste april van het jaar 2011 bijna te klein zijn geweest voor deze monsterachtige bezetting, die een niet minder vervaarlijke geluidsmuur neerzet. Hoewel opener '...to walk in' lijkt aan te geven dat er wat ruimte is voor een gemoedelijke inloopoefening van bijna drie kwartier, zet Brötzmann meteen de toon met een scheurende openingsfrase. Er ontstaat in de coulissen van deze radicale inzet iets als een voorzichtige swingen, door wat de andere blazers om de lijn heen poten. Joe McPhee mag even later de gemoederen opzwepen, waardoor de ritmesectie overigens meteen op kruissnelheid raakt. Brötzmann laat echter ook toe dat het muzikale materiaal versnippert raakt. Zo valt het tentet later uiteen in diverse kleinere formaties, waarin bijvoorbeeld twee muzikanten samen een verhaal kunnen ontwikkelen waaraan de overige leden hun steentje gaandeweg bijdragen. De frontman wil daarbij niet voortdurend zelf aanwezig zijn en geeft de muziek de nodige ademruimte. Zo komt de collectieve improvisatie vaak tot stilstand, om vervolgens weer een door iemand in een bepaalde richting geduwd hetzij gesleurd te worden. Kortom worden de mogelijkheden die een uitgebreide bezetting als deze biedt, ten volle benut. Zowel qua atmosferen, kleuren en intensiteit bestrijkt '...to walk in' alleen al genoeg voer voor een fantastisch album vol boeiende karakters.

De teneur wordt op een tweede schijfje echter fenomenaal verder gezet. In '...to love in' komt de percussie nog prominenter naar voor met oeraanstekelijke ritmes, terwijl de blazers collectief een soort geluidsexperiment neerzetten dat niet zou misstaan als soundtrack bij filmbeelden van het bombardement op Dresden in februari 1945. Later zinkt het collectief terug in een bijna intieme cocon en op een veel meer omfloerste manier wordt ineens over de liefde gemediteerd. In afsluiter '...to sleep in' wordt de energie vanuit een puzzelen met gefragmenteerde cellen eens te meer grandioos op de spits gedreven. Dus of de aanwezigen die nacht daadwerkelijk geslapen hebben, blijft nog maar de vraag. Jammer is alleen dat nog een zogenaamd teder orgelpunt aan deze uitputtingsslag wordt toegevoegd, dat het kwalitatief niet haalt bij datgene dat eigenlijk de finale had moeten vormen. Niettemin bewijst 'Walk, Love, Sleep' waarom Peter Brötzmann nog steeds een monument is binnen de internationale jazzscène. Een bejaarde met ballen...en nee, niet van het slag der Benidorm Bastards.

Meer over Peter Brötzmann Chicago Tentet


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.